Time : 12:46:16
Date : 29 May 2007
Sender Name: Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen

Minaraad en SERV stellen meerdere tekortkomingen vast in de voorliggende co-existentie regeling voor genetisch gemodificeerde gewassen "GGG's"

Vlaanderen kent nog geen teelt van GGG's. Nochtans laat de Europese Unie de teelt van enkele GGG's al toe en staat de deur open voor nog meer Europese erkenningen. SERV en Minaraad zijn dan ook blij dat de Vlaamse Regering werk heeft gemaakt van een decreet dat de co-existentie of het 'samengaan' van GGG's met de overige landbouwgewassen regelt. Dit vermijdt immers eventuele problemen van vermenging aangezien landbouwers niets in de weg staat om GGG's te telen, eens de gewassen Europees erkend worden. Toch hebben de Raden meerdere bedenkingen bij de voorgestelde regeling.

De Raden vragen de Vlaamse Regering de uitvoeringsbesluiten bij het voorontwerpdecreet zo snel mogelijk op te stellen. Het kaderdecreet geeft wel de grote lijnen weer, maar de werkbaarheid van de hele regeling zal sterk afhangen van de concrete invulling. Het kaderdecreet treedt dan ook best samen met de uitvoeringsbesluiten in werking.

Werkbaarheid fonds onzeker

De Vlaamse Regering koos voor een regeling via het Fonds voor Landbouw en Visserij, waar de GGG-telers een bijdrage in moeten storten. Indien een buurlandbouwer, die zelf geen GGG's teelt, in zijn oogst sporen van GGG's terugvindt en hierdoor zijn oogst tegen een lagere prijs moet verkopen, kan hij beroep doen op dit fonds. De economische schade of minwaarde kan dus via dit fonds vergoed worden. Minaraad en SERV hebben echter bedenkingen bij de werkbaarheid van het fonds. Zo is niet duidelijk hoe hoog de bijdragen voor de GGG-landbouwers zullen zijn. Het blijft dus koffiedik kijken om te achterhalen of het fonds aan alle vragen tot vergoeding tegemoet zal kunnen komen. Te meer daar nu niet ingeschat kan worden hoeveel schadeclaims ingediend zullen worden en hoe groot deze zullen zijn. Vlaanderen heeft immers nog geen ervaring met GGG's. De Raden dringen er dan ook op aan om een mechanisme in te stellen zodat iedereen die recht heeft op een schadevergoeding deze ook kan krijgen. Aangezien het Fonds voor Landbouw en Visserij ten dienste staat van meerdere doeleinden, moet er ook over gewaakt worden dat geld, dat ergens anders voor bestemd is, niet opgesoupeerd wordt door de co-existentieregeling.

Daarnaast heeft de Vlaamse Regering ook de mogelijkheid ingebouwd om niet via het fonds te werken. GGG-landbouwers kunnen onderlinge afspraken maken met alle buurlandbouwers die binnen een bepaalde perimeter velden hebben. Indien zich vermenging voordoet, kunnen de buurlandbouwers aan de GGG-landbouwer vragen om deze oogst rechtstreeks op te kopen.

Aangezien er nog veel vraagtekens gezet worden bij de werkbaarheid van het fonds in combinatie met de vrijwillige opkoopregeling, stellen de Raden voor om na te gaan in hoeverre de keuze voor deze combinatie op termijn de beste is. De Raden vragen ook andere mogelijke pistes te onderzoeken zoals bijvoorbeeld 'verzekeringen'.

Europese richtsnoeren beperken toepassingsgebied van co-existentieregels

Bovendien stellen Minaraad en SERV vast dat meerdere problemen niet in het kader van de co-existentieregeling aangepakt worden. De Vlaamse regeling kadert immers in de Europese richtsnoeren voor co-existentie, die een beperkt toepassingsgebied hebben. De richtsnoeren vullen 'co-existentie', in samenhang met de overige regelgeving, in als het voorkomen van economische schade bij eventuele vermenging en het uitwerken van een economische schaderegeling tussen landbouwers bij eventuele vermenging. Het co-existentievraagstuk wordt dus beperkt tot landbouweconomische belangen. Zo valt bijvoorbeeld schade (door vermenging) bij hobbylandbouwers uit de boot.

Ook de problematiek van het samengaan van GGG-landbouw met andere vormen van landgebruik wordt niet meegenomen in de richtsnoeren en dus ook niet in het decreet. 'Milieuschade' wordt immers afzonderlijk behandeld van 'landbouweconomische schade'. De Raden zijn er echter van overtuigd dat er hiaten bestaan tussen de bestaande en de in ontwerp zijnde Vlaamse en federale regelgeving enerzijds en het (voorontwerp) co-existentiedecreet anderzijds.

Evalueer op regelmatige basis

Het voorontwerpdecreet stelt een evaluatie in het vooruitzicht, twee jaar na de inwerkingtreding van het decreet. Deze evaluatie zal ook onderzoeken of de voorliggende regelgeving de natuur en ecosystemen voldoende beschermt. De Raden waarderen het vooruitzicht van een evaluatie ten zeerste en stellen voor om dit op regelmatige basis te doen.

Bron: Gezamenlijk advies van Minaraad en SERV van 24 mei 2007 over de organisatie van de co-existentie van GGG's met conventionele en biologische gewassen (zie bijlage en/of op www.pressreleases.be).
________________________________________
Meer info:
Anneleen De Smedt - 02 558 01 36 - anneleen.de.smedt@minaraad.be Christine Jacobs 02 20 90 188 - cjacobs@serv.be
Michel Dethée - 02 22 95 199 - mdethee@serv.be
Wim Knaepen - 02 22 95 205 - wknaepen@serv.be

URL: http://www.minaraad.be
http://www.serv.be