Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
25 mei 2007
CZ-CB-U-2764559
Bij brief van 17 april 2007 heeft de vaste commissie voor
Volksgezondheid, Welzijn en Sport mij gevraagd te reageren op het
artikel in Zorgvisie van april 2007 over het fuseren van ziekenhuizen
in Zeeland.
Op 21 september 2005 heeft de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa)
een melding ontvangen van de Stichting Ziekenhuis Walcheren en
Stichting Oosterscheldeziekenhuizen waarin zij hun voornemens om te
fuseren kenbaar hebben gemaakt. Na deze zogenoemde meldingsfase is op
22 december 2005 door de NMa de vergunningsaanvraag ontvangen.
Gedurende deze vergunningsfase is door de NMa nader onderzoek verricht
naar de te verwachten gevolgen van de voorgenomen fusie. Hierbij is
gesproken met partijen die actief zijn in het werkgebied van de
aanvragers. Tot een formeel oordeel van de NMa is het niet gekomen. De
aanvragende partijen hebben zich vóór het vormen van een definitief
oordeel door de NMa teruggetrokken uit de procedure. Partijen
beschikken als gevolg hiervan niet over de bevindingen van de NMa die
uit het onderzoek naar voren zouden zijn gekomen.
In de kritiek van partijen op de werkwijze van de NMa in het artikel
uit Zorgvisie, zijn de afwegingen die de NMa in deze kwestie heeft
gemaakt, niet meegenomen. Ik verzoek u dan ook de kritiek uit het
artikel in dit licht te bezien.
Na het intrekken van het verzoek tot fusie hebben de Raden van Bestuur
van de Oosterscheldeziekenhuizen en Ziekenhuis Walcheren zich
georiënteerd op minder verregaande samenwerkingsvormen. Dit heeft
geresulteerd in een nieuwe gemeenschappelijke koersbepaling, waarvan
de voorbereidingen voor het concentreren en herverdelen van
verschillende ziekenhuisfuncties (o.a. acute zorg) onderdeel uitmaken.
In reactie op deze koersbepaling heeft mijn voorganger bij brief van 3
oktober 2006 gewezen op de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi). In
deze wet is bepaald dat de minister toeziet op de bereikbaarheid van
de acute ziekenhuiszorg. Veranderingen die als gevolg van de
samenwerking leiden tot verandering in de bereikbaarheid van de acute
ziekenhuiszorg, dienen te worden gemeld in het regionale ketenoverleg
acute zorg. Als de voorgenomen wijziging niet meer voldoet aan de
bereikbaarheidsnorm van 45 minuten, kan ik aan de toelating van de
zorginstelling een voorschrift verbinden om de noodzakelijke zorg aan
te bieden.
De Oosterscheldeziekenhuizen en Ziekenhuis Walcheren onderzoeken op
welke wijze er een concentratie van de klinische
kinderafdeling/gynaecologie in Goes kan plaatsvinden. Kinderzorg en
gynaecologie zijn functies die van belang zijn voor de acute zorg.
Mijn beleid is er dan ook op gericht voor deze functies de kwaliteit
en bereikbaarheid volgens de 45 minutennorm te blijven garanderen,
zoals de motie Omtzigt/Van der Veen (30 800 XVI, nr. 79) verzoekt.
Momenteel buigt een werkgroep van verloskundigen, huisartsen,
gyneacologen en kinderartsen zich over de gevolgen van de mogelijke
concentratie van de klinische kinderzorg in Goes en hoe
thuisbevallingen op Walcheren kunnen blijven plaatsvinden. De
werkgroep zal naar verwachting vóór de zomer komen met rapport over
haar bevindingen. Ik ondersteun het initiatief van de werkgroep om te
onderzoeken hoe thuisbevallingen kunnen blijven plaatsvinden en wacht
de bevindingen af.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink