Gemeente Helmond
Lering trekken uit gebeurtenissen 15 april
Toen de commandant van het rampterrein op zondagochtend 15 april als
gevolg van een grote brand in Helmond
opdracht gaf drie sirenes in werking te stellen, verkeerden alle
betrokken professionals min of meer in de veronderstelling dat
iedereen, die de sirenes zou horen, naar binnen zou gaan, ramen en
deuren zou sluiten en naar Omroep Brabant zou gaan luisteren en/of
kijken. In de praktijk bleek dat tegen te vallen. Uit onderzoek van de
gemeente Helmond blijkt intussen dat 14% doorging met datgene waar men
mee bezig was, dat 24% de sirene niet gehoord heeft en dat van
degenen, die wel volgens de voorschriften handelden, meer dan de helft
niet tevreden was met de op Omroep Brabant aangeboden informatie. Uit
een evaluatie van het Veiligheidsbureau Zuidoost-Brabant is inmiddels
gebleken dat ook in de afstemming tussen operationele diensten en de
verantwoordelijke bestuurder niet alles vlekkeloos is verlopen.
Hier moeten we lering uit trekken, vindt burgemeester Jacobs van
Helmond, de gemaakte fouten zijn van een dusdanige aard, dat we dit
niet op zijn beloop mogen laten. Wij willen daarom een extern bureau
vragen om het gevolgde proces met alle aspecten goed door te lichten.
En vervolgens conclusies te trekken. En dat alles in samenwerking met
provincie en Rijk
Wat kan anders bij de alarmering?
De sirenes zijn maar één keer ongeveer 1,5 minuut afgegaan. Uit het
onderzoek blijkt dat dat voor een aantal mensen alleen al reden is
geweest om aan de ernst van de situatie te gaan twijfelen. Bezien moet
worden of de sirenes niet vaker en luider ingezet moeten en kunnen
worden. Ook heeft de meldkamer van de brandweer niet de meest actuele
kaartgegevens gebruikt met betrekking tot de locatie van de sirenes.
Het gevolg is dat twee sirenes, die wel in het effectgebied staan,
niet geactiveerd werden. Vanzelfsprekend werd op die manier een aantal
mensen niet bereikt, dat wel bereikt had moeten worden. Een bijzonder
aspect is nog het waarschuwen van personen, die het effectgebied
doorkruisen nadat de sirenes zijn afgegaan.
Informatievoorziening
Het gemeentelijk onderzoek wijst ook uit dat driekwart van de mensen,
die het advies van de sirenes hebben opgevolgd, volgens de richtlijnen
ook inderdaad bij Omroep Brabant (radio en/of tv) informatie hebben
gezocht. Maar meer dan de helft vindt de geboden informatie
onvoldoende. Het hoe en wanneer van de samenwerking tussen de omroep
en de hulpverleningsdiensten is niet helder. Wie is verantwoordelijk
voor de inhoud van de teletekstpaginas? Hoe gaat de omroep om met haar
taak als journalistiek medium en tegelijkertijd haar rol als
rampenzender. Er komen tegenstrijdige berichten op Omroep Brabant,
zowel via de radio als via teletekst achter de televisiezender. Hoe
gedetailleerd en continue kan de berichtenstroom zijn? Wat te doen met
de nazorg, het sein veilig? Als de ramp over is, zit ook de taak van
Omroep Brabant erop, terwijl nog vele mensen met vragen zitten. Is er
noodzaak en zijn er mogelijkheden om (ook) andere media in te zetten.
Het onderzoek geeft overigens aan dat weinig mensen naar andere media
op zoek gaan. Maar ook hier geldt: genoeg stof om nader onderzoek naar
te doen.
Bevoegdheden en afstemming van informatie
Bij de aanwezige officieren van dienst op het rampterrein, zo geeft de
evaluatie van het Veiligheidsbureau aan, bestaat er de eerste uren na
de brand onduidelijkheid over de bevoegdheid tot het activeren van de
sirenes. Ondanks dat de commandant van het rampterrein daartoe ook
geen formele bevoegdheid heeft, besluit hij bij aankomst bij de brand
in het belang van de volksgezondheid de sirenes in werking te stellen.
Dit besluit wordt, zegt het gemeentelijk onderzoek, achteraf door 86%
van de mensen uit het effectgebied goedgekeurd. Ongeveer een kwartier
na het inzetten van de sirenes worden het regionaal operationeel team
en het gemeentelijk beleidsteam operationeel. Dat laatste team staat
onder voorzitterschap van de burgemeester die de leiding en de
eindverantwoordelijkheid draagt voor de afhandeling van de calamiteit.
Desondanks wordt vergeten de burgemeester te melden dat de sirenes
zijn ingezet. Hij is al wel in een beginstadium bericht dat er een
brand gaande was. Die ochtend is er lange tijd sprake van verschil van
beeldvorming tussen het regionaal operationeel team en het
gemeentelijke beleidsteam over de risicos voor de volksgezondheid. Dat
komt nog eens duidelijk aan het licht, als er tegenstrijdige berichten
aan de bevolking worden gegeven. Terwijl de formele lijn is dat de
bevolking opgeroepen wordt binnen te blijven en ramen en deuren
gesloten te houden (vlak voor 12.00 uur nog eens bevestigd door de
burgemeester op de radio), geven brandweermensen in het effectgebied
al veel eerder aan dat het met de gevaren nogal meevalt en dat naar
binnen gaan niet meer nodig is.
Hoe nu verder?
De onderzoeken tonen aan dat niet alles vlekkeloos is verlopen. Het
lijkt erop dat de afgesproken systematiek van opschalen, alarmeren en
informeren tekortschieten, vooral in het geval van een compacte en
snelle calamiteit (een calamiteit, die zich van begin tot eind binnen
enkele uren afspeelt). Deze systematiek moet kritisch tegen het licht
gehouden worden en zo nodig herzien worden. Een extern bureau wordt
gevraagd dit verder op te pakken. En dit alles in nauw overleg met
provincie en Rijk.