Ministerie van Defensie

Datum 12 juni 2007

Antwoord Schriftelijke vragen Rapport Algemene Rekenkamer bij het jaarverslag Defensie 2006

In bijlage zenden wij u de antwoorden op de schriftelijke vragen van de vaste commissie voor Defensie over het Rapport van de Algemene Rekenkamer (ARK) bij het jaarverslag Defensie 2006 (Kamerstuk 31 031 X nr. 2).

Tijdens het verantwoordingsdebat met de minister van Financiën op 22 mei jl. heeft de regering toegezegd enkele vragen van de Kamer schriftelijk te zullen beantwoorden. Hierbij voldoen wij aan deze toezegging met betrekking tot de vragen over Defensie.

De leden Irrgang, De Nerée tot Babberich en Cramer hebben vragen gesteld over de maatregelen die zullen worden genomen om de geconstateerde problemen op te lossen. Deze vragen worden behandeld in het antwoord op de vragen 3, 11 en 18, het antwoord op de vragen 4 en 14, en de antwoorden op de vragen 8, 12, 31 en 32. Dezelfde leden, en ook de leden Pechtold en Vendrik, hebben het wapen- en munitiebeheer aan de orde gesteld. Hierop wordt ingegaan in de antwoorden op de vragen 17, 24, 31 en 32. De vraag van het lid Irrgang over de controle op betalingen wordt behandeld in het antwoord op vraag 13.

Vraag 38 van de schriftelijke vragen van de vaste commissie voor Defensie over het jaarverslag Defensie zelf (Kamerstuk 31 031 X nr. 1) wordt beantwoord bij vraag 24.

DE MINISTER VAN DEFENSIE DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Pagina 1/1611616

Ministerie van Defensie

Antwoorden op de schriftelijke vragen van de vaste commissie voor Defensie over het Rapport van de Algemene Rekenkamer bij het jaarverslag Defensie 2006 (Kamerstuk 31 031 X, nr. 2).

1 In hoeverre dragen het door de ARK geconstateerde gebrekkige financieel en materieel beheer bij aan de oplopende kosten van operaties en aan problemen op de defensiebegroting (het ene jaar onderuitputting, het andere jaar teveel uitgaven)?

De onvolkomenheden in het financieel en materieel beheer houden geen direct verband met de oplopende kosten van operaties of ontwikkelingen bij de defensiebegroting. De hoofdoorzaak van de oplopende kosten van operaties is de grootscheepse inzet van personeel en materieel in Afghanistan.

2 Waarom wordt project Speer niet met voorrang opgepakt, teneinde een einde te maken aan de slechte resultaten op het gebied van financieel en materieel beheer?

Het project Speer wordt met voorrang uitgevoerd. Veel kleinere informatievoorzieningsprojecten zijn voorlopig opgeschort ten gunste van de uitvoering van het project Speer. De eerste implementatie zal liggen op het gebied van financieel beheer. Bij het vervolg van het programma zal de nadruk komen te liggen op het operationele domein, wat zal leiden tot een verbetering van het materieelbeheer.

3 Deelt u onze algemene indruk na lezing van het ARK rapport dat uw ministerie alle kenmerken heeft van een organisatie die ­ zowel qua financieel beheer, bedrijfsvoering, als beleidsmatige verantwoording - niet onder controle is en zich bovendien weigert te laten controleren? Zo neen, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen bent u voornemens te treffen om orde op zaken te stellen?

11 Welke conclusie trekt u uit de constatering dat het financieel beheer defensiebreed voor het derde opeenvolgende jaar niet ordelijk is? Welke stappen bent u van plan te ondernemen om orde op zaken te stellen?

Pagina 2/1621616

Ministerie van Defensie

18 Acht u `onverkort handhaven van het kwaliteitsplan en de verbeterplannen' voldoende in het licht van de constatering dat deze plannen geen duurzaam effect blijken te hebben?

Het belang van een goede controle op het functioneren van de overheid staat buiten kijf. Defensie werkt daarbij intensief samen met de Algemene Rekenkamer (ARK). Zoals aangekondigd in de reactie op het Rapport van de ARK bij het jaarverslag 2006 zal Defensie niet alleen zelf onderzoek doen naar de geconstateerde onvolkomenheden, maar ook een gerichte bijdrage leveren aan het bezwaaronderzoek van de ARK. Wij stellen vast dat de ARK waardering heeft voor de inspanningen van Defensie terzake.

De structurele verbetering van de bedrijfsvoering zal worden bereikt door het gebruik van instrumenten als risicoanalyse, risicomanagement, verbeterplannen en een strakke monitoring. Verantwoordelijkheden worden nadrukkelijker bij de lijn- en beleidsverantwoordelijken belegd. In samenspraak met de ARK is de keuze gemaakt om verbeteringen in de bedrijfsvoering structureel te beleggen en niet alleen symptomen van tekortkomingen te bestrijden. Dit betekent wel dat verbetertrajecten langer duren en dat het effect niet altijd direct meetbaar is.

4 Zijn de overwegingen die de ARK er toe bewegen een Bezwaaronderzoek in te stellen voor u een reden om de Inspectie Rijks Financiën opdracht te geven een nader onderzoek te verrichten naar de structurele oorzaken van en mogelijke oplossingen voor de door de ARK vastgestelde gebreken?

14 Welke concrete extra maatregelen bent u van plan te nemen om, in afwachting van het `Bezwaaronderzoek' van de ARK naar de redenen waarom deze onvolkomenheden niet worden opgelost, zelf tot een analyse en een oplossing te komen?

Het bezwaaronderzoek wordt, op verzoek van de ARK, gezamenlijk door het ministerie van Defensie en de ARK uitgevoerd. Er is geen reden de Inspectie der Rijksfinanciën om een nader onderzoek te vragen. In de komende periode wordt het onderzoeksplan uitgewerkt op basis van een analyse van de onvolkomenheden. Dit plan wordt uitgevoerd in 2007 en 2008.

Pagina 3/1621616

Ministerie van Defensie

De onderzoeksuitkomsten worden meegenomen in het reguliere verbeterproces. In 2009 zal de ARK in haar rapport bij het jaarverslag rapporteren over het bezwaaronderzoek.

5 Waren de problemen (groot verloop van deskundig personeel) die het gevolg zijn van de verhuizing van het Centraal Betaalkantoor naar Kerkrade voorzien? Zo neen, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen heeft u genomen om verloop van gekwalificeerd personeel tegen te gaan? Welke maatregelen gaat u nemen om de vakbekwaamheid van huidig en toekomstig personeel op peil te brengen?

Het bedoelde verloop van deskundig personeel was verwacht. Het betreft in het bijzonder personeel van de staf van het Centraal Betaalkantoor. Het verloop bij uitvoerende medewerkers is vooralsnog niet verontrustend. De ontstane vacatures worden reeds zoveel mogelijk opgevuld met personeel uit de regio Limburg of met uitzendkrachten. Naar verwachting zal mede daarom slechts een beperkt aantal medewerkers naar Kerkrade meeverhuizen. Het reorganisatieplan wordt naar verwachting op zeer korte termijn voltooid. Tevens wordt het plan afgestemd met de medezeggenschapscommissie en de vakbonden. Daarna wordt zo snel mogelijk begonnen met de werving en opleiding van nieuw personeel uit de regio Limburg. Er zijn derhalve maatregelen getroffen om mogelijke problemen bij de verhuizing per 1 januari 2008 op te vangen.

6 Aangegeven wordt dat kwaliteitsproblemen zijn ontstaan in de bedrijfsvoering bij uw ministerie als gevolg van de personeelsreductie (afvloeien ervaren medewerkers, minder functies in ondersteuning). Heeft de ARK daarbij specifieke onderdelen van uw ministerie op het oog? Zo ja, welke? Gaat het hier om personeel voor het financieel beheer en het materieelbeheer, om de agentschappen en om personeel voor de Interne Controle (die op p.14 worden genoemd)? Of gaat het hier om een breder probleem bij uw ministerie? Hoeveel geld zou extra moeten worden uitgetrokken om de gesignaleerde problemen te verhelpen?

De ARK noemt in het bijzonder de verdwenen stafafdelingen bij de krijgsmachtdelen die nu zijn opgenomen in een afgeslankte centrale staf. Hierbij gaat het vooral om personeel voor financieel beheer en materieelbeheer. Ook bij de agentschappen constateert de ARK problemen. Het personeel voor de interne controle is overigens bij de personeelsreducties

Pagina 4/1621616

Ministerie van Defensie

ontzien. Bij elke reorganisatie moet het personeel wennen aan nieuwe functies, werkwijzen en locaties. Om tot de gewenste kwaliteit te komen is derhalve vooral enige tijd nodig, en niet zozeer extra geld.

7 Is bij het materieelbeheer sprake van bijzondere omstandigheden door het weghalen van veel materiële benodigdheden, die normaal in Nederland aanwezig zijn ten behoeve van operaties elders (m.n. Afghanistan)? Wat is de uw mening daarover?

Defensie geeft weliswaar een hoge prioriteit aan de uitvoering van operaties zoals die in Afghanistan, maar handhaaft tegelijkertijd het minimumniveau voor het materieelbeheer. Het veel en snel verplaatsen van materieel is een kenmerk van alle uitzendingen van eenheden. Daarom zien wij dit niet als een bijzondere omstandigheid. Wij streven nadrukkelijk naar een voldoende mate van materieelbeheer bij operaties.

8 Deelt u de conclusie van de ARK dat de verbeteringen die uw ministerie in de bedrijfsvoering doorvoert niet beklijven? Zo neen, waarom niet? Zo ja, wat bent u van plan te doen om verbetertrajecten zodanig in de organisatie te verankeren dat er wel duurzame verbetering tot stand komt?

Bij interne controles is vastgesteld dat een aantal verbeteringen beklijft, maar andere nog niet. Het bezwaaronderzoek dat samen met de ARK wordt uitgevoerd moet inzicht geven in de dieperliggende oorzaken hiervan.

9 Deelt u de constatering van de ARK dat uw ministerie steeds minder informatie over de middelen verschaft en dat de kosten steeds moeilijker herleidbaar zijn tot de doelstellingen? Zo neen, waarom niet? Zo ja, wat bent u van plan te doen om deze informatieverschaffing te verbeteren?

10 Deelt u de constatering van de ARK dat uit aangeleverde beleidsinformatie niet goed is af te leiden of beleidsdoelen zijn gerealiseerd, waardoor de Kamer deze informatie niet goed kan gebruiken om zich een oordeel te vormen over de realisatie van beleidsdoelen en prestaties met gebruik van ter beschikking gestelde middelen?

Pagina 5/1621616

Ministerie van Defensie

Zo neen, waarom niet? Zo ja, wat bent u van plan te doen om deze informatieverschaffing te verbeteren?

16 Hoe beoordeelt u de kritiek van de ARK dat op basis van de beschikbare beleidsinformatie niet goed is af te leiden of de beleidsdoelen zijn gerealiseerd en wat de relatie is tussen doelen, activiteiten en middelen? Waarom ontbreken gegevens over vlieguren, gerealiseerde oefendagen, opleidingen en vaardagen vrijwel volledig in het Jaarverslag? Zou daarmee niet tegemoet gekomen kunnen worden aan de kritiek van de ARK?

23 Deelt u de opvatting van de ARK dat het ondanks de organisatorisch ingedeelde begroting in een aantal gevallen wel degelijk mogelijk is in de begroting concrete doelen te stellen, effect- en prestatie-indicatoren te benoemen en aan te geven welke middelen hiermee zijn gemoeid? Op welke wijze wordt hieraan tegemoet gekomen?

De constatering van de ARK dat de relatie tussen doelen, activiteiten en middelen moeilijk is te leggen, is grotendeels terug voeren op de keuze voor de indeling van de defensiebegroting. Zoals bekend is de begroting op verzoek van de Tweede Kamer niet ingedeeld naar beleidsthema's maar naar defensieonderdelen. Hierdoor worden doelstellingen geformuleerd in een doelstellingenmatrix op het niveau van eenheden van de operationele commando's in plaats van beleidsthema's, taken en algemene doelstellingen van Defensie. In de praktijk dragen vrijwel alle defensieonderdelen bij aan alle taken en algemene doelstellingen. Om hun bijdrage te kunnen leveren moeten eenheden voldoende `inzetgereed' zijn. De mate waarin de defensieonderdelen oefendagen, vlieguren en vaardagen realiseren zijn niet meer opgenomen in het jaarverslag omdat deze gegevens weinig zeggen over het bereiken van de doelstellingen. De in de begroting opgenomen doelstellingenmatrices bevatten overigens concrete doelen waarover in het jaarverslag wordt gerapporteerd.

12 Welke conclusie trekt u uit het feit dat de ARK geen verbeteringen heeft aangetroffen in de werking van de maatregelen die de betrouwbaarheid van de voorraadadministratie - ook bij gevoelig materieel - moeten waarborgen? Welke stappen bent u van plan te ondernemen om orde op zaken te stellen?

Pagina 6/1621616

Ministerie van Defensie

Voor vier grote voorraadbedrijven (Marinebedrijf, Logistiek Centrum Woensdrecht (LCW), Kleding en Persoonsgebonden Uitrustingsbedrijf (KPU) en Algemeen Goederen Bedrijf (AGB)) zijn, na overleg met de ARK, meerjarige verbeterprogramma's opgezet. Deze programma's verlopen volgens plan. Bij twee bedrijven (Marinebedrijf en LCW) is het beheer in de afgelopen jaren verder verbeterd, zowel in de regelgeving als in de naleving daarvan. Het verbeterplan van het derde bedrijf (KPU) bevindt zich nog in de opzetfase. De eerste resultaten hiervan zullen in 2008 zichtbaar worden. Het laatste bedrijf (AGB) is in 2006 met eenzelfde aanpak gestart. Ook hier moet in 2008 een verbetering in de bedrijfsvoering zichtbaar zijn. Bovendien wordt in 2007 binnen Defensie de normstelling voor materieelbeheer en de betrouwbaarheid van de voorraadadministratie nader uitgewerkt. Hiermee zal het materieelbeheer verder verbeteren en de betrouwbaarheid van de voorraadadministratie worden vergroot.

13 Waarom is besloten de hoogte van het bedrag van facturen te verhogen van 500,- naar 1.250,- terwijl blijkt dat deze uitgaven niet te verantwoorden vielen? Bent u van zins deze verruiming te handhaven? Zo ja, waarom? Zo neen, per wanneer bent u van zins deze verruiming terug te draaien?

In verband met een verdere stroomlijning van de betaalprocessen en een optimale inzet van de beperkte personele capaciteit, is de grens voor de zogeheten `beperkte verificatie' van facturen in 2006 verhoogd van 500 naar 1.250. Hierdoor kan meer capaciteit worden benut voor de grote facturen en komt een zwaarder accent te liggen op steekproefsgewijze controle achteraf, waarbij de bewijsvoering en de rechtmatigheid van de betaling worden getoetst. De resultaten van de steekproeven vielen met betrekking tot fouten binnen de vastgestelde normen vielen. Voor onzekerheden was nog sprake van een te hoog percentage. Er wordt, gezien de voordelen in de vorm van besparingen in werklast, niet overwogen deze maatregelen terug te draaien. De inspanningen richten zich nu vooral op de verdere verbetering van de steekproefmethode en de tijdige en volledige oplevering van documenten.

15 Moet het gebrek aan informatie over doelen, activiteiten, middelen en kosten mede worden toegeschreven aan de grote veranderingsoperatie waarin Defensie zich

Pagina 7/1621616

Ministerie van Defensie

de afgelopen jaren heeft bevonden? Wat zijn de perspectieven voor de nabije toekomst in dit verband?

De grote veranderingsoperatie bij Defensie heeft weinig invloed gehad op het leveren van bestuurlijke informatie, al zijn er uiteraard indelingswijzigingen doorgevoerd in de administraties met betrekking tot doelen, activiteiten, middelen en kosten. Het softwareprogramma SAP, dat in het kader van het project Speer zal worden ingevoerd, biedt de mogelijkheid om middelen te koppelen aan activiteiten. De SAP-kostenmodule zal gebruikt worden voor het beter inzichtelijk maken van de kosten. Informatie over het gebruik en verbruik van middelen door eenheden, en de kosten daarvan, zal in SAP op den duur automatisch beschikbaar komen.

17 Waarom is de motie Eijsink / Aasted-Madsen (30100X, nr. 6) van twee jaar geleden, waarin de regering verzocht werd om het wapen- en munitiebeheer op orde te brengen, nog steeds niet uitgevoerd?

In de bedoelde motie is de regering verzocht er zorg voor te dragen dat "met ingang van 1 januari 2006 het beheer van wapens en munitie daadwerkelijk op orde is". In het jaar 2005 is veel aandacht besteed aan het op orde brengen van het wapen-en munitiebeheer, ook tijdens crisisbeheersingsoperaties. Als gevolg daarvan is het wapen- en munitiebeheer aanzienlijk verbeterd en was ultimo 2005 een aanvaardbaar minimum kwaliteitsniveau voor het wapenbeheer bereikt.

In 2006 zijn met dezelfde intensiteit de resterende knelpunten bij het wapen- en munitiebeheer aangepakt. De Commandant der Strijdkrachten ziet hierop toe bij de operationele commando's. Het Commando Koninklijke Marechaussee (Kmar) heeft een `Taskforce Wapen- en Munitiebeheer' ingesteld. Het wapenbeheer bij het Commando Zeestrijdkrachten, het Commando Landstrijdkrachten (na het doorvoeren van correcties) en het Commando Luchtstrijdkrachten is grotendeels op orde, maar voor de Kmar is dit nog niet het geval.

Voor het munitiebeheer zijn de verschillen tussen de administratieve systemen en de fysieke voorraden blijven bestaan. Verbeteringsmaatregelen zijn weliswaar uitgevoerd maar het

Pagina 8/1621616

Ministerie van Defensie

totaalbeeld is minder verbeterd dan verwacht. Deels is dit het gevolg van nieuwe knelpunten zoals aanloopproblemen bij de invoering van het `Warehouse Management System (WMS) Klasse V', en de intensieve controles die nieuwe tekortkomingen aan het licht brengen.

De tegenvallende verbeterresultaten voor wapen- en munitiebeheer zijn mede aanleiding voor de ARK om een bezwaaronderzoek in te stellen naar sturing en beheersing van de organisatie. Het onderzoek zal zich concentreren op de redenen waarom onvolkomenheden niet worden opgelost. Defensie zal ten volle meewerken aan dit onderzoek, dat gezamenlijk wordt uitgevoerd met de ARK.

Zie ook de antwoorden op de vragen 24, 31 en 32.

19 Aan welke afspraken met de Kamer wordt gerefereerd als u beweert dat `een keuze van de Tweede Kamer' een concretisering van de koppeling tussen doelen en besteding van middelen in de weg staat?

In de brief van de voorzitter van de vaste commissie voor Defensie en de voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven, met kenmerk 36-def-2002, gericht aan de minister van Defensie, volgend op het algemeen overleg van 4 april 2002 is gesteld: "Derhalve zijn beide commissies van mening dat vooralsnog de indeling conform de beleidsbegroting 2002 moet worden gehandhaafd".

20 Wanneer gaat u de methodiek van de ARK overnemen bij het financieel beheer, en zo stoppen met het salderen van getrouwheidsfouten?

De methodiek die Defensie hanteert is de Rijksbrede, door de minister van Financiën voorgeschreven, methodiek. Deze methode is momenteel onderwerp van gesprek tussen de minister van Financiën en de president van de ARK.

21 Deelt u de vrees van de ARK dat na het vertrek van het ROOT-team uit Afghanistan, het niveau van het materieelbeheer weer zal afzakken? Waarom zijn er vanaf april 2007 geen materieelbeheerders meer aanwezig?

Pagina 9/1621616

Ministerie van Defensie

35 Wat is uw oordeel over het feit dat het CLAS heeft aangegeven dat er voor de rotatie van TFU-2 naar TFU-3 (april 2007) geen materieelbeheerders meer aanwezig zouden zijn? Duidt dit op een lakse houding van de krijgsmacht m.b.t. het materieelbeheer, of op een breder gebrek aan middelen bij een krijgsmacht die met een grote uitzenddruk kampt?

Voor de missie in Afghanistan geldt een personeelsplafond. Bij het uitzenden van personeel voor de bijdrage aan ISAF in Zuid-Afghanistan is prioriteit gegeven aan de operationele capaciteit en personeel voor opbouwwerkzaamheden. Er is bewust voor gekozen beperkingen in de logistiek te ondervangen met RotatieOndersteuningsTeams die het materieelbeheer zoveel mogelijk op orde brengen. Hierdoor vermindert het materieelbeheer tussen de rotaties weliswaar enigszins, maar wordt het gedurende de rotatie weer op het gewenste niveau gebracht.

Bij aanvang van de operatie in Afghanistan zijn niet alle materieelbeheerfuncties gevuld, maar dit is in de loop van 2006 alsnog gebeurd. Tot op heden zijn na wat opstartproblemen voldoende materieelbeheerders in het gebied aanwezig geweest. Defensie zal zich inspannen om ook gedurende het resterende deel van de missie de functies van materieelbeheerders bezet te houden.

22 Waarop is het oordeel van de ARK gebaseerd dat er `eind 2006 `sprake is van een ordelijk en controleerbaar financieel beheer' bij Paresto? Kunt u dit optimisme over de afronding van het verbetertraject nader onderbouwen en de kamer daarover informeren? Zo ja, wanneer kunnen we die onderbouwing tegemoet zien? Zo neen, waarom niet? Kunt u de Kamer nader informeren over de met het verbetertraject Paresto gemoeide kosten?

Op basis van de tekortkomingen is in nauw overleg met de Audit Dienst Defensie (ADD) en de externe accountant Ernst&Young, door Paresto een verbeterplan uitgevoerd. Over de voortgang van dit verbeterplan is periodiek gerapporteerd aan de ARK. De accountant heeft vastgesteld dat Paresto per eind 2006 beschikt over een adequate beheersorganisatie. De volledige invoering van het kassasysteem in 2006 droeg daar in belangrijke mate aan bij. De kosten van het verbetertraject bedroegen ongeveer 1,8 miljoen.

Pagina 10/1621616

Ministerie van Defensie

24 Welke conclusie trekt u uit het feit dat de ARK constateert dat de onvolkomenheden bij het wapen- en munitiebeheer als `ernstig' gekwalificeerd moet worden? Deelt u de mening dat hier ten spoedigste orde op zaken moet worden gesteld? Zo neen, waarom niet? Zo ja, welke stappen bent u van zins te ondernemen om orde op zaken te stellen? Wanneer denkt u dat deze stappen tot een bevredigend resultaat zullen hebben geleid?

Vraag n.a.v. het Jaarverslag Defensie 2006, nummer 38: Welke maatregelen heeft u getroffen om het munitiebeheer op orde te brengen? Hoe vaak is er in het afgelopen begrotingsjaar aangifte gedaan van materieeldiefstal; wat werd er vermist en welke veroordeling volgde? Hoe wordt onderscheid gemaakt tussen slecht beheer en diefstal?

De ARK kwalificeert over 2006 het wapenbeheer als een `onvolkomenheid' en het munitiebeheer als een `ernstige onvolkomenheid'. Defensie pakt deze onvolkomenheden aan sinds 2003. Het wapenbeheer is inmiddels grotendeels op orde, met uitzondering van het Commando Koninklijke Marechaussee.

Het munitiebeheer is een langdurig aandachtspunt. Over 2005 was het munitiebeheer aangemerkt als `onvolkomenheid' terwijl dit nu over 2006, door tegenvallende verbeteringen, de kwalificatie `ernstige onvolkomenheid' krijgt. Een belangrijke reden daarvoor is dat door intensievere controles meer verschillen tussen de administratie en de aanwezige voorraden worden geconstateerd. De kwaliteit van het beheer is echter niet verminderd. De geconstateerde verschillen worden altijd onderzocht en bij vermeende diefstal wordt aangifte gedaan. Over het aantal vermissingen waarvan aangifte is gedaan zult u spoedig nader worden geïnformeerd.

Naast intensieve voortzetting van de lopende verbeteracties wordt, in samenhang met het bezwaaronderzoek van de ARK, onderzocht wat de dieperliggende oorzaken zijn voor de geconstateerde tekortkomingen van het wapen- en munitiebeheer. Naar verwachting zullen de verbeteringen in 2008 worden doorgevoerd, zodat de resultaten eerst in 2009 merkbaar zullen zijn.

Pagina 11/1621616

Ministerie van Defensie

25 Op welke wijze zou ook bij uw ministerie niet financiële beleidsinformatie Beleid en doelstellingen beter te koppelen zijn, indien doelstellingen artikeloverschrijdend zijn?

26 Waaraan moet de dalende trend bij de meting van doelstellingen, prestaties en middelen bij Defensie worden toegeschreven? Wat zijn de perspectieven in dat verband voor de komende jaren?

28 Waarom is de informatie over zowel prestaties ("Hebben we daarvoor gedaan wat we van plan waren te doen") als middelen ("Heeft het gekost wat het zou kosten") ten opzichte van de afgelopen jaren verslechterd? Welke maatregelen neemt u om hierin verbetering aan te brengen?

In de Leeswijzer van de begroting 2006 is uiteengezet dat de begrotingsindeling bij Defensie is aangepast in overeenstemming met de VBTB-filosofie. Ook is daarin uiteengezet dat de doelstellingenmatrices, zoals die nog in de begroting 2006 zijn opgenomen, nader beschouwd zouden worden. Dit heeft geleid tot nieuwe matrices gericht op de operationele doelstellingen van de Operationele Commando's. Deze operationele doelstellingen zijn met ingang van de begroting 2007 opgenomen. Er is dan ook geen sprake van een dalende trend bij de meting van de doelstellingen, prestaties en middelen bij Defensie, maar juist van een trendbreuk. In het Jaarverslag over het jaar 2007 zal blijken dat er een belangrijke verbetering van de meting is opgetreden, uiteraard binnen de huidige mogelijkheden. Een andere begrotingsindeling naar beleidsthema's zou Defensie de mogelijkheid bieden de relatie tussen doelen, activiteiten en middelen nog beter te leggen.

27 Heeft bij de weergave van de metingen van doelstellingen, prestaties en middelen op p.36 vooral 'de militaire bijstand en steunverlening aan civiele autoriteiten' (p.38 e.v.) een rol gespeeld?

Bij de weergave van de metingen van doelstellingen, prestaties en middelen spelen `de militaire bijstand en steunverlening aan civiele autoriteiten' geen bijzondere rol.

Pagina 12/1621616

Ministerie van Defensie

29 Bent u bereid de aanbeveling op te volgen om binnen het beleidsartikel CDC voor elke bedrijfsgroep één operationele doelstelling vast te stellen en bij zowel de CDC als het DMO binnen de operationele doelstellingen te kiezen voor goede, meetbare en houdbare effect- en prestatie-indicatoren?

De diensten van het CDC en de DMO zijn vooral ondersteunend, en dus een afgeleide, van de activiteiten van de eenheden van de Operationele Commado's en van de taakvelden van de Kmar. Met betrekking tot het CDC en de DMO kunnen goede effect- en prestatie- indicatoren worden ontwikkeld voor de klant-leverancierrelatie tussen deze defensieonderdelen en de Operationele Commando's. Het behalen van operationele doelstellingen is een zaak van de Operationele Commando's en niet van van het CDC en de DMO.

30 Hoe beoordeelt u de aanbeveling om in de begroting en het jaarverslag de militaire bijstand en ondersteuning aan de civiele overheid als operationele doelstelling te benoemen in de beleidsartikelen van de operationele commando's, en om met specifieke, meetbare en tijdgebonden prestatie-indicatoren in de begroting en het jaarverslag inzicht te verschaffen in de realisatie van deze doelstelling?

In de begroting en het jaarverslag wordt al nadrukkelijk aandacht geschonken aan de specifieke bijdragen voor nationale taken. Of dit moet worden geconcretiseerd in doelstellingen of in prestaties is nog onderwerp van studie. In ieder geval zal er naar worden gestreefd de bijbehorende middelen zichtbaarder te maken, al is een rechtstreekse toerekening van deze middelen naar prestaties en doelen niet eenduidig te maken. Vrijwel alle capaciteiten van Defensie zijn namelijk inzetbaar voor alle hoofdtaken.

31 Waarom zijn er zulke grote verschillen in het wapenbeheer tussen de krijgsmachtdelen?
De verschillen in het wapenbeheer tussen de krijgsmachtdelen ontstaan door de verschillen in de hoeveelheden wapens tussen de Operationele Commando's.

Pagina 13/1621616

Ministerie van Defensie

32 Hoe verhoudt de beoordeling door de ARK van het wapen- en munitiebeheer in 2006 zich tot de beoordeling daarvan in voorafgaande jaren? Ofwel: wat heeft de inzet van veel controlecapaciteit binnen Defensie opgeleverd?

In 2005 en 2006 zijn met intensieve controles de tekortkomingen in het wapen- en munitiebeheer zichtbaar gemaakt. Uit een groter aantal gerapporteerde tekortkomingen kan niet worden geconcludeerd dat het wapen- en munitiebeheer achteruit is gegaan. Door de inzet van veel controlecapaciteit was het wapenbeheer bij het Commando Zeestrijdkrachten en Commando Luchtstrijdkrachten voldoende, en bij het Commando Landstrijdkrachten na herstelwerkzaamheden en hercontroles bij het overgrote deel van de eenheden op orde. De inzet van veel controlecapaciteit heeft in ieder geval een verbetering van het wapen- en munitiebeheer opgeleverd.

De inzet van de controlecapaciteit binnen de KMar heeft geleid tot een verbetering van de kennis omtrent de aard en de omvang van de problematiek. De in 2006 ingezette controlecapaciteit, en de bevindingen en aanbevelingen die daarvan het gevolg waren, hebben bij de KMar gediend als uitgangspunt voor de `Taskforce Wapen- en Munitiebeheer'. Dit heeft mede geleid tot het ontwikkelen van afdoende regelgeving en procedures. In het lopende jaar zal de bedrijfsvoering terzake worden verbeterd onder regie van de Taskforce. Het beheer zal uiteraard blijvend periodiek worden getoetst.

33 Hoe beoordeelt u de constatering dat er sprake is van een gebrek aan kwalitatief goede materieelbeheerders (onvoldoende kwaliteit en kwantiteit van medewerkers) en niet goed werkende automatiseringssystemen? Welke maatregelen worden genomen?

Het gebrek aan kwalitatief goede materieelbeheerders speelt niet in dezelfde mate in de gehele organisatie. Met name het Commando Landstrijdkrachten heeft beperkingen op dit gebied en kampt met verouderde logistieke systemen. Door werving, het gericht op functie plaatsen van schaars personeel en extra opleidingsinspanningen wordt getracht het tekort terug te dringen.

34 Is het u opgevallen dat ter zake Paresto het `Rapport bij het jaarverslag Defensie 2006', evenals in 2005, gewag maakt van "een accountantsverklaring met een

Pagina 14/1621616

Ministerie van Defensie

oordeelonthouding" omdat "een sluitend verband in de geld- en goederenbeweging ontbrak, waardoor geen zekerheid kon worden verkregen over de volledigheid van de verantwoorde omzet"? Is het u opgevallen dat dit jaar dezelfde verwachting wordt uitgesproken als vorig jaar "dat over 2006 een goedkeurende accountantsverklaring kan worden gegeven", resp. "in 2007 deze problematiek ook zal worden opgelost"? Hoe komt het dat de conclusie die hier vorig jaar aan een oordeelhouding werd verbonden ­ verscherpte toezicht door u en de ARK op het verbeterplan ­ deze keer achterwege blijft en er slechts sprake is van uitvoering van "vervolgacties die opgenomen zijn in het Verbeterplan 2007-2008"?.

Naar aanleiding van de oordeelonthouding over 2005 heeft Paresto een verbeterplan Financieel Beheer opgesteld. De belangrijkste doelstelling daarvan was over geheel 2006 een voldoende niveau van ordelijk financieel beheer te realiseren. Voor het afgeven van een goedkeurende accountantsverklaring over 2006 is het moment van belang waarop de verbetermaatregelen zijn uitgevoerd en op welk deel van de jaarcijfers deze betrekking hadden. Bij de uitvoering van het verbeterplan speelden verder technische aspecten een rol die ertoe leidden dat verbeteringen als het kassasysteem pas in de loop van 2006 konden worden uitgevoerd. Als gevolg hiervan en doordat de uitvoering van het verbeterplan in de praktijk complexer bleek dan voorzien, heeft het tot medio 2006 geduurd voordat alle te nemen maatregelen waren geïmplementeerd. De onzekerheid over een sluitende geld-en goederenbeweging betreft dan ook grotendeels de cijfers van het eerste half jaar. De accountant doet echter een uitspraak over het gehele jaar, wat heeft geleid tot de oordeelonthouding.

36 Hoe beoordeelt u het idee van de ARK dat de maatregelen die Defensie neemt, zoals het (structureel) intensiveren van de Interne Controle, niet de juiste zijn voor het daadwerkelijk oplossen van problemen in de beheersing?

De genomen controlemaatregelen dragen tijdelijk bij aan de beheersing van de bedrijfsvoering, als onderdeel van het totale pakket. Het structureel oplossen van de problemen is een zaak van meerdere jaren. Voor de kortere termijn zijn de controlemaatregelen geïntensiveerd om een terugval in het beheer te voorkomen. In die periode maken zij deel uit van de reguliere bedrijfsvoering.

Pagina 15/1621616

Ministerie van Defensie

37 Wat gaat u doen om sturing en processen intrinsiek te verbeteren opdat controle achteraf minder intensief behoeft te zijn?

Controle achteraf en beheersing tijdens het proces zelf zijn communicerende vaten. Naar mate de beheersing tijdens het proces minder is, vinden noodzakelijkerwijs meer controles achteraf plaats. Weloverwogen controlemaatregelen achteraf compenseren momenteel een beperktere beheersing van bepaalde processen. Bij een verbeterde beheersing kunnen de controlemaatregelen zich meer richten op het proces zelf en kunnen deze daardoor in omvang afnemen. Dit zal worden bereikt door onder meer het personeelsbeleid terzake, een extra opleidingsinspanning en een aanpassing van de regelgeving en normering.

Pagina 16/1621616


---- --