Voorstellen Bussemaker voor indicatiestelling zijn onvoldoende
30.05.2007 / 14:24 / Rubriek: Binnenland / Organisatie: V?
V?
PERSBERICHT
Utrecht, 30 mei 2007
Voorstellen Bussemaker voor indicatiestelling zijn onvoldoende
Staatssecretaris Bussemaker heeft vandaag aan de Tweede Kamer voorgesteld om de
indicatiestelling voor AWBZ-zorg te vereenvoudigen. V&VN (Verpleegkundigen &
Verzorgenden Nederland) vindt de maatregelen van Bussemaker een belangrijke stap in de
goede richting, maar nog niet voldoende. Het is een goed voorstel is om de zorgverlener
weer een grotere rol te geven bij de indicatiestelling. De belangrijkste tekortkoming is
dat de voorstellen alleen over de procedure van de indicatiestelling gaan, en niet over
de inhoudelijke criteria op grond waarvan iemand zorg kan krijgen.
Procedure van indicatiestelling
In het voorstel van Bussemaker gaat mogelijk niet meer het CIZ (Centraal Indicatiestelling
Zorg) bepalen welke zorg iemand nodig heeft, maar de wijkverpleegkundige en de huisarts.
V&VN is hier voor. Mariska de Bont (V&VN): 'Het is niet meer dan logisch dat
diegenen die de praktijk het beste kennen ook zeggenschap hebben over welke zorg iemand
krijgt. En dat zijn de wijkverpleegkundige en de huisarts. Bussemaker wil hiervoor eerst
pilots houden, maar volgens ons is dat niet nodig en mag deze maatregel direct breed
worden ingevoerd.'
Inhoudelijke gronden voor zorg
In maart 2007 zijn nieuwe inhoudelijke beleidsregels voor het Centrum Indicatiestelling
Zorg (CIZ) vastgesteld. Die geven aan op welke gronden iemand recht heeft op zorg.
V&VN maakt zich grote zorgen over de gevolgen van die beleidsregels, vanwege de
toenemende risico's op vermijdbare fouten. Al meerdere malen heeft V&VN haar zorg
uitgesproken naar de staatssecretaris. De twee belangrijkste punten van zorg zijn:
- De verschuiving van een aantal verpleegtechnische handelingen van de functie verpleging
naar de functie verzorging
In deze nieuwe beleidsregel vallen activiteiten die patiënten gebruikelijk zelf
uitvoeren - dat heet gebruikelijke zorg - onder de functie persoonlijke verzorging.
Voorbeelden hiervan zijn het innemen van medicijnen en het verzorgen van onnatuurlijke
lichaamsopeningen. Door de gebruikelijke zorg zo ruim te definiëren, wordt
voorbijgegaan aan de soms complexe zorg en de mogelijke verwevenheid hiervan met andere
verpleegkundige zorg, zoals observeren, signaleren en adviseren. V&VN pleit ervoor om
deze handelingen niet als gebruikelijke zorg te betitelen en ze, zoals in de oude
regelgeving, te laten vallen onder de functie verpleging.
- De 80/20-regeling
De 80/20-regeling houdt in dat overlappende activiteiten worden ondergebracht bij de
functie, waarvoor al de meeste uren zijn geïndiceerd. Aangezien persoonlijke
verzorging in de praktijk meer tijd vraagt dan verpleegtechnisch handelen, komen deze
handelingen dus veelal onder de functie persoonlijke verzorging te vallen. Aangezien de
financiering van de zorg gebaseerd is op de geïndiceerde functie, zullen
thuiszorgorganisaties vaak kiezen voor de inzet van de functionaris verzorgende, waar de
grotere deskundigheid van een verpleegkundige gewenst is.
Beide maatregelen verlagen de kwaliteit van de zorg die aan de patiënten wordt
geleverd, en leiden daardoor tot een toenemende kans op vermijdbare fouten.
- - - - - - - - - - - - - -
Noot voor de pers: