Antwoorden op kamervragen van Bouwmeester en Koser Kaya over etikettering van alcoholische dranken
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
VGP/K-U-2767668
Antwoorden van minister Klink op kamervragen van de Kamerleden
Bouwmeester (PvdA) en Koser Kaya over etikettering van alcoholische
dranken. (20600713620)
Vraag 1.
Heeft u kennisgenomen van de TV-uitzending 1) waarin duidelijk wordt
dat veel zwangere vrouwen niet bekend zijn met de gevaren van het
drinken van alcohol voor de ongeboren vrucht?
Antwoord 1.
Ja.
Vraag 2.
Deelt u de zorgen over de ernstige gevolgen voor het kind, die, zoals
ook de Gezondheidsraad in 2005 reeds in een rapport heeft aangegeven,
al na één drankje kunnen optreden?
Antwoord 2.
Ja, wij delen de zorgen over de gevolgen die alcoholgebruik door
zwangere vrouwen kan hebben voor het ongeboren kind. De conclusies van
het rapport van de Gezondheidsraad zijn destijds door de toenmalige
minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport onderschreven.
Vraag 3.
Deelt u de mening dat er breed ingezet moet worden om bewustwording te
creëren, zodat zwangere vrouwen ernaar gaan handelen? Vindt u dat
etikettering hiervoor een effectief middel is? Zo ja, bent u bereid
hier medici bij te betrekken?
Antwoord 3.
Wij hechten aan goede, consistente voorlichting over het thema alcohol
en zwangerschap. In het recente verleden was daarvan niet altijd
sprake. Sinds de publicatie van het rapport van de Gezondheidsraad
zijn de belangrijke voorlichtingsorganisaties echter allemaal één
gelijkluidende boodschap gaan uitdragen, namelijk dat niet drinken
vanaf het moment dat je een kinderwens hebt, de veiligste keuze is.
Etikettering kan wellicht een effectief middel zijn om bewustwording
te creëren.
Uit onderzoeken naar de waarschuwingsboodschap op etiketten in de
Verenigde Staten is gebleken dat het aanbrengen van een
waarschuwingsboodschap tot meer kennis over alcohol en zwangerschap
bij vrouwen leidde. Onduidelijk is echter of die toegenomen kennis
voldoende basis vormt voor gedragsverandering. De onderzoeken spreken
elkaar op dit punt tegen. Daarom volgen wij met interesse wat er
gebeurt in Frankrijk en Finland waar verplichte etikettering over
alcohol en zwangerschap recent is, dan wel binnenkort wordt ingevoerd.
Mocht in de toekomst ooit tot verplichte waarschuwingsboodschappen
worden besloten, dan zijn wij vanzelfsprekend bereid daar medici bij
te betrekken.
Vraag 4.
Deelt u voorts de mening dat maatschappelijk gezien de gevaren van
alcoholgebruik op jonge leeftijd ernstig worden onderschat bij met
name ouders en kinderen?
Antwoord 4.
Ja.
Vraag 5.
Deelt u tevens de mening dat waarschuwingen door middel van een etiket
op flessen alcoholische drank ook ingezet kunnen worden om ouders en
jongeren te waarschuwen voor de gevaren van alcoholgebruik op jonge
leeftijd, en om bijvoorbeeld bestuurders te waarschuwen over de
gevaren van alcohol in het verkeer zoals nu al op pakjes sigaretten
gewaarschuwd wordt voor de gevaren van roken? Zo ja, bent u bereid te
onderzoeken op welke wijze etikettering ingezet kan worden om
risicogroepen in brede zin te wijzen op de gevaren van alcohol?
Antwoord 5.
Etiketteren van voedingsmiddelen is grotendeels Europees geregeld. Op
dit moment herziet de Europese Commissie de voornaamste richtlijn voor
etikettering. Daarbij wordt ook gekeken naar het reguleren van
waarschuwingen op alcoholhoudende dranken. In het antwoord op vraag 4
hebben wij al aangegeven met interesse te volgen wat de gevolgen zijn
van de verplichte waarschuwingsboodschappen over alcohol en
zwangerschap in Frankrijk en Finland.
Als mocht blijken dat etikettering aldaar effectief is, dan zijn wij
inderdaad bereid te onderzoeken of invoering van
waarschuwingsetiketten voor bepaalde risicogroepen zinvol is. In
verband met handelsbelemmerde effecten heeft het onze voorkeur dat dit
dan Europees geregeld wordt.
Vraag 6.
Wat zijn de ervaringen met etikettering van flessen alcohol in het
buitenland?
Antwoord 6.
Voor het antwoord op deze vraag verwijzen wij naar het antwoord op
vraag 3.
1) Netwerk, 19 april 2007