College van Beroep voor het bedrijfsleven

Zorgplicht werkgever voor rookvrije werkruimte

De Raad overweegt met betrekking tot de vraag of de overgevoeligheid van betrokkene voor (tabaks)rook aan haar geschiktheid voor de geduide functie in de weg staat, dat uit de gegevens van de arbeidsanalist is gebleken dat een algemeen rookverbod gold voor de ruimtes waarin de geduide functies van secretaresse en bankbediende moeten worden verricht. Voor de functie van telefoniste/receptioniste gold een dergelijk verbod voor de balie, maar niet voor het vertrek waar de telefooncentrale moest worden bediend. Voor laatstgenoemde ruimte kon in redelijkheid van de werkgever worden gevergd een zodanige maatregel te nemen dat ook deze kamer rookvrij werd gehouden. Daartoe neemt de Raad in aanmerking dat ten tijde in geding, de ontwikkelingen in de arbeidsverhoudingen zover waren voortgeschreden dat reeds algemeen was aanvaard dat de zorgplicht van de werkgever, zoals opgenomen in artikel 7:658, eerste lid, van het BW, meebracht om zodanige maatregelen te treffen dat werknemers in staat worden gesteld hun werkzaamheden te verrichten zonder daarbij hinder en overlast van roken door anderen te ondervinden.

LJ Nummer:

BA2877

Bron: Centrale Raad van Beroep
Datum actualiteit: 29 mei 2007