Inspectie Werk en Inkomen

Dertig procent na eerste jaar bijstand nog zonder trajectaanbod

Er is bij de uitvoering van de Wet werk en bijstand nog geen sprake van een `sluitende aanpak`, waarbij iedere arbeidsplichtige cliënt binnen een jaar na instroom in de bijstand óf de bijstand heeft verlaten, óf een traject krijgt aangeboden. De helft van de mensen die in de bijstand komen, heeft na een jaar nog steeds een uitkering. Van hen heeft na het eerste jaar zestig procent nog geen re-integratieaanbod gekregen. Dit concludeert de Inspectie Werk en Inkomen in het vandaag verschenen rapport In de bijstand, en dan. IWI vindt dat het eerste jaar juist benut moet worden om mensen te activeren. Vooral nu de controle bij een aanvraag voor bijstand strenger is en er naar verhouding meer mensen met lagere kansen zijn aangewezen op begeleiding naar werk door de gemeente.

Ongeveer één op de drie mensen krijgt in het eerste jaar dat ze bijstand ontvangen een re-integratietraject aangeboden, zoals Work First, arbeidsbemiddeling, scholing of maatschappelijke activering. Het beleid van gemeenten is erop gericht om cliënten zo snel mogelijk weer aan het werk te krijgen. Daarbij steken ze meer energie in gemakkelijk te plaatsen cliënten en minder in mensen voor wie het moeilijker is om zelf werk te vinden. Gemeenten zijn financieel verantwoordelijk voor de uitvoering van de WWB en hebben er ook financieel belang bij om zoveel mogelijk cliënten aan werk te helpen. De meeste gemeenten houden overigens geld over op hun budget voor re-integratie.

IWI onderzocht wat gemeenten doen om aanvragers van een bijstanduitkering zo snel mogelijk naar werk te begeleiden. Daarbij keek de inspectie ook naar de resultaten van deze activiteiten. IWI deed een representatief onderzoek naar dossiers in de periode van
1 januari 2005 tot 1 maart 2006. In het najaar van 2006 volgden nog interviews met case managers van sociale diensten.

persbericht IWI, 4 juni 2007

Aan de informatie op deze site kunnen geen rechten worden ontleend.