Wageningen Universiteit

Persbericht Wageningen Universiteit, nr 036, 23 mei 2007

The Lancet-EMBARGO tot VRIJDAG 25 MEI 2007 1.01 UUR.

'IJZER IN EEN JASJE' HELPT BLOEDARMOEDE IN AFRIKA TE BESTRIJDEN

Bloedarmoede in ontwikkelingslanden is via de voeding te bestrijden door een nieuwe manier van ijzerverrijking van meel. Onderzoekers van Wageningen Universiteit, Unilever en Akzo Nobel publiceren deze week hierover in het gezaghebbende wetenschappelijke tijdschrift The Lancet. Zij borduren in samenwerking met het Kenya Medical Research Institute voort op een vinding waarmee ijzer 'in een jasje' door de zure maag wordt geloodst.

In ontwikkelingslanden lijdt de helft van alle jonge kinderen aan bloedarmoede, vooral als gevolg van ijzergebrek. De oorzaak is een eenzijdig dieet dat voornamelijk is gebaseerd op granen. Daarin komen fytaten voor, stoffen die plantaardig ijzer binden als onoplosbare zouten. Omdat de ijzerbindende fytaten niet in het maag-darmkanaal worden afgebroken, neemt het lichaam slechts 5% van alle ijzer uit plantaardig voedsel op. De rest verlaat het lichaam met de ontlasting.

IJzergebrek is betrekkelijk goedkoop te bestrijden door het toevoegen van ijzer aan voedingsmiddelen. Maïs- en tarwemeel zijn hiervoor bij uitstek geschikt. Grote bevolkingsgroepen consumeren deze meelsoorten in grote hoeveelheden gedurende het gehele jaar. Internationale inspanningen (onder andere door de Wereldgezondheidsorganisatie en Unicef) om meel met ijzer te verrijken beginnen nu hun vruchten af te werpen. In 1990 verrijkten alleen de Verenigde Staten en Canada hun meel met ijzer; op dit moment gebeurt dit in 49 landen, waaronder de voor Afrika invloedrijke landen Nigeria en Zuid-Afrika.

In de meeste landen vindt verrijking plaats door toevoeging van ijzerpoeder. Dit wordt bereid door ijzeroxiden onder hoge temperaturen te behandelen met waterstof of koolstofmonoxide, of door een proces waarbij ijzer elektrolytisch wordt geproduceerd uit ijzersulfaat. Het product wordt vervolgens vermalen tot een zeer fijn poeder.

De onderzoekers van Wageningen Universiteit en van Unilever vermoedden echter dat dit ijzerpoeder niet werkzaam zou zijn, omdat ook dit aan fytaten bindt. Zij gebruikten daarom ijzer dat Akzo Nobel chemisch 'verpakt' in een organisch 'jasje' gevormd door de verbinding EDTA. Het zo gevormde ijzer-EDTA (chemische formule NaFeEDTA.3H2O) schermt het ijzer af, zodat het niet kan binden met fytaten. Het 'verpakte' ijzer dat met het voedsel wordt ingenomen, blijft onder de zure condities in de maag gebonden. Onder minder zure omstandigheden, zoals in de dunne darm, komt het beschikbaar voor absorptie door de darmcellen.

De onderzoekers namen de proef op de som door elektrolytisch geproduceerd ijzer te vergelijken met ijzer in ijzer-EDTA met een zgn. gerandomiseerd placebo-gecontroleerd experiment onder 516 Keniaanse schoolkinderen. Hiertoe kregen verschillende groepen kinderen dagelijks gedurende vijf maanden een pap toegediend die was bereid uit volkoren maïsmeel. Aan het meel voor de eerste groep was vooraf elektrolytisch ijzer toegevoegd in de hoeveelheden zoals verplicht gesteld door de Zuid-Afrikaanse overheid (56 mg/kg). Een tweede groep ontving pap bereid uit meel met daarin evenveel 'verpakt' ijzer (ijzer-EDTA). Aan het meel van een derde groep kinderen was geen ijzer toegevoegd.

Aan het eind van het experiment bleek verrijking met ijzer-EDTA het vóórkomen van ijzergebreksbloedarmoede te hebben verlaagd met 89%, terwijl elektrolytisch ijzer geen enkel effect gaf op het vóórkomen van bloedarmoede. Zoals verwacht bleken vooral kinderen met ijzergebrek baat te hebben bij de interventie; daarentegen ondervonden kinderen die bij aanvang van het onderzoek reeds voldoende ijzervoorraden hadden geen effect van ijzer-EDTA. De ijzerinterventie leidt niet tot een teveel aan ijzer omdat het lichaam de ijzeropname reguleert in overeenstemming met de behoefte.

De onderzoekers concluderen dat ijzer-EDTA leidt tot een verbeterde ijzerstatus en dat dit bij verrijking van meelsoorten met een hoog fytaatgehalte, zoals gangbaar in Afrika en ontwikkelingslanden elders, de voorkeur verdient boven elektrolytisch ijzer. Naar verwachting zullen deze bevindingen leiden tot aanpassingen in nationale richtlijnen en wetgeving voor voedselverrijking in deze landen.