Verslag sport van de maand mei 2007, IJshockey bij de Zoetermeer
Panters, door wethouder Muijzers
Donderdag 24 mei was ik te gast bij de Zoetermeerse Panters.
Kortgeleden was ik er ook al eens, om prijzen uit te reiken bij een
internationaal jeugdtoernooi, waarbij het me opviel dat de
Zoetermeerse goalies in alle verschillende leeftijdsklassen tot beste
keeper werden uitgeroepen. Maar op deze warme donderdagavond had ik de
twijfelachtige eer zelf te ijshockeyen.
Twijfelachtig, vanwege mijn zeer beperkte schaatsvaardigheid (zie ook
mijn verslag van Sport van de Maand Januari 2007: Schaatsen). Mijn
sportmaatje van de maand, Walter van Leeuwe (ING Vastgoed, partner in
de ontwikkeling van Oosterheem), bleek daarentegen over onbekende
talenten te beschikken.
Ik kies mijn Sporten van de Maand niet zelf uit. Verenigingen en
sportaanbieders kunnen mij uitnodigen, en dat doen ze volop. Vanuit
een vrije keuze zou ik ijshockey niet hebben gekozen. Een paar maanden
geleden was voor mezelf duidelijk bevestigd geworden dat ik het
schaatsen nooit goed onder de knie zal krijgen. Omdat de eerste stap
bij het aanleren van het ijshockey het verbeteren (of aanleren) van de
schaatsvaardigheid is, zag ik toch enigszins op tegen het meedoen met
de recreatieve trainingsgroep, die als ik het goed begreep bestaat uit
ouders van jonge Panters.
Allereerst: het omkleden is al een volledige warming-up op zich.
Geduldig krijg ik uitleg bij alle beschermende kleding- en andere
stukken die ik aan doe. Het is hard werken om alles aan te krijgen,
maar ik neem aan dat een geoefende ijshockeyer er veel minder tijd aan
kwijt is en het er ook minder warm van krijgt. De eerste
stunteligheden buiten het ijs zullen bij mogelijke herhaling
ongetwijfeld snel verdwenen zijn.
We kunnen kiezen uit een rechtshandige en een linkshandige stick. Het
rechts van je eigen lichaam spelen met linkerhand boven en de
rechterhand in het midden van de stick blijkt de linkshandige manier
te zijn. Als rechtshandige kies ik toch voor de verkeerde stick, omdat
dat voor mij veel vertrouwder aanvoelt. Volgens mij is er op die
manier ook meer kracht te zetten, voor rechtshandigen. Mijn
tegendraadsheid op dit gebied van voorkeursbeen/-arm - bleek overigens
al op jonge leeftijd: als rechtsbenige stepte ik links en op een
sneeuwglijbaan ga ik met de linkervoet voor staan.
De eerste (groeps)oefeningen gaan me volledig voorbij; al mijn
aandacht en energie is nodig voor het enigszins in evenwicht blijven
tijdens het maken van basispasjes voorwaarts. Met verwondering zie ik
Walter met kennelijk speels gemak ook achteruitschaatsen. Het prettige
gevoel komt bij me op dat er tenminste één gastspeler tevreden naar
huis zal gaan.
Het partijtje werkt in eerste instantie niet bijster bevrijdend. Ik
voel me bezwaard om een hardwerkende ploeggenoot te vervangen, want ik
beperk me tot meeschaatsen als het daar al op lijkt en overeind
blijven. Dat wordt een lange avond, denk ik als ik zie dat er nog meer
dan een half uur partijtje te gaan is. Maar dat blijkt mee te vallen.
Ik ga de tijd vergeten en met elke invalsbeurt groeit het
zelfvertrouwen in mogelijke vooruitgang, ooit . De aarzeling verdwijnt
met de schaatsminuten en aan het slot vind ik het zelfs aan de leuke
kant. Schaatsen kan ik nog steeds niet, maar de spontane progressie
was ook de meelevende teamgenoten niet ontgaan. Met veel moeite werd
geprobeerd mij een doelpunt te laten scoren, hetgeen ook lukte,
waardoor ik met veel trots de puck van het eerste doelpunt als
traditioneel aandenken mee naar huis mag nemen. Die ligt nu bij de
even traditionele pet die ik meekreeg, of heet dat cap?
Terugkijkend is het me onverwacht meegevallen. Het blijkt maar weer
dat je ook té gefocust kunt zijn op iets. En dit keer was het niet
iets té graag te willen, maar iets te graag níet te willen. Ik wilde
graag niet-vallen wat een onnozele doelstelling is bij deze sport;
vallen is er een onderdeel van én het doet gegarandeerd geen pijn in
plaats van proberen zo veel mogelijk plezier te hebben vanuit mijn
beperkt talent. Dat werd me ook vanaf de eerste uitleg verteld, maar
ik moest het kennelijk vanuit mezelf ervaren. En dat komt me bekend
voor eigen ervaring gaat boven alle theorie.
Frans Muijzers.
Gemeente Zoetermeer