Daders en slachtoffers bouwen Mozambique samen op
29 mei 2007
Mozambikanen die elkaar jarenlang bestreden in een bloedige
burgeroorlog, verwerken hun trauma's op geheel eigen wijze door sámen
hun land op te bouwen. Die hoopgevende conclusie trekt psycholoog en
medisch antropoloog Victor Igreja naar aanleiding van zijn onderzoek
naar het herstel van het sociale leven in Mozambique. Igreja
promoveert op 5 juni aan de Universiteit van Leiden.
De miserabele situatie en de noodzaak tot samenwerking na de
burgeroorlog blijkt een goede voedingsbodem voor verzoening tussen
voormalige aartsvijanden in Mozambique. Toen deze burgeroorlog in 1992
tot een einde kwam, lag het land in puin. Veel daders en slachtoffers
kwamen bij elkaar in dorpen te wonen, maar de gevreesde voortzetting
van geweld bleef uit.
De Mozambikanen die de strijd overleefden realiseren zich dat ze voor
de wederopbouw op elkaar aangewezen zijn. De voormalig vijandige
Mozambikanen blijken actief samenwerkingen aan te gaan om hun
oorlogstrauma's te doen vergeten.
Mozambiquanen verwerken oorlogstrauma's vaak met behulp van
gebedsgenezers. Deze jonge vrouw was bezeten door een zogeheten Gamba,
een oorlogsgeest. (foto vrij te gebruiken met bronvermelding: B.
Dias-Lambranca) Mozambiquanen verwerken oorlogstrauma's vaak met
behulp van gebedsgenezers. Deze jonge vrouw was bezeten door een
zogeheten Gamba, een oorlogsgeest. (foto vrij te gebruiken met
bronvermelding: B. Dias-Lambranca)
Actieve samenwerkingsverbanden op lokaal niveau helpen om het leed
veroorzaakt door de vele oorlogstrauma's te verzachten. Dit is
opvallend, omdat de overheid de gruwelen van de oorlog ontkent en geen
enkel beleid op verzoening en verwerking gericht heeft.
Rechtssystemen
Opmerkelijk is ook dat de traditionele, lokale rechtssystemen in
Mozambique goed blijken te functioneren bij het oplossen van
conflicten uit de oorlog. Tot nu toe ging men ervan uit dat dit alleen
effectief kan gebeuren als een nationale of internationale autoriteit
deze taak op zich neemt. Zo´n autoriteit kent Mozambique niet.
Genezers
In de Mozambikaanse cultuur bestaat er tussen mensen onderling niet
zoiets als wroeging. Mozambikanen geloven dat onschuldig gedode mannen
zich wreken door bezit te nemen van jonge vrouwen. Dat levert de vrouw
symptomen op die wij post-traumatisch stress syndroom noemen. Genezers
spelen een grote rol bij de verwerking van deze trauma's. Dit doen zij
door de geesten, zogeheten Magamba, op rituele wijze te verdrijven.
Burgeroorlog
De Mozambikaanse burgeroorlog begon in 1977, twee jaar na de
Anjerrevolutie waarin het land zich met communistische steun had
losgemaakt van Portugal. De toenmalige machthebbers van het
bevrijdingsfront Front for Liberation of Mozambique (Frelimo) werden
toen aangevallen door de conservatieve Mozambique Resistance Movement
(Renamo). Deze partij kreeg steun van de apartheidsregimes van
Zuid-Afrika en Rhodesia en indirect van de Verenigde Staten. Pas in
1992 werd de vrede getekend, nadat bijna een miljoen mensen waren
gedood, 1,7 miljoen gevlucht naar het buitenland en nog eens zeven
miljoen op de vlucht geslagen binnen Mozambique.
Mozambique heeft het laagste inkomen ter wereld per hoofd van de
bevolking ($1389 in 2005) maar het land is aan een grote inhaalslag
bezig.
Financier
Het onderzoek van Igreja werd betaald door het NWO-onderdeel WOTRO
Science for Global Development. WOTRO richt zich op het financieren
van vernieuwend wetenschappelijk onderzoek naar
ontwikkelingsvraagstukken, in het bijzonder duurzame ontwikkeling en
armoedebestrijding. Daarbij wil WOTRO de samenwerking met de
Nederlandse overheid, ontwikkelingsorganisaties en internationale
onderzoeksinstellingen versterken. WOTRO wordt voor een belangrijk
deel medegefinancierd door het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
CV
Victor Igreja werd geboren in Chimoio, Mozambique. Hij volgde een
masteropleiding medische antropologie in Amsterdam, waarna hij in 2002
een promotiebaan kreeg in Leiden. Momenteel werkt Igreja aan het
Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social
Sciences in Wassenaar.
..............................
Noot voor de redactie,
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek