Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport


neemt

Huisarts: gids die mensen bij de hand neemt

Toespraak, 12 juni 2007

Met behulp van het programma De Nieuwe Praktijk wil minister Klink de eerstelijnszorg en met name huisartsen aanzetten zich gereed te maken voor de toekomst. Een toekomst waarin de minister de huisartsen vooral ziet als iemand die voor patiënten een steun en toeverlaat is, als iemand die patiënten wegwijs maakt in het zorgaanbod. Tijdens de start van de nieuwe praktijk op 12 juni sprak minister Klink de hierna volgende toespraak uit.

Dames en heren,

Allereerst wil ik u duidelijk maken dat er wat mij betreft een nieuwe periode is aangebroken in de relatie tussen de eerstelijnszorg - en dan vooral de huisartsen - en het kabinet. Deze relatie was de laatste jaren niet altijd even soepel. Ik hoop dat deze `koude periode' voorbij is en dat deze bijeenkomst niet alleen de start van De Nieuwe Praktijk is, maar ook van een hernieuwde relatie tussen de eerste lijn en de rijksoverheid. De samenwerking tussen de Landelijke Huisartsen Vereniging, het Nederlandse Huisartsen Genootschap en mijn ministerie bij de totstandkoming van De Nieuwe Praktijk onderstreept dit.

Dit gezegd hebbende wil ik nu graag het hoe en waarom van de Nieuwe Praktijk toelichten.

De eerste vraag die u zich zelf ongetwijfeld hebt gesteld is: waarom een nieuwe praktijk? Wat is er mis met mijn oude praktijk?

Je zou het antwoord op die vraag vooral kunnen samenvatten als het voorbereiden op een samenleving die andere eisen stelt aan de eerstelijnszorg, en vooral aan de huisartsen, dan we tot nu toe gewend zijn. Kernpunten daarin zijn: zorg en service voor patiënten verbeteren, of beter: moderniseren, nauwere samenwerking tussen zorgverleners en versterken van de organisatiekracht van de huisartsen binnen de eerstelijnszorg.

De belangrijkste verandering die ons te wachten staat, is de vergrijzing. Daardoor neemt de vraag naar zorg de komende decennia fors toe. En dat, terwijl het aantal zorgverleners geen gelijke tred houdt. Op dit grote verschil tussen vraag en aanbod zullen we een passend antwoord moeten vinden. Zodat de zorg die u biedt toereikend is, maar ook kwalitatief in orde en - niet minder belangrijk - dat u, ondanks de toenemende vraag, plezier in uw werk houdt. Dat is een behoorlijke uitdaging die aardig wat inventiviteit van iedereen vraagt.

Een tweede ingrijpende verandering heeft te maken met de aard van de zorgvraag. Mensen komen steeds minder voor kleine kwaaltjes bij de huisarts binnen, want via drogisten en internet zijn ze soms zelf al behoorlijk aan het dokteren rond verschillende lichamelijke ongemakken. Wie bijvoorbeeld hooikoorts intikt bij Google krijgt bijna 600.000 websites voorgeschoteld die iets te melden hebben over deze allergie en een groot deel daarvan biedt ook het medicijn aan dat moet helpen om er vanaf te komen. `Binnen 24 uur thuis geleverd' staat er dan bij.

Daarnaast - en dat hangt voor een deel samen met de vergrijzing - neemt het aantal chronisch zieken toe. Het aantal mensen met bijvoorbeeld diabetes is al een enorm groot, maar zal de komende jaren nog eens fors toenemen. Bovendien krijgen steeds meer mensen, vooral ouderen, meervoudige problemen. Niet alleen diabetes, maar ook bijvoorbeeld dementie en hartfalen. Dit betekent vanzelfsprekend dat de mensen die een dokterspraktijk bezoeken met andere, meer complexere klachten zullen komen dan u gewend was.

Op deze multimorbiditeit zult u voorbereid moeten zijn.

We kunnen samengevat rustig vaststellen dat de eerstelijnszorg zich instelt en moet instellen op de veranderingen die plaatsvinden. Om één en ander voor u inzichtelijk te maken, is De Nieuwe Praktijk in het leven geroepen.

Zo wil De Nieuwe Praktijk samenwerking stimuleren tussen verschillende behandelaars uit de eerste lijn. Dat is onder meer nodig om multimorbiditeit goed te kunnen aanpakken. Als die samenwerking er niet is, kan het behandelplan voor de ene ziekte de andere ziekte verslechteren. Goede onderlinge communicatie en coördinatie is dus noodzakelijk. U moet van elkaar op de hoogte zijn bijvoorbeeld over wat u de patiënt voorschrijft. Bovendien willen mensen voor behandelingen zo min mogelijk uit hun vertrouwde leefomgeving worden gehaald. Zorg moet, zo mogelijk, thuis geleverd kunnen worden, is het uitgangspunt.

Ik zie de moderne huisarts als iemand die mensen helpt bij hun speurtocht naar de juiste, bij hem of haar passende zorg. Als een gids, met eigen medisch-ethische standaarden, professionele inschattingen en kritisch vermogen, ook in de richting van de patiënt. En als iemand die de verschillende zorg die patiënt nodig heeft, goed coördineert. Als je dat werk doet, ben je een steun en toeverlaat voor mensen, een gids die mensen bij de hand neemt.

Die rol van gids moet de huisarts natuurlijk zoveel mogelijk zelf gaan invullen en gaan waarmaken. U als huisarts moet er voor zorgen dat mensen u ook zo gaan zien. Dat betekent dat mensen goed en adequaat geholpen moeten worden.

Dat dit op een samenhangende, moderne manier kan, bewijst het gezondheidscentrum de Rubenshoek in de Haagse Schilderswijk. Huisarts, fysiotherapeut en verloskundigen werken er samen. Maar ook sociale raadslieden en welzijnswerkers. Ze zitten in één gebouw en werken projectmatig samen om mensen de juiste zorg te bieden, en dat kan soms meer zijn dan alleen een medicijn.

Een ander voorbeeld is de Rotterdamse huisartsenpraktijk Mozaïek. Deze huisartsenpraktijk heeft in drie jaar haast een verdubbeling van het aantal patiënten gezien. Het aantal huisartsen is desondanks gelijk gebleven. Dat is gelukt door praktijkondersteuners en praktijkassistenten in dienst te nemen. De huisartsen zelf houden zich voornamelijk bezig met het werk dat alleen zij kunnen, het andere werk wordt aan de assistenten overgelaten. Hierdoor is de groei van de praktijk prima opgevangen.

Het zijn dit soort inspirerende voorbeelden die u kunt verwachten van De Nieuwe Praktijk. Niet als dwingende modellen, maar als voorbeelden waar u wat aan hebt en waarmee u uw praktijk geschikt kunt maken voor de toekomst.

Dames en heren, ik sluit af.

Ik hoop dat u geïnspireerd raakt door de goede voorbeelden die De Nieuwe Praktijk te bieden heeft en dat u uw eigen initiatieven en ervaringen wilt delen met anderen. Dat zal zeker bijdragen aan een goede voorbereiding op de toekomst. De Nieuwe Praktijk is een initiatief van u en vóór u. Wél zal ik, zoals gezegd, samen met de LHV en het NHG, helpen bij het verspreiden van de ervaringen die zijn opgedaan en worden opgedaan.

De internetsite die straks wordt geopend, maakt daar een belangrijk deel van uit. Ook zal ik goede ideeën en voorbeeldprojecten die bijdragen aan een sterke, toekomstbestendige eerste lijn, zo mogelijk stimuleren en ondersteunen.

Tot slot hoop ik dat we elkaar in het najaar weer zien als in het kader van De Nieuw Praktijk de rol van huisartsen bij preventie verder wordt uitgediept. Want de veranderingen in de zorg die ons te wachten staan -en voor een belangrijk deel al bezig zijn - betekenen ook dat huisartsen en andere eerstelijnszorgverleners, een belangrijke rol gaan spelen bij preventie.

Tot dan!