Gelukszoekers wagen hun leven voor de Amerikaanse droom
30 mei 2007, Altar - Voor talloze latino's loopt de kortste weg naar
de Amerikaanse droom via een plattelandsdorpje op anderhalf uur rijden
van de Amerikaanse grens. Iedereen in Latijns-Amerika weet dat je in
het Mexicaanse Altar moet zijn als je een gids nodig hebt om via de
woestijn de Verenigde Staten binnen te komen.
De 18-jarige Enrique loopt langs een muurschildering die is
opgedragen aan gelukszoekers die in de woestijn zijn omgekomen. Foto:
Unicef TACRO/2007/Caraveo
De 18-jarige Enrique loopt langs een muurschildering die is opgedragen
aan gelukszoekers die in de woestijn zijn omgekomen. Foto: Unicef
TACRO/2007/Caraveo
Een niet aflatende stroom bussen levert gelukszoekers af bij het
dorpsplein. Daar wachten ze op een 'coyote', een smokkelaar die - zo
wordt beloofd - hen ongezien langs Amerikaanse soldaten,
immigratie-agenten en gewapende burgerwachten zal loodsen. Een rijtje
stoffige auto's staat, net als taxi's bij een vliegveld, op de
emigranten te wachten. Als ze bij de grens zijn afgezet, zullen ze een
gevaarlijke drie dagen durende tocht door de woestijn moeten maken.
Jaarlijkse honderden doden
De 18-jarige Enrique (niet zijn echte naam) vertelt dat een coyote hem
voor 2.500 dollar naar een grote Amerikaanse stad zal brengen. Hij
heeft het geld van een familielid geleend. Of Enrique echt op de
plaats van bestemming zal aankomen, is maar de vraag. Elk jaar
overlijden honderden mensen tijdens hun reis naar het land van hun
dromen. Velen van hen zijn vrouwen en kinderen die midden in de
woestijn zonder water komen te zitten. Andere emigranten worden door
de Amerikaanse autoriteiten opgepakt, of worden door bandieten van hun
bezittingen beroofd.
Klaar voor de oversteek naar de VS. Foto: Unicef
Klaar voor de oversteek naar de VS. Foto: Unicef
Enrique heeft er genoeg van om van minder dan drie dollar per dag te
moeten leven. Hij droomt van een eigen huis en volgens hem kan die
droom alleen uitkomen als hij in de VS gaat werken. Maar hij is wel
bang voor wat hem te wachten staat. "Ik heb gehoord dat veel mensen in
de woestijn omkomen," zegt hij. "Maar ik wil alles doen om de VS te
bereiken." Zijn moeder heeft hem gesmeekt thuis te blijven, maar de
aantrekkingskracht van de Amerikaanse rijkdom is te sterk. Als het
Enrique lukt om de grens over te steken, zal het jaren duren voordat
hij haar weer terugziet.
Opgepakt
Doordat de bewaking bij de Amerikaanse grens toeneemt, proberen
emigranten steeds vaker via afgelegen stukken woestijn in de VS
terecht te komen. Ze nemen water mee, maar dat is vaak niet genoeg om
de enorme hitte te doorstaan. Elk jaar worden honderdduizenden
emigranten door de Amerikaanse autoriteiten opgepakt. De meesten
worden eenvoudigweg aan de Mexicaanse kant van de grens gedropt,
waarna ze weer een nieuwe poging wagen. Kinderen komen in een
opvangcentrum terecht, waar hun familie hen kan ophalen.
Unicef-partner Colegio de la Frontera Norte werkt samen met de
Mexicaanse regering om de veiligheid van deze kinderen te garanderen
en om ervoor te zorgen dat ze gezondheidszorg en juridische bijstand
krijgen. De medewerkers van deze organisatie proberen de kinderen ook
ervan te weerhouden om nog een keer de grens over te steken. Kinderen
zijn zich niet bewust van de grote gevaren waaraan ze blootstaan als
ze de oversteek wagen. Ze kunnen worden beroofd, verkracht of
verhandeld. In sommige gevallen zijn handelaren uit op hun organen.
Een sociaal werkster praat in een opvangcentrum met een meisje dat
door de Amerikaanse autoriteiten naar Mexico is teruggebracht. Foto:
Unicef
Een sociaal werkster praat in een opvangcentrum met een meisje dat
door de Amerikaanse autoriteiten naar Mexico is teruggebracht. Foto:
Unicef
Gehaald
Op de avond voordat Enrique met een coyote naar de woestijn zal gaan,
geeft een journalist hem zijn telefoonnummer. Hij moet hem bellen als
hij is aangekomen. Een week lang hoort de journalist niets, maar op de
achtste dag belt Enrique hem vanuit een grote Amerikaanse stad.
"We hebben het gehaald," zegt hij. "Ik bel vanuit een benzinestation
en ik moet het kort houden." Enrique vertelt dat hij met negen anderen
drie dagen door de woestijn heeft gelopen. Ze zijn onderweg beroofd en
raakten 's nachts bijna onderkoeld van de kou. Enrique heeft geluk
gehad, maar dat geldt niet voor de vele anderen die dezelfde reis
zullen ondernemen. Voor hen blijft de Amerikaanse droom een illusie.