Vlaamse Overheid

Nieuwsbericht van de Vlaamse overheid van vrijdag 25 mei 2007

Meer dan 2000 gezondheidswerkers opgeleid om valongelukken van ouderen te voorkomen

Minister Vervotte trekt bijna 180.000 euro uit om meer dan 2000 gezondheidswerkers (huisartsen, kinesitherapeuten, ergotherapeuten, verpleegkundigen) op te leiden om valongelukken bij ouderen te voorkomen. 30% van de 65-plussers die nog thuis wonen en de helft van de 80-plussers valt minstens 1 keer per jaar. Een ongelukkige val kan voor ouderen vergaande gevolgen hebben. Na een val worden zij driemaal vaker opgenomen in een rusthuis, RVT of woon- en zorgcentrum, ze verliezen aan zelfstandigheid en hebben een toegenomen kans op overlijden. Dankzij valpreventie thuis daalt het aantal ongevallen met 29%.

In 2006 liet minister Vervotte de systematische opsporing en de aanpak van het risico op valproblemen bij deze categorie van ouderen onderzoeken. De methodiek die in het pilootproject ontwikkeld werd, wordt nu tot oktober 2008 intensief verspreid worden bij de huisartsen, thuisverpleegkundigen, ergotherapeuten en kinesisten.

52 medewerkers zullen met behulp van een trainingspakket met audiovisueel materiaal binnen het jaar 2080 gezondheidswerkers opleiden via het "train the trainer" principe. Er wordt bijgebracht welke oefeningen de spierkracht van de oudere kunnen verbeteren en hoe het huis van de oudere veiliger gemaakt kan worden. Wetenschappelijke medewerkers van de KULeuven staan de trainers daarin bij.

Ouderen die twee of meerdere keren gevallen zijn in de afgelopen 6 tot 12 maanden of die problemen hebben met evenwicht (o.a. door medicatie) en mobiliteit, lopen een verhoogd risico om te vallen.

Met dit project wil minister Vervotte ook hen en hun omgeving sensibiliseren over valrisico's.

Via een folder en een zelfevaluatielijst kan de oudere - of zijn ommgeving - zijn eigen valrisico bepalen. De bedoeling is dat de oudere of zijn mantelzorger naar de huisarts of een andere gezondheidswerker stapt om het probleem aan te kaarten. Het verspreiden, aanmaken en implementeren van het materiaal gebeurt in samenwerking met het VIG en de LOGO's (Lokaal Gezondheidsoverleg).



CD&V