Commissie Gelijke Behandeling

COMMISSIE GELIJKE BEHANDELING OORDEELT OVER SENIORENREGELINGEN

14-06-2007 De Commissie Gelijke Behandeling (CGB) heeft drie oordelen gegeven over arbeidsvoorwaardenregelingen waarin op basis van leeftijd voordelen worden toegekend aan oudere werknemers, zoals extra verlofdagen en vrijstelling van overwerk. Het betreft de eerste oordelen na het advies dat de CGB in 2006 heeft gegeven over deze zogenaamde seniorenregelingen (CGB-advies/2006/04).

Dergelijke maatregelen worden veelal getroffen om uitval van oudere werknemers te voorkomen door rekening te houden met de (afnemende) belastbaarheid van oudere werknemers. Arbeidsvoorwaarden die alleen aan oudere of juist jongere werknemers worden toegekend, staan op gespannen voet met het verbod van onderscheid op grond van leeftijd. Werkgevers en CAO-partijen dienen daarom een goede reden te hebben om dit onderscheid te kunnen rechtvaardigen. In haar advies heeft de CGB richtlijnen geven waarlangs deze leeftijdsspecifieke regelingen kunnen worden getoetst.

In het eerste oordeel (2007-97) had de werkgever in goed overleg met haar werknemers maatregelen getroffen om uitval van oudere werknemers te voorkomen. Het toekennen van drie tot vier extra verlofdagen aan werknemers van 50 jaar en ouder maakte deel uit van dit pakket maatregelen. De CGB beoordeelde de leeftijdsspecifieke maatregel in de bredere context van de overige, in het bedrijf algemeen geldende, maatregelen om uitval van werknemers te voorkomen. Ten behoeve van de in het bedrijf werkzame productiemedewerkers achtte de CGB de maatregel niet in strijd met de WGBL.

In het tweede oordeel (2007-98) werd dezelfde doelstelling aangevoerd ter rechtvaardiging van leeftijdsonderscheid in een regeling, waarbij zowel aan oudere, als aan de jongste groep werknemers extra vakantiedagen werden toegekend. Voorts werden werknemers van 58 jaar en ouder vrijgesteld van overwerk. Deze maatregelen waren niet getroffen in de bredere context. De CGB spitste daarom haar beoordeling toe op de maatregel zelf en oordeelde dat deze maatregel niet was afgewogen tegen andere mogelijke maatregelen om uitval van oudere werknemers te voorkomen, zoals taakvariatie en taakdifferentiatie.

De werkgever die de CGB verzocht om een oordeel over een vrijstellingsregeling voor het verrichten van overwerk voor werknemers van 50 jaar en ouder, was bezig met het opstellen van een leeftijdsbewust personeelsbeleid. De CGB heeft haar oordeel over deze regeling aangehouden, in afwachting van de vaststelling van dit beleid (oordeel 2007-99).

Alex Geert Castermans, voorzitter van de CGB over deze oordelen:

De Commissie doet een beroep op werkgevers en CAO-partijen om afspraken te maken over leeftijdsbewust personeelsbeleid. Indien partijen na goed overleg tot de conclusie komen om leeftijdsspecifieke maatregelen als onderdeel van dit beleid te handhaven om uitval van oudere werknemers te voorkomen, toetst de Commissie deze regeling in het kader van dit bredere beleid, waarbij de leeftijdsspecifieke maatregel minder snel als strijdig met de WGBL wordt beoordeeld.

De oordelen en het advies uit 2006 zijn na te lezen op www.cgb.nl.