Kamervragen over bescherming grutto
25 mei 2007 - kamerstuk
Kamerbrief waarin de minister vragen beantwoordt over de bescherming
van grutto's en andere beschermde weidevogels. De minister licht ook
toe wat er recent is gedaan voor de bescherming van weidevogels.
Meer informatie
* Kamervragen over bescherming grutto
Kamerstuk | 25-05-2007 | PDF-Document, 139 kB
Voor downloaden van PDF-bestanden:
Zie het origineel
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
onderwerp bijlagen
D i rectie Natuur
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
9 mei 2007 2060714620 DN. 2007/1452 25 mei 2007
Kamervragen over bescherming van de
grutto
Geachte voorzitter,
Hierbij doe ik u toekomen, het antwoord op de vragen gesteld door het lid Thieme (PvdD)
over de bescherming van de grutto.
1.
Kent u de berichten over de bescherming van weidevogels?
Ik heb kennis genomen van het artikel "Weidevogelbescherming tragisch lek" op de
website van "Vroege Vogels"
2.
Kunt u aangeven hoe de "zorgplicht" zich verhoudt tot het uitmaaien van nesten of
gebieden met jonge weidevogels, zoals grutto's? Welke controle is er op dergelijk
uitmaaien en welke sancties staan er op het schaden van de belangen van beschermde
vogels zoals de grutto? Hoe vaak zijn die sancties in het afgelopen jaar opgelegd?
5.
Bent u van mening dat verstoring van het leefgebied van beschermde vogels als de grutto
tijdens de broedtijd of in de tijd, waarin jongen moeten worden grootgebracht, een
strafbare daad is? Zo neen, waarom niet? Zo ja, bent u bereid maatregelen te treffen die
ertoe leiden dat vaker tot vervolging wordt overgegaan in voorkomende gevallen? Bent u
bereid het aantal fte's van de Algemene Inspectiedienst hiertoe verder uit te breiden?
Het doden of verwonden van onder ander beschermde vogels is een overtreding van
artikel 9 van de Flora- en faunawet. Het verstoren van nesten is een overtreding van
artikel 11 van de Flora- en faunawet. De Flora- en faunawet geldt voor iedere burger van
Nederland. De bepalingen 9 en 11 uit de Flora- en faunawet maken onderdeel uit van de
crosscompliance (voorwaarden voor agrariërs voor het verkrijgen van inkomenstoeslagen
uit de eerste pijler van het Europese Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB)).
Overtreding van deze bepalingen uit de Flora- en faunawet kan leiden tot strafrechtelijke
boetes. Daarnaast kan het voor agrariërs ook nog eens leiden tot korting op de inkomenstoeslagen
uit de eerste pijler van het GLB. De Algemene Inspectie Dienst (AID) voert
jaarlijks 800 controles uit op het gebied van crosscompliance.
Tot nu toe zijn nog geen overtredingen geconstateerd en daardoor ook geen sancties
opgelegd. Gezien het artikel "Weidevogelbescherming tragisch lek" op de website van
"Vroege Vogels" bezie ik of het gesignaleerde geval juist is en zo ja of dit een incident is
of vaker zou kunnen voorkomen en wat dit betekent voor de controles door de AID.
Verder treed ik in overleg met Natuurlijk Platteland Nederland, de organisatie die de
belangen behartigt van agrariërs die vergoedingen ontvangen voor weidevogelbeheer,
om preventief soortgelijke situaties te voorkomen, mochten deze bestaan. Daarnaast
werkt de Land- en Tuinbouw Organisatie aan het opstellen van een gedragscode
weidevogels voor agrariërs, als nadere uitwerking van de Flora- en faunawet. Tot slot
werken de regiegroep Weidevogelverbond en de kenniskring weidevogellandschap aan
een groeiend bewustzijn bij agrariërs over de omgang met weidevogels in combinatie met
de agrarische onderneming.
3.
Bent u bereid te komen tot een landelijke afstemming van provinciaal beleid ter
bescherming van weidevogels, waarbij erop toegezien wordt dat er bij de verlening van
subsidies niet slechts sprake is van een tijdelijke inspanningsverbintenis, maar de steun
ook gerelateerd wordt aan het uiteindelijk broed- en beschermingsresultaat?
Op 15 juni 2006 hebben alle bij weidevogels betrokken instanties - Rijk, provincies,
gemeenten, waterschappen, terreinbeheerders, natuurorganisaties, organisaties voor
agrariërs en kennisinstellingen - onder de gezamenlijke noemer van regiegroep
Weidevogelverbond het actieprogramma 'Een rijk weidevogellandschap' gepresenteerd.
Doel van dit actieprogramma is het stoppen van de achteruitgang van het aantal weidevogels
in 2010 en het daarna realiseren van een stijgende tendens. Een van de acties uit
het actieprogramma is zorgdragen dat bestaande en nieuwe subsidiestromen effectiever
worden ingezet om de populatie in stand te houden door middel van beheer van het
landschap. Tot voor kort was het Rijk hiervoor verantwoordelijk, maar met ingang van het
Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) staan provincies aan de lat voor de omvorming
van het instrumentarium programma beheer. Naast deze bestaande ILG-budgetten streeft
LNV met haar partners naar vergroting van de beschikbare middelen om het areaal met
voor weidevogels gunstig mozaiekbeheer uit te kunnen breiden. In IPO verband vindt
landelijke afstemming al plaats. De regiegroep Weidevogelverbond is hierbij vertegenwoordigd
en levert bouwstenen aan provincies voor effectiever beheer van het weidevogellandschap
ten behoeve van de instandhouding van de weidevogelpopulatie.
Bij het verlenen van subsidies denk ik op dit moment niet aan het koppelen van inspanningsverplichting
van het beheer aan aantallen weidevogels. De reden hiervoor is dat het
aantal weidevogels in een gebied afhankelijk is van diverse factoren (weersomstandigheden,
openheid van het landschap, predatie, e.d.) en niet volledig afhankelijk is van de
beheerder. Wel worden de effecten gemonitored teneinde te bepalen of het instrumentarium
effectief is.
4.
Bent u bereid onderzoek te initiëren of te stimuleren naar manieren om subsidies op het
gebied van weidevogelbeheer effectiever in te zetten voor daadwerkelijke bescherming
van weidevogels? Zo ja, op welke termijn en op welke wijze? Zo neen, waarom niet?
Naast de regiegroep Weidevogelverbond heeft mijn voorganger in 2006 de kenniskring
weidevogellandschap opgericht, bestaande uit een breed samengestelde groep medewerkers
van beheerders, onderzoekers, beleidsmakers en kennisintermediairen. Doel van
de kenniskring is kennis genereren en verspreiden ten behoeve van de instandhouding
van de weidevogelpopulatie. Aangezien de kennisleemten zich met name voordoen op
het gebied van optimaal beheer, wordt het meeste onderzoek reeds op dit terrein
geïnitieerd. De eerste resultaten verwacht ik na de zomer.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit