Raad voor de Journalistiek

Uitspraken vastgesteld d.d. 4 juni 2007
door mr. A. Herstel, voorzitter, mw. A.C. Diamand, T.R. Harkema, mw. E.J.M. Lamers en mw. drs. P.C.J. van Schaveren, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris, en mw. mr. P. Blok, plaatsvervangend secretaris.

X en Y / Harlinger Courant
Uitspraak: gegrond
Klagers maken bezwaar tegen de publicatie van een schrijven onder de kop "Gezocht: Onze papa X en zijn vrouw Y". Het bericht eindigt met: "Afz. een wanhopige broer en zus (jullie zoon en dochter)". In het bericht wordt vermeld dat de opstellers op zoek zijn naar hun vader en dat zij zich afvragen waarom hij geen contact meer met hen opneemt. In het artikel zijn de namen van klagers vermeld.
Verweerder stelt dat het schrijven was aangeboden als ingezonden brief, maar dat na redactieberaad is besloten het te beschouwen als een verzoek tot opsporing en te plaatsen als advertentie bij de familieberichten. Het schrijven is dan ook geplaatst buiten de verantwoordelijkheid van de redactie, aldus verweerder. Naar het oordeel van de Raad is de gewraakte publicatie, gelet op de vorm en de inhoud, aan te merken als een ingezonden brief. Met de plaatsing daarvan kunnen onder bijzondere omstandigheden grenzen worden overschreden van hetgeen, gelet op de eisen van journalistieke verantwoordelijkheid, maatschappelijk aanvaardbaar is. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn indien in de ingezonden brief zonder enige (behoorlijke) feitelijke toelichting ernstige beschuldigingen jegens een derde worden geuit. (zie punt 5. van de Leidraad van de Raad voor de Journalistiek) Aan de journalistieke verantwoordelijkheid kan niet worden ontkomen door een schrijven dat is aangeboden als ingezonden brief, op de pagina met familieberichten als `opsporingsbericht' te plaatsen.
In de publicatie worden klagers ervan beschuldigd dat zij zich onbereikbaar maken voor de kinderen uit het eerdere huwelijk van X en het contact met hun broertje onmogelijk maken. Gesuggereerd wordt dat klagers voor hun (stief)kinderen onvindbaar zouden zijn. Klagers hebben aannemelijk gemaakt dat een en ander onjuist is. Het schrijven bevat aldus ernstige, grievende beschuldigingen aan het adres van klagers, terwijl niet is gebleken dat daarvoor voldoende grondslag bestond. Verweerder heeft derhalve met plaatsing van het stuk journalistiek onzorgvuldig jegens klagers gehandeld. Trefwoorden:

· Journalistieke werkwijze: bronnen

· Feitenweergave: grievende, tendentieuze berichtgeving
· Rectificatie/weerwoord: ingezonden brieven Publicatie op www.rvdj.nl/2007/30

H.C. van Loenen / De Telegraaf
Uitspraak: gegrond
In De Telegraaf is een artikel geplaatst over een familiedrama, dat heeft plaatsgevonden in de straat waar klager woont. Onder de subkop "Ramenlappen" zijn citaten opgenomen die afkomstig zouden zijn van klager, waarbij zijn volledige naam is vermeld. Klager heeft gesteld dat hij geen commentaar op het familiedrama heeft gegeven aan de betrokken journalist en dat de citaten in het artikel dus niet van hem afkomstig zijn. Nu deze stellingen niet door verweerder zijn weersproken en deze de Raad niet als evident onjuist voorkomen, acht de Raad aannemelijk dat in het artikel ten onrechte citaten aan klager zijn toegeschreven.
Verder is niet gebleken dat met de vermelding van klagers naam een maatschappelijk belang is gediend, dat bovendien zwaarder weegt dan het individuele belang van klager. Het artikel had voor wat betreft de aanduiding van klager - áls hij informatie zou hebben gegeven - geanonimiseerd kunnen worden, zonder dat afbreuk zou zijn gedaan aan de inhoud en nieuwswaarde ervan. (zie punt 2.4.1. van de Leidraad van de Raad voor de Journalistiek)
Een en ander leidt tot de slotsom dat verweerder grenzen heeft overschreden van hetgeen, gelet op de eisen van journalistieke verantwoordelijkheid, maatschappelijk aanvaardbaar is. Trefwoorden:

· Privacy: vermelding van persoonlijke gegevens
· Aard van de publicatie: citaat
Publicatie op www.rvdj.nl/2007/31

---

Uitspraken vastgesteld d.d. 31 mei 2007
door mr. A. Herstel, voorzitter, dr. M.J. Broersma, mw. F.W. Dresselhuys, mw. drs. P.C.J. van Schaveren en mr. A.H. Schmeink, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris.

drs. M. Bosma, MA / de Volkskrant
Uitspraak: gegrond c.q. onthouding oordeel
In de Volkskrant is het artikel "Geerts stille opportunisten" verschenen, dat onder meer gaat over klager. De Raad stelt voorop dat een journalist bij het schrijven van een portret/profiel niet neutraal te werk hoeft te gaan. Hij heeft echter een eigen verantwoordelijkheid de door hem verkregen gegevens te wegen en te toetsen, teneinde ervoor zorg te dragen dat het geschetste beeld geen onrecht doet aan de geportretteerde. Naarmate dat beeld negatiever is, bestaat meer aanleiding voor bijzondere zorgvuldigheid ten aanzien van de juistheid en evenwichtigheid van de vermelde feiten. (vgl. RvdJ 2006/45 en RvdJ 2002/45)
De Raad is van mening dat de kwalificatie `opportunist' en de zinsnede `noemde hij zichzelf journalist' - zeker in combinatie met zinsneden als `dat werken was relatief', `zijn loopbaan kende tot dusver weinig hoogtepunten' en `zijn journalistieke bezigheden waren te onbeduidend'
- een uitermate negatieve connotatie hebben. Verweerder had deze beweringen niet zonder deugdelijke grondslag mogen publiceren en een dergelijke grondslag ontbreekt.
Verder heeft verweerder erkend dat de publicatie onjuist is voor zover het de passages over het CV van verweerder en de echtgenote van klager betreft. Hij heeft aangevoerd dat hij op twee punten rectificatie heeft aangeboden, maar dat klager en zijn echtgenote dat niet hebben geaccepteerd. Het had echter op de weg van verweerder gelegen in ieder geval de door hem erkende onjuistheden eigener beweging recht te zetten en hij heeft dat ten onrechte nagelaten. Door te handelen en na te laten als hiervoor bedoeld, heeft verweerder journalistiek onzorgvuldig gehandeld.
Voor zover de klacht is gericht tegen het ten onrechte opnemen van citaten van klager en het niet-toepassen van wederhoor onthoudt de Raad zich van een oordeel, nu de standpunten van de partijen ter zake lijnrecht tegenover elkaar staan en geen materiaal voorhanden is op grond waarvan de Raad kan vaststellen welk standpunt juist is. (vgl. RvdJ 2006/73)
Trefwoorden:

· Journalistieke werkwijze: bronnen, hoor en wederhoor
· Feitenweergave: onjuiste, grievende, tendentieuze berichtgeving

· Rectificatie/weerwoord: rectificatie
· Aard van de publicatie: citaat, portret/profiel Publicatie op www.rvdj.nl/2007/26

J.C. van der Steen / Noordhollands Dagblad
Uitspraak: ongegrond
In het artikel "Aangifte van Heilooënaar tegen politie" is aandacht besteed aan een zaak van klager. Kern van de klacht is dat verweerder dat op onzorgvuldige wijze heeft gedaan.
De Raad overweegt dat een journalist vrij is in zijn selectie van nieuws, ook indien hij in een publicatie lezers heeft opgeroepen tips naar de redactie te sturen. Het stond verweerder dan ook vrij om te bepalen of, en zo ja op welke wijze, hij aandacht zou besteden aan de kwestie van klager.
Verweerder heeft aannemelijk gemaakt dat hij naar aanleiding van de brief van klager eigen onderzoek naar de kwestie heeft verricht. Niet is gebleken dat het artikel relevante onjuistheden bevat. Voor de lezer is voldoende duidelijk dat klager het niet eens is met het optreden van de politie, hetgeen de kern is van zijn verhaal. Verweerder heeft geen grenzen heeft overschreden. Dat de publicatie wellicht anders is van toon en inhoud dan klager had gewenst, kan daaraan niet afdoen.
Trefwoorden:

· Journalistieke werkwijze: selectie van nieuws Publicatie op www.rvdj.nl/2007/27

X, Y en Toute Le Monde / AD Haagsche Courant
Uitspraak: ongegrond
De klacht heeft betrekking op het artikel "Onderzoek naar beschuldiging van ontucht door Pijnackernaar", dat gaat over een strafzaak tegen X. Aan de orde is de vraag of de naamsvermelding van de onderneming en de vermelding van de functie van X ontoelaatbaar zijn.
De Raad heeft eerder overwogen dat het niet zonder meer journalistiek onzorgvuldig is indien in een publicatie over een strafzaak de naam en het adres van een onderneming worden vermeld. Indien de desbetreffende onderneming een essentiële rol speelt in de strafzaak kan het van zodanig maatschappelijk belang zijn om de gegevens van die onderneming in de berichtgeving te vermelden, dat het privacybelang van de daardoor eenvoudig te identificeren ondernemer daarvoor moet wijken. (vgl. RvdJ 2006/79) In dit geval speelt de onderneming een belangrijke rol in de strafzaak. Het is maatschappelijk en journalistiek relevant daarover te berichten op de wijze zoals verweerder heeft gedaan. Daarbij komt dat door de wijze waarop de onderneming is aangeduid, verwarring met andere horeca-ondernemers is voorkomen. Verweerder heeft het belang van een volledige berichtgeving op een verantwoorde wijze gediend en van een disproportionele aantasting van het privé-leven van klagers is geen sprake.
Ten slotte is in het kader van rechtbankverslaggeving de regel van hoor en wederhoor, behoudens bijzondere omstandigheden, niet aan de orde. Van dergelijke bijzondere omstandigheden is niet gebleken. (vgl. RvdJ 2006/14)
Trefwoorden:

· Journalistieke werkwijze: hoor en wederhoor
· Privacy: verdachten/veroordeelden

· Aard van de publicatie: rechtbankverslag Publicatie op www.rvdj.nl/2007/28

X / Panorama
Uitspraak: ongegrond
In Panorama is een column van de hand van J. Reichart verschenen onder de kop "Mijn misdaadmoment", waarin onder meer aandacht aan klager is besteed.
Volgens de Raad kan de column niet anders worden gelezen dan dat deze de persoonlijke mening van Reichart behelst. In dit licht bezien acht de Raad de door Reichart gebezigde schrijfstijl niet onaanvaardbaar. Weliswaar heeft klager onbetwist gesteld dat hij niet is veroordeeld voor mishandeling, maar voor de lezer is voldoende duidelijk dat de term `mishandeling' niet is gebruikt als juridische kwalificatie van hetgeen waarvoor klager is veroordeeld. Bovendien is klager voldoende geanonimiseerd. De wijze waarop hij in de publicatie is aangeduid is niet ontoelaatbaar. Dat klager in kleine kring zou zijn herkend, kan daaraan niet afdoen. (vgl. RvdJ 2007/17, RvdJ 2006/85, RvdJ 2006/71, RvdJ 2005/65 en RvdJ 2000/29)
Trefwoorden:

· Journalistieke werkwijze: hoor en wederhoor, selectie van nieuws

· Privacy: verdachten/veroordeelden

· Feitenweergave: onjuiste berichtgeving
· Aard van de publicatie: column
Publicatie op www.rvdj.nl/2007/29

---