ceg
Centrum voor ethiek en gezondheid
Persbericht
Besluitvorming over levensbeëindiging bij
pasgeborenen gebaat bij kennisontwikkeling Parnassusplein 5
2511 VX Den Haag
Postbus 19404
Aan de redactie 2500 CK Den Haag
Tel 070 340 50 60
Fax 070 340 75 75
E-mail info@ceg.nl
Den Haag, 29 mei 2007 URL www.ceg.nl
Af en toe wordt er een kind geboren met een uiterst zorgwekkende gezond-
heid. Artsen en ouders kunnen dan voor de vraag komen te staan of het
voor het kind niet beter is om te overlijden. Voor het staken van medische
behandeling en voor het actief beëindigen van het leven van een pasgebo-
rene zijn de afgelopen jaren zorgvuldigheidseisen ontwikkeld. Vorig jaar
heeft de regering een deskundigencommissie ingesteld die deze eisen gaat
toepassen bij het beoordelen van levensbeëindiging bij een pasgeborene
die bij haar wordt gemeld. De Gezondheidsraad zet in een vandaag ver-
schenen publicatie uiteen hoe die zorgvuldigheidseisen kunnen worden
verduidelijkt.
Door aangeboren afwijkingen, voortijdige geboorte of complicaties tijdens de
geboorte kunnen kinderen met een zorgwekkende gezondheid ter wereld komen.
Voor behoud van hun leven zijn ze dan vaak van medische interventie
afhankelijk. Soms blijkt dat zo'n kind ondanks de behandeling intens zal lijden en
met ernstige handicaps door het leven moet gaan, of dat alleen een vegetatief
bestaan rest. Artsen en ouders kunnen dan voor de vraag komen te staan of het
voor het kind niet beter is om te overlijden.
Een arts is strafbaar als hij het leven van een pasgeborene beëindigt, tenzij hij
een beroep kan doen op overmacht. Zo'n beroep wordt alleen erkend als de arts
zich aan bepaalde zorgvuldigheidseisen heeft gehouden. Dit wordt eerst
beoordeeld door de deskundigencommissie. Vervolgens betrekt het Openbaar
Ministerie dit oordeel bij zijn beslissing om de arts al dan niet te vervolgen.
De zorgvuldigheidseisen voor levensbeëindiging bij pasgeborenen zijn op dit
moment pas in grote lijnen bekend. Het is van belang dat de
deskundigencommissie de ruimte krijgt om ze aan de hand van casuïstiek verder
te ontwikkelen en te operationaliseren. De Gezondheidsraad wijst op enkele
algemene aandachtspunten voor verduidelijking van de zorgvuldigheidseisen.
Die vallen uiteen in principiële vragen waarover nadere gedachtevorming
wenselijk is en vragen die door wetenschappelijk onderzoek kunnen worden
beantwoord.
Het CEG is een samenwerkingsverband van de Gezondheidsraad en de Raad voor de Volksgezondheid & Zorg
Eén van de principiële vragen betreft de toelaatbaarheid van levensbeëindiging
bij een kind dat een slechte prognose voor de latere gezondheid heeft, maar dat
wel zonder medische behandeling kan blijven leven. De beantwoording van deze
vraag is moeilijk omdat er niet steeds consensus bestaat over de criteria voor
een goede inschatting van de toekomstige gezondheid van een kind.
Aangenomen wordt dat een oordeel hierover kan worden gevormd aan de hand
van de te verwachten mate van lijden, levensduur, zwaarte van het
behandelingstraject, mogelijkheden tot communicatie, mogelijkheden tot
zelfredzaamheid en mate van afhankelijkheid van het medisch zorgcircuit. Maar
over de betekenis en het gewicht van deze factoren wordt verschillend gedacht.
De onderzoeksvragen hebben allereerst betrekking op de praktijk van
levensbeëindiging bij pasgeborenen. Er is nog geen scherp beeld van de
omstandigheden waaronder artsen en ouders tot levensbeëindiging besluiten.
Daarnaast is volgens de raad meer onderzoek gewenst naar de levensloop van
kinderen die met een zorgwekkende gezondheid worden geboren. De prognose
van de latere gezondheid en de betekenis daarvan voor het functioneren van het
kind zouden immers zoveel mogelijk op wetenschappelijk bewijs gebaseerd
moeten zijn. Maar zulk bewijs is nog schaars.
Het signalement Overwegingen bij het beëindigen van het leven van
pasgeborenen is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de Beraadsgroep
Gezondheidsethiek & -recht van de Gezondheidsraad. De samenstelling van de
beraadsgroep is te vinden op de website van de raad, www.gr.nl.
Het signalement is een uitgave van het Centrum voor ethiek en gezondheid
(Signalering ethiek en gezondheid). De tekst is te downloaden van www.ceg.nl
en van www.gr.nl en in een papieren versie op te vragen bij het secretariaat van
het Centrum voor ethiek en gezondheid, fax (070)340 75 75, e-mail: info@ceg.nl.
Nadere inhoudelijke inlichtingen verstrekt mr. A. Bood, tel. (070)340 66 18,
e-mail a.bood@gr.nl.
2