Ministerie van Verkeer en Waterstaat

abcdefgh

Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG

Contactpersoon Doorkiesnummer
- - Datum Bijlage(n) 30 mei 2007 - Ons kenmerk Uw kenmerk DGW/WV 2007/583 VW-07-178 Onderwerp
Brief van de gemeente Werkendam over Ontpoldering Noordwaard

Geachte voorzitter,

Op uw verzoek reageer ik, mede namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de minister van Volkhuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, via deze brief op de brief van de burgemeester en wethouders van de gemeente Werkendam over de "ontpoldering Noordwaard", van 12 april 2007. Ik heb de gemeente Werkendam met een brief van gelijke strekking gelijktijdig geïnformeerd.

De maatregel Ontpoldering Noordwaard is één van de ongeveer 40 samenhangende maatregelen uit de PKB Ruimte voor de Rivier. Deze PKB is op 26 januari 2007 in werking getreden, nadat ook de Eerste Kamer op 19 december 2006 unaniem heeft ingestemd met deze planologische kernbeslissing (PKB). Vooruitlopend op de vaststelling van de PKB is de Ontpoldering Noordwaard als koploperproject aangewezen. Sinds 15 november 2005 wordt onder leiding van de initiatiefnemer Rijkswaterstaat gewerkt aan de planstudie. Om de planstudie in goede banen te leiden is door de initiatiefnemer een bestuurlijk begeleidingscommissie en een klankbordgroep ingesteld. Hierin zitten vertegenwoordigers van het rijk, de provincie, de gemeente, het waterschap en de belangenorganisaties. Ik verwacht dat de planstudie in 2008 zal leiden tot een projectbesluit. In zo'n projectbesluit wordt het precieze ontwerp van de maatregel vastgelegd.

Door de gemeente Werkendam, lid van de bestuurlijke begeleidingscommissie, wordt via de brief en de motie aandacht gevraagd voor de wijze waarop omgegaan zal worden met de schade die de aanleg van de maatregel zal veroorzaken. Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71

Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95 bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)

DGW/WV 2007/583

Ik vind dat begrijpelijk. De Ontpoldering Noordwaard is een ingrijpende maatregel met aanzienlijke maatschappelijke consequenties.
Naar verwachting circa tien huishoudens zullen moeten verhuizen omdat hun huis in het geplande doorstroomgebied staat. Daarnaast zal de gehele polder Noordwaard buitendijks gebied worden. Dit betekent dat de huizen in de Noordwaard na uitvoering van de PKB-maatregel wettelijk gezien niet langer beschermd worden tegen overstromingen. Voor deze wijziging van de situatie is een passende schadevergoeding in mijn ogen op haar plaats.

Ontpolderen is een activiteit waarmee we nog weinig ervaring hebben. Er zijn dan ook nog geen standaard schadevergoedingsregels voor de veranderende situatie. In het kader van de planstudies voor de koploperprojecten Ontpoldering Noordwaard en Ontpoldering Overdiepse Polder is dit vraagstuk urgent geworden. Ook bij andere PKB-maatregelen zal dit gaan spelen. Al sinds vorig jaar wordt daarom in overleg met deskundigen gewerkt aan het uitwerken van een strategisch kader voor schadevergoeding gericht op de wijziging van de situatie. Ook heb ik de Commissie inzake waterstaatswetgeving om advies gevraagd. Verder ben ik van plan om persoonlijk polshoogte gaan nemen om met de huidige bewoners van de Noordwaard en de Overdiepse Polder te spreken over deze problematiek. Op basis hiervan wil ik een voorstel doen aan het Landelijk Bestuurlijk Overleg Hoogwater (LBOH) van 21 juni aanstaande. Ik verwacht dat vrij snel daarna Rijkswaterstaat (de initiatiefnemer van de planstudie) de bewoners van de Noordwaard duidelijkheid kan verschaffen over de wijze waarop schade vergoed zal gaan worden. Ik zal u hierover nader informeren via de halfjaarlijkse voortgangsrapportages.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

mw. J.C. Huizinga-Heringa


---