Rechtspositie ambulancepersoneel B3 Stichtingen en update aanrijdtijden ambulances
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
CZ-CB-U-2766585
29 mei 2007
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de vaste commissie
voor Volksgezondheid Welzijn en Sport over de rechtspositie van
ambulancepersoneel in dienst van de 4 B3 stichtingen en een update van
de aanrijdtijden van ambulances in relatie tot de resultaten van een
door het RIVM ingesteld onderzoek.
In uw brief van 23 april vraagt u om een spoedige reactie op de inhoud
van de brief die CNV Publieke Zaak op 17 april heeft geschreven aan de
NZa. Het gaat in die brief over de rechtspositie van
ambulancepersoneel in dienst van de 4 B3-stichtingen. De brief waar u
mijn reactie op vraagt, is gericht aan de NZa. Daarom zou het vreemd
zijn om op die brief naar u te reageren. Ik beperk me daarom tot de
onderstaande, algemene opmerking.
De bemoeienis van VWS met de arbeidsvoorwaarden in het VWS-veld is
beperkt tot het jaarlijks beschikbaar stellen van de ova, de
overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling (zie TK 1999-2000,
25 999, nr.8). Het ondermeer daaruit resulterende budget/tarief is
voor de instellingen normstellend voor hun exploitatie. De
ova-systamiek bewerkstelligt dat VWS niet intervenieert in
CAO-aangelegenheden.
Noch in de ova-systematiek (vanaf 1999), noch onder het daaraan
voorafgaande post-WAGGS-model is er dus sprake van een
open-eindefinanciering voor de arbeidskostenontwikkeling (werkgevers
en werknemers maken CAO-afspraken en de NZa past daar het tarief op
aan).
Uw tweede vraag heeft betrekking op een update van de aanrijdtijden
van ambulances in relatie tot de resultaten van een door het
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) ingesteld
onderzoek. Hierover kan ik u het volgende mededelen. Momenteel is het
RIVM bezig met het actualiseren van het aanrijdtijdenmodel op basis
van data die beschikbaar is gesteld door koepelorganisatie
Ambulancezorg Nederland (AZN). Dit onderzoek wordt dit najaar
afgerond. Aanvullend op dit onderzoek overweeg ik het RIVM opdracht te
geven het "Landelijk referentiekader spreiding en beschikbaarheid
ambulances"
te laten herijken. Een herijking is nodig omdat de data waarmee het
huidige model tot stand is gekomen sterk is verouderd. Tot slot
beschik ik op dit moment nog niet over informatie aangaande de
feitelijke aanrijdtijden van 2006. Ik ben met AZN in overleg om mij
deze gegevens rond de zomer aan te leveren zodat ik ze o.m. kan
opnemen in de begroting en maatschappelijke verantwoording.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink