Ingezonden persbericht

Persbericht, Hilversum 10-06-2007

Roman van theoloog Auke Jelsma leidt tot bijzondere ontdekking in Egypte

Een lezing van theoloog en auteur Auke Jelsma over zijn laatste roman leidde tot een interessante ontdekking rond een opgraving in de Egyptische woestijn door Nederlandse archeologen. De woestijnvader Zwarte Mozes, een legendarische figuur uit het vroege Christendom en hoofdpersoon in de roman van Jelsma, blijkt naar alle waarschijnlijkheid de persoon te zijn die recent door archeologen van de Leidse universiteit is opgegraven onder een koptisch hoofdaltaar.

De lezing van Jelsma werd bijgewoond door de archeoloog Ticia Verveer. Zij verrichtte onder leiding van dr. Karel Innemée opgravingen in de Egyptische woestijn (de opgraving Deir al-Baramus; publicatie is in voorbereiding). Onder het altaar van de oudste kloosterkerk trof zij delen van het skelet aan van een man die uitzonderlijk lang en van negroïde afkomst geweest lijkt te zijn. Bij het lezen van het boek van Auke Jelsma realiseerde zij zich dat zij wellicht het gebeente van Zwarte Mozes gevonden had. De man die mogelijk de eerste zwarte leider is geweest in het Christendom.

Auke Jelsma baseerde zijn roman Doorgeving uit het dodenrijk; de mythe van Zwarte Mozes op diverse historische bronnen. Zowel feitelijke informatie als legendes en anekdotes. Abba Mozes leefde in de vierde eeuw als monnik in de Egyptische woestijn. Hij was een weggelopen slaaf, opmerkelijk groot en voor zijn ommekeer een gevreesde roverhoofdman. Later werd hij één van de belangrijkste geestelijke leiders en woordvoerder van een opmerkelijk open en inspirerende vorm van het christendom. In de oude bronnen zijn opvallend veel anekdoten over hem bewaard gebleven. Toch is hij in het vergeetboek van de kerkgeschiedenis geraakt.

De ontdekking komt overeen met de mondelinge overlevering ter plaatse. Het dubbelklooster dat opgegraven wordt heeft in de volksmond de naam van Deir Abu Musa al Aswad, 'het klooster van Zwarte Mozes'. De archeoloog constateerde tot haar verrassing dat de beschrijving in de roman tot in details overeen kwam met wat bij het onderzoek aangetroffen werd. Dit geldt ook voor de gewelddadige gebeurtenissen die in het boek beschreven worden. Enkele skeletten die in het grafveld naast de kerk aangetroffen werden vertonen de inslag van een zwaard.

De vondst doet denken aan de anekdote die verteld wordt over de vriend van Abba Mozes, Macarius. Hij zou, zoals ook in de roman te lezen is, op een tocht in de Egyptische woestijn op een schedel gestuit zijn. Hij bad voor de betrokken persoon. Na dat gebed kwam deze even tot leven. Hij vertelde van zijn ervaringen in het dodenrijk. Zo lijkt ook Zwarte Mozes nu weer tot leven te komen door de gezamenlijke ontdekking van Auke Jelsma en TiciaVerveer. Nader onderzoek kan verdere informatie verschaffen. Het is te hopen dat er opnieuw fondsen gevonden kunnen worden om dit onderzoek voort te zetten.

Zie voor het onderzoek van dr. Karel Innemée ook de uitgave Koptische kloosters; Gods levende doden (Baarn 1999); zie voor de roman van Auke Jelsma, Doorgeving uit het dodenrijk; de mythe van Zwarte Mozes (Kampen 2006) en www.aukejelsma.nl