Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Nationale Distributiedag

Toespraak | 14-06-2007 | Rotterdam | Secretaris-Generaal Wim Kuijken

Alleen de uitgesproken tekst geldt.

ames en heren,

Over twee dagen opent minister Eurlings de Betuweroute. Een goederenspoorlijn van Rotterdam naar de grens met Duitsland. Lengte: 160 kilometer. Hier even verderop wordt volgend jaar begonnen met de aanleg van de Tweede Maasvlakte. Duizend hectare bedrijventerrein aan diep vaarwater. In 2013 moet het project worden opgeleverd. Stuk voor stuk investeringen waarmee Nederland met vertrouwen de toekomst in kan gaan. Over die toekomst wil ik het vandaag met u hebben.

We zien momenteel dat de wereldwijde goederenstromen door verschillende oorzaken flink toenemen. Die ontwikkeling gaat voorlopig nog wel even door. En daar profiteren we ook van in Nederland. Zo gek is dat niet. Want gaat het om de internationale handel, dan zitten we dankzij onze strategische ligging op de voorste rij. Nederland is van oudsher een knooppunt van verbindingen. Schiphol en de haven van Rotterdam hebben zich natuurlijk niet zomaar ontwikkeld tot mainports van wereldformaat. Hetzelfde geldt voor transport en logistiek in het algemeen. Die sector heeft ook een flinke groei doorgemaakt. Dat vertaalt zich ook in een hoge werkgelegenheid. Afhankelijk van wat je meerekent, kom je uit op zo'n 900.000 arbeidsplaatsen. Dat is nogal wat. Ook in internationaal perspectief staan we er goed voor. Met een arbeidsproductiviteit van 39 euro per uur behoort de sector tot de top.

Als we de sector voor het gemak even beschouwen als een gebouw, dan zien we vier lagen. De begane grond wordt gevormd door fysiek transport en overslag. Op de eerste verdieping vinden we opslag en warehousing. Op de tweede zien we de value added logistics en de value added services. Op de derde verdieping, vinden we tenslotte allerlei dienstverlenende activiteiten. Dan kunt u denken aan hoogwaardige diensten in de sfeer van verzekeringen, financieringen en juridische ondersteuning.

Volgens schattingen van onderzoekers bedroeg de toegevoegde waarde van het hele gebouw in 2003 minimaal 20 miljard euro. Als we kijken naar de dag van vandaag, dan is het volgens dezelfde onderzoekers aannemelijk dat die toegevoegde waarde inmiddels al 25 miljard euro bedraagt. Dit komt door de economische groei die we sinds die tijd hebben gerealiseerd. Al met al bedragen waar we trots op kunnen zijn.

Dan kom ik bij de beroepsbevolking. Van de circa 900.000 mensen in transport en logistiek, werken er zo'n 250.000 in het fysieke transport en overslag, zo'n 100.000 in warehousing, zo'n 200.000 in de value added logistics en 40.000 in de value added services. De onderzoekers zijn er nog niet helemaal over uit, maar de hoogwaardige dienstverlenende activiteiten zijn goed voor nog eens 100.000 tot 350.000 banen.

Nog even iets over die cijfers. Jaren geleden ben ik afgestudeerd als vervoerseconoom. Ik herinner me dat het een hele toer was om cijfers echt hard te maken. Op het gebied van logistiek is dat op onderdelen vandaag de dag ook nog het geval. Dat is zonde. Logistiek mag geen containerbegrip zijn. Het moet duidelijk zijn wát de groei is geweest, hoe groot nu de toegevoegde waarde is, hoe innovatief de sector is enzovoorts. Met feiten vergroten we het draagvlak pas echt. VenW wil graag snel cijfers ontwikkelen en we maken daarbij graag gebruik van NDL en de organisaties die daarom heen staan.

Wat in elk geval wel een feit is: er is ruimte voor nog meer hoogwaardige ondersteunende activiteiten; vooral aan de bovenzijde van het gebouw. Met maatwerk in supportdiensten en slimme innovatieve toepassingen zijn we als Nederland nog beter in staat om de regie te voeren over mondiale goederenstromen. Wat mij betreft heb is er dan sprake van een goede vorm van supply chain management. Bovendien kunnen we zo duurzaam groeien zonder meer druk op de omgeving - milieu en ruimte - te leggen. Daar kom ik zo op terug.

De vraag dringt zich natuurlijk op waarom je voor Supply Chain Management uitgerekend in Nederland moet zijn. Ik geef u twee redenen. In de eerste plaats vanwege onze strategische ligging Dat is volgens mij een uitstekende plek voor een regisseur. In de tweede plaats - maar niet minder belangrijk - beschikken we in Nederland over een hoogopgeleide, gemotiveerde en productieve beroepsbevolking. Dat weet u, dat weet ik. En dat weten ze aan de andere kant van de wereld gelukkig ook.

Het vorige kabinet heeft zijn ambities op dit gebied verwoord in de Beleidsbrief Logistiek en Supply Chains. Die brief is afgelopen zomer naar de Tweede Kamer gestuurd en positief ontvangen. Daarin wordt benadrukt dat we door verder te groeien in hogere toegevoegdewaardediensten rond Supply Chain Managent meer rendement kunnen halen uit transport en logistiek. Daarmee bewijzen we de toekomst van onze economie een grote dienst. Maar dat is natuurlijk niet het enige wat telt voor de toekomst. Het gaat ook om het stimuleren van duurzame ontwikkelingen. We moeten profiteren van de wereldwijd toenemende goederenstromen zónder dat natuur en milieu verder onder druk komen te staan.

Duurzaamheid is cruciaal voor het maatschappelijk draagvlak, maar vooral ook voor de toekomst van onze planeet. Het is in dit verband goed om te melden dat de minister op 26 juni het startschot zal geven voor het Innovatieprogramma Duurzame Logistiek. Dit is een VenW-subsidieprogramma ter waarde van zo'n 25 miljoen euro, bedoeld om het vervoer efficiënter te maken zodat het aantal voertuigkilometers omlaag kan en de uitstoot afneemt. Dit doen we samen met verladers en vervoerders. Ik heb hoge verwachtingen van de inzet van de logistieke sector op dit punt. Ik ga er van uit dat we samen met het bedrijfsleven een compacte, slimme en zuinige logistieke keten weten te realiseren.

Als overheid willen wij ook werken aan een ondernemersklimaat waarin nieuwe initiatieven ruim baan krijgen. We willen ook zorgen voor voldoende bedrijventerreinen, goede infrastructuur, betaalbare woningen en voldoende recreatiemogelijkheden. Deze doelen maken ook onderdeel uit van het Urgentieprogramma Randstad, het UPR. Ik kom daar zo op terug.

Dames en heren,

Het zal duidelijk zijn: ik houd u vandaag voor dat we meer kunnen verdienen aan onze vervoersfunctie. U bent als ondernemer als eerste aan zet om dat profijt te verzilveren. U staat daar echter bepaald niet alleen voor. Sterker nog: de overheid wil een rol spelen om u daartoe in staat te stellen.

We gaan natuurlijk op volle kracht door met de uitvoering van de Nota Mobiliteit, met de daarin vastgelegde aanleg van infrastructuur en met de invoering van de kilometerbeprijzing. De vaart moet er in blijven. We zijn er van doordrongen dat een goede infrastructuur uiterst belangrijk is voor het economisch functioneren van Nederland. Professor Van Vliet had ons daar vorige week in de Volkskrant echt niet op hoeven te attenderen.

Veel ontwikkelingen die ik hier aan de orde stel vinden plaats in de Randstad. Het is nu eenmaal een feit dat hier de meeste mensen wonen en de meeste bedrijven gevestigd zijn. Bovendien liggen hier onze mainports. Het is hier druk en vol in de Randstad. Dat maakt dat het passen en meten is. Ik ben dan ook blij met het Urgentieprogramma Randstad dat onder leiding staat van minister Camiel Eurlings. Ik heb er vertrouwen in dat wij de komende tijd flinke slagen kunnen maken, bijvoorbeeld op het gebied van ontbrekende infrastructuur en openbaar vervoer.

Het kabinet wil dat de Randstad zich uiteindelijk ontwikkelt tot een duurzame en concurrerende Europese topregio. Daartoe zal, als onderdeel van het UPR, gewerkt worden aan een inhoudelijk langetermijnconcept voor de Randstad. Daarin worden meerdere, voor de concurrentiepositie van de Randstad relevante functies waaronder de kennisfunctie, nader belicht. Lange en korte termijn worden zo verbonden in het UPR.

Daarnaast zal het u bekend zijn dat het nieuwe kabinet streeft naar een overheid die dienstverlenend is. Een overheid ook, die terughoudend is met regelgeving. Ik kan u verzekeren dat u dat gaat merken. Bijvoorbeeld aan de Commissie Noordzij die in opdracht van de ministers van VenW en EZ het vergunningstelsel gaat doorlichten.

Verder wil de overheid bijdragen aan het optimaliseren van logistieke ketens.

Dat uit zich dat in de rondetafelgesprekken die de minister voert met diverse vertegenwoordigers uit de markt. Samen stellen we daarin vast waar de belangrijkste kansen en knelpunten liggen. Een mooi voorbeeld van wat dit Kabinet bedoelt met het aangaan van een maatschappelijke dialoog. Mede op die wijze kan de overheid u zo veel mogelijk helpen belemmeringen weg te nemen en de dienstverlening te verbeteren. Daarom gaan departementen gericht samenwerken. We gaan beginnen met verbeteringen op het gebied van douane- en belastingzaken. De nieuwe Europese regels bieden kansen voor het stroomlijnen en vereenvoudigen van procedures. Door daar snel en adequaat op in te spelen, kunnen we er als Nederland van profiteren. Zo hebben we dat ook gedaan met de invoering van de nieuwe regelgeving op het gebied van security. De Nederlandse scheepvaart en de havens hebben toen samen met de overheid snel gereageerd op veranderingen op dit terrein. Dat heeft onze concurrentiepositie geen windeieren gelegd.

De Commissie van Laarhoven heeft vorige jaar aangegeven dat we in Nederland op het gebied van logistieke innovatie niet voorop lopen. Het Kabinet speelt op die signalen in en wil innovaties zoveel mogelijk bevorderen.

De Commissie wordt gevormd door toonaangevende verladers en vervoerders, en werkt samen met de overheid om logistieke innovatie een impuls te geven. Er zijn door de Commissie consortia gevormd die concrete innovaties uitwerken op het gebied van virtuele inklaring van goederen en innovaties op het gebied van ICT. Voor het maatschappelijk draagvlak is het van groot belang dat er aansprekende concrete voorbeelden worden aangedragen die ook werkelijk door de markt worden gedragen.

De overheid probeert de voorwaarden te scheppen maar de toekomst van logistiek hangt voor een belangrijk deel af van het ondernemerschap binnen de sector zelf.

Dames en heren,

In het begin van mijn betoog stelde ik dat Nederland van oudsher een knooppunt van verbindingen is. Door de geschiedenis heen hebben wij handel gedreven met landen over de hele wereld; en met succes. Nu komt de wereld opnieuw langszij met soms andere landen zoals China en India. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat we niet opnieuw kunnen profiteren. Sterker nog: de mondiale ontwikkelingen bieden volop kansen.
VenW wil daarbij uw actieve en voorwaardenscheppende partner zijn. Groei én duurzaamheid zijn onze doelen. Zo werken wij met elkaar aan een toekomst waarin Nederland blijft meetellen!

Dank u wel.