Nederland moet duurzaamheid exporteren
toespraak | 31-05-2007 | Noord-Holland, Minister
Toespraak van minster Bos voor ondernemers die gebruik maken van de
Nederlandse exportkredietverzekering.
Duurzame export?
Dames en heren,
Goedemiddag,
De Afsluitdijk. De dijk die Noord-Hollanders en Friezen samenbracht.
Een dijk tegen het water, maar ook een verbindingsader die nieuw
verkeer op gang wist te brengen. De Afsluitdijk bestond op 28 mei jl.
75 jaar. De plannen om de Zuiderzee af te sluiten waren eigenlijk al
ontstaan in de 17e eeuw, maar toen was het technisch onmogelijk om de
plannen te realiseren. In de twintigste eeuw bestonden die
mogelijkheden wel en na een overstroming in 1916 nam de regering het
besluit de Zuiderzee af te sluiten.
De Afsluitdijk is volgens de collectieve-goederentheorie een typisch
publiek goed. Met andere woorden: de Afsluitdijk is een
schoolvoorbeeld van een goed, waarbij de overheid een rol heeft om
deze te produceren. Het ontbreken van een markt voor de bouw van de
dijk en de duidelijke baten van de dijk voor de samenleving, waren
voor de overheid de aanleiding om op te treden.
Eveneens 75 jaar geleden trad de overheid op om een ander marktfalen
op te lossen, namelijk het verzekeren van het exporteren van goederen
naar risicovolle landen. Ook hierbij gold dat de markt een beetje hulp
nodig had van de overheid om baten voor de samenleving te realiseren.
Zonder exportkredietverzekeringen zou de export naar economische
lastige landen immers vaak niet mogelijk zijn. Door dat zij een
langere adem heeft kan de overheid deze risico's op zich nemen.
Hiermee is 75 jaar de samenwerking tussen de Staat en Atradius
(voorheen NCM) een feit. Deze samenwerking heeft ons veel goeds
gebracht, want de exportkredietverzekering heeft een belangrijke
bijdrage geleverd aan het opbreken van markten. Dit is zonder meer te
danken aan de inbreng van expertise en kwaliteit van Atradius en zijn
uitgebreide netwerk. Evenals de Afsluitdijk heeft de
exportkredietverzekering een brugfunctie. De exportkredietverzekering
draagt immers bij aan het handelsverkeer tussen Nederland en talrijke
andere landen.
Handel verhoogt de welvaart van beide handelspartners. Nederland
profiteert als handelsnatie al vele eeuwen van deze wetmatigheid. Ook
in de afgelopen jaren is de export van levensbelang geweest voor
Nederland als aanjager van economische groei. De ondernemers
realiseren de export natuurlijk vooral op eigen kracht, maar waar
nodig heeft de overheid een faciliterende rol. Bijvoorbeeld door te
zorgen voor een goed opgeleide bevolking, goede fysieke infrastructuur
en een concurrerend fiscaal stelsel.
Het aanbieden van exportkredietverzekeringen door de Staat speelt
hierbij een belangrijke rol. De omvang van de
exportkredietverzekeringsfaciliteit steekt met ongeveer 7 miljard euro
op het eerste gezicht wat mager af bij een totale omvang van de
Nederlandse exporten van ruim 300 miljard. Maar
exportkredietverzekeringen helpen bij het openbreken van nieuwe
markten en het aangaan van economische risico's, waar marktpartijen
hun vingers nog niet aan durven branden. Als eenmaal een bruggenhoofd
is geslagen, dan ontwikkelt de handel zich na verloop van tijd
vanzelf. Het zal u niet verbazen dat ik het als minister van Financiën
prettig vindt dat de schatkist hier geen cent aan bijdraagt. De
faciliteit is immers kostendekkend: de premieontvangsten zijn
voldoende om alle kosten van schades en uitvoering te dekken.
We moeten exportkredietverzekeringen echter niet alleen bekijken
vanuit het Nederlandse belang. Ook de toestand in de partnerlanden,
veelal ontwikkelingslanden met een laag inkomen, gaat ons aan het
hart. Deze landen profiteren als handelspartner vaak direct van onze
exportkredietverzekering in economische zin. Maar de
exportkredietverzekeringen dragen ook bij aan innovatie en versterking
van de concurrentiekracht van de partnerlanden. Een voorbeeld: onze
baggeraars bevaren de wereld met de nieuwste beschikbare technieken om
havens uit te baggeren of eilanden voor kusten op te spuiten. Deze
havens dragen bij aan de ontwikkeling van de economie van het
betreffende land.
We zullen ook samen moeten optrekken om aan minder ontwikkelde landen
meer te exporteren dan goederen en diensten alleen. We kunnen meer
doen. Ook zorgen omtrent milieu, bestrijding van corruptie en
schuldenbeleid horen bij een verantwoorde exportkredietverzekering.
Dat hoort bij Maatschappelijke Verantwoord Ondernemen. En daarbij
heeft ook de Nederlandse overheid een rol.
Ik ben er trots op dat Nederlandse exporteurs en de Nederlandse
overheid samen bijdragen aan een betere wereld door ook te kijken naar
dit soort aspecten. En dan heb ik het niet alleen over de
internationaal afgesproken regels bij het verstrekken van
exportkredieten. Uiteraard houdt Nederland en houden Nederlandse
exporteurs zich aan die regels.
Ik doel met name op het gebruik, door Nederlandse exporteurs, van de
meest innovatieve instrumenten, bijvoorbeeld om milieuvervuiling te
voorkomen. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan de bijdrage van
Nederlandse bedrijven aan liquid natural gas - nu kijk ik even in de
richting van de vorige spreker - projecten. Nederlandse bedrijven
helpen door het gebruik van innovatieve technieken om de
milieubelasting te beperken. Dat is waar wij als Nederland onze
meerwaarde kunnen tonen. Dat juich ik van harte toe.
Dit alles bewijst ook dat duurzaamheid en economische groei uitstekend
samen kunnen gaan. Duurzaamheid is namelijk niks anders dan
verantwoorde economische groei. Ik vind het belangrijk om dat te
benadrukken, juist op deze bijeenkomst waar we over onze landsgrenzen
heen kijken. Want voor ons rijke westerlingen mag duurzaamheid dan -
deels - te maken hebben met `consuminderen'. Voor veel
ontwikkelingslanden is de situatie totaal anders. Terwijl bij ons
duurzaamheid vooral gaat over `planet' - de zorg voor het milieu -
betekent een duurzame ontwikkeling voor veel andere landen
noodgedwongen vooral veel aandacht voor ` p rofit' - het vergroten van
de materiële welvaart.
Met het streven naar een grotere welvaart is niets mis. Duurzaamheid
stelt aan dat streven echter een duidelijke voorwaarde: zorg ervoor
dat de grotere welvaart voor jezelf niet ten koste gaat van de
welvaart van volgende generaties. Dus willen we dat het afval dat we
produceren netjes wordt opgeruimd. Dus doen we wat we kunnen om het
broeikaseffect tegen te gaan. En dus zadelen we toekomstige generaties
niet op met een enorme staatsschuld. Ook zorgen we voor goed onderwijs
aan de volgende generatie. Duurzaamheid beperkt zich niet tot
milieubeleid. Duurzaamheid is een bepalende factor voor het hele
overheidsbeleid. Juist in de Derde Wereld is het begrip duurzaamheid
van groot belang, want nergens is het bestaan van de volgende
generaties onzekerder. Het exporteren van duurzaamheid, in elke vorm
dan ook, verdient dus onze aandacht.
De duurzame ambities van het kabinet blijken heel duidelijk uit de
doelstellingen voor duurzame energie. In 2020 moet 20% van onze
energievoorziening duurzaam zijn.
Nationale ambities zijn van groot belang, maar het energievraagstuk is
natuurlijk een mondiale aangelegenheid. Jaarlijks wordt er wereldwijd
naar schatting ruim $800 miljard geïnvesteerd in de
energievoorziening. Deze investeringen zijn bepalend voor hoe we met
energie omgaan. En hier liggen ook de grote uitdagingen voor het
beleid. Hoe kunnen we de Chinezen overhalen om verder te kijken dan
steenkool? Hoe voorkomen we dat als gevolg van de toenemende vraag
naar biobrandstoffen de oerwouden in het Amazonegebied en Indonesië
gekapt worden? En hoe kunnen we de productie van biobrandstoffen
stimuleren, zonder dat het bestaansminimum van boeren in
ontwikkelingslanden in gevaar komt?
Het moge duidelijk zijn dat hier grote kansen liggen voor het
bedrijfsleven. In Nederland is veel ervaring opgedaan met duurzame
energie en het vergroten van energie-efficiëntie. Deze ervaring en
kennis en bijhorende technologie is een belangrijk exportproduct.
Vorige week kwamen VNO-NCW, MKB-Nederland en LTO Neder land met het
bericht dat zij samen met de overheid een 'duur zaamheidsakkoord'
willen ondertekenen. Wat deze partijen betreft kan Nederland zelfs
gidsland zijn. De kern van de boodschap is dat Nederland haar
voorsprong op het gebied van energie-efficiëntie moet exporteren.
Tevens wordt van de overheid gevraagd om stimuleringsregelingen in het
leven te roepen. Initiatieven van mensen die met de voeten in de
modder staan, kunnen we niet anders dan serieus nemen.
En dat doen we onder andere door een goede exportkredietfaciliteit te
blijven aanbieden.
Tevens ligt er de uitdaging om internationaal het tegengaan van
onhoudbare schulden van de grond te krijgen. Nederland behoort al lang
tot het veel te kleine gezelschap van landen dat 0,8% van het bruto
nationaal product aan ontwikkelingshulp uitgeeft. Een deel hiervan
wordt ingezet voor het kwijtschelden van schulden.
Veel ontwikkelingslanden belanden na kwijtschelding van de schulden
opnieuw in te grote. De vicieuze cirkel van lenen, kwijtschelden en
weer opnieuw veel te veel lenen moet doorbroken worden. Het doorbreken
van die vicieuze cirkel is een doelstelling die ik samen met mijn
collega minister Koenders van Ontwikkelingssamenwerking wil bereiken.
Dit vergt nieuwe internationale afspraken.
Het kabinet acht coherentie tussen ontwikkelingssamenwerking en
exportkredietverzekering belangrijk.
Het idee is om een systeem te ontwikkelen waarbij op een
gecoördineerde wijze wordt voorkomen dat door toedoen van
onverantwoordelijke leningen nieuwe schuldencrises ontstaan. Ik hecht
er veel waarde aan om dit internationaal van de grond te krijgen.
Een volgende stap is, dat de minst ontwikkelde debiteurenlanden zowel
als alle crediteuren het Debt Sustainability Framework als
uitgangspunt nemen bij het aangaan of verstrekken van een nieuwe
financiering. Zonder medewerking van de ontvangende landen en overige
private partijen is dit een doodlopende weg. Verder dient het
schuldenbeheer van debiteurenlanden versterkt te worden en zouden
crediteuren hun leningaanbiedingen onderling beter moeten coördineren.
We zullen initiatieven ontplooien om te komen tot afspraken in
OESO-verband die een duurzaam leenbeleid van exportkredietverzekeraars
kunnen waarborgen.
Nederland werkt aan dit initiatief samen met het Verenigd Koninkrijk,
Italië en Zweden, en uiteraard in nauw contact met IMF en Wereldbank.
Laat ik het nogmaals zeggen: onze aandacht voor duurzame ontwikkeling
laat onverlet dat we ook oog hebben voor de concurrentiekracht van het
Nederlandse bedrijfsleven. We zullen ons eigen bedrijfsleven niet met
geketende handen op pad sturen. Daarom zullen we samen optrekken met
andere landen. Hiermee willen we voorkomen dat u oneerlijke
concurrentie ondervindt van landen die duurzaamheid minder serieus
nemen.
Een veel gehoord geluid uit de exportwereld is namelijk dat emerging
markets, zoals China en India, zich niet bekommeren om enige
internationale regelgeving. Daar zit een kern van waarheid in. Daarom
acht ik het van groot belang om met deze landen in dialoog te blijven.
Onder Nederlands voorzitterschap wordt er daarom binnen de OESO hard
gewerkt om de betreffende landen bij de Exportkredieten aan boord te
krijgen. Zolang er geen level-playing field is zullen en kunnen wij
met onze voorsprong op het gebied van innovatie de concurrentiestrijd
aangaan.
Ik kom tot een afronding.
We beschikken al 75 jaar over een exportkredietverkeringsfaciliteit.
Dit is voor de Staat een belangrijk instrument. Door de samenwerking
tussen de Staat en Atradius zijn we al 75 jaar in staat om exporterend
Nederland een kwalitatief goed product aan te bieden. Ik wil Atradius
hiermee feliciteren.
Ik heb het met u gehad over het belang van duurzaamheid. Duurzaam is
ook de relatie van Nederland met haar omgeving: milieu en buitenland.
De introductie van het debt sustainability framework in de wereld van
de exportkredietverzekeringen zou hierbij een volgende stap. Laten we
daarom samen onze toekomst duurzaam veiligstellen en onze
verantwoording nemen waar het van ons wordt gevraagd of al dan niet
wordt verwacht. Hierbij zal het level playing field nooit uit het oog
geraken, daar de export zeer belangrijk voor onze economie is. Dit
tezamen maakt een duurzame benadering van de export zondermeer
mogelijk.
Dank voor uw aandacht
* Laatst aangepast: 31-05-2007
Ministerie van Financiën