Trimbos-instituut

PERSBERICHT TRIMBOS-INSTITUUT

Jaarbericht 2006 Nationale Drug Monitor

Cannabisgebruik stabiel maar hulpvraag blijft stijgen

Utrecht, 19 juni 2007. Uit het Jaarbericht 2006 van de Nationale Drug Monitor blijkt dat het cannabisgebruik in de algemene bevolking van 15-64 jaar tussen 2001 en 2005 stabiel bleef, maar dat de vraag naar hulp vanwege problemen met cannabisgebruik steeg (22%). Ook het percentage cocaïnegebruikers bleef stabiel, terwijl het aantal gebruikers dat zich bij de verslavingszorg meldde met cocaïneproblemen in 2005 voor het eerst sinds jaren daalde (2%). In bepaalde groepen, vooral uitgaande jongeren, komt cocaïnegebruik aanzienlijk vaker voor dan bij de rest van de bevolking. In het Amsterdamse uitgaansleven is het gebruik van dit middel over het hoogtepunt heen.

Cannabis

In de algemene bevolking van 15-64 jaar bleef het aantal cannabisgebruikers tussen 2001 en 2005 stabiel. Onderzoek onder scholieren laat een lichte daling zien in het cannabisgebruik tussen 1996 en 2003 en een stabilisatie in 2005. Het aantal mensen dat voor cannabisproblematiek aanklopt bij de verslavingszorg groeit. Tussen 1994 en 2005 steeg het aantal cannabispatiënten van 1 950 naar 5 500. Van 2004 naar 2005 ging het om een toename van 22 procent.

Cocaïne

Ook het aantal cocaïnegebruikers bleef tussen 2001 en 2005 stabiel. Bij uitgaande jongeren komt cocaïnegebruik aanzienlijk vaker voor dan in de algemene bevolking. De groei van het aantal cocaïnepatiënten in de verslavingszorg heeft zich in 2005 niet voortgezet. Van 2004 naar 2005 ging het om een daling van twee procent. Bij het aantal ziekenhuisopnames waarbij cocaïne een rol speelt en bij het aantal acute cocaïnesterftegevallen is er sinds 2002 geen stijging. Ook daalde het aantal nieuwe cocaïnegebruikers tussen 2001 en 2005.

Ecstasy

Stabiel bleef ook het aantal gebruikers van ecstasy tussen 2001 en 2005. Ecstasy is in het uitgaansleven nog steeds een belangrijke harddrug. De hulpvraag bij ecstasy als primair probleem blijft beperkt (293 in 2005). Wel is er de laatste jaren sprake van een geringe toename waarbij ecstasy als secundair probleem genoemd werd (van 563 in 2001 naar 781 in 2005). Diverse onderzoeken laten zien dat frequent gebruik van ecstasy afwijkingen aan de serotonine-receptoren in de hersenen veroorzaakt. Er zijn ook klinische effecten van frequent ecstasygebruik gerapporteerd, zoals een afname van het geheugen en een toename van symptomen van depressie.

Alcohol

Het aantal consumenten van alcohol bleef tussen 2001 en 2005 stabiel. Het percentage mensen dat in het afgelopen half jaar minimaal een keer zes of meer glazen op een dag had gedronken ('binge drinken') daalde in deze periode van 40 naar 35 procent. Er zijn grote verschillen tussen leeftijdsgroepen, als het om stevig alcoholgebruik gaat. Mannen van 18-24 jaar scoren het hoogst bij zwaar drinken en probleemdrinken. Zo was in 2005 33 procent van de mannen en 8 procent van de vrouwen in deze leeftijdsgroep een zware drinker. Dat is minder dan in 2001 (43% voor mannen; 15% voor vrouwen). Het aandeel scholieren dat op jonge leeftijd al alcohol gebruikt nam tussen 1999 en 2003 toe. Vaak beginnen zij met drinken als zij tussen de elf en veertien jaar oud zijn. Onder twaalfjarigen nam het aantal gebruikers tussen 2003 en 2005 echter weer wat af. Alcohol is sterk verbonden met het uitgaansleven. Onder jonge stappers is een toename gesignaleerd van het thuis indrinken (uit kostenbesparing). Binge drinken lijkt eerder regel dan uitzondering in deze groep. Ondanks een wettelijk verbod kunnen jongeren onder de zestien jaar makkelijk alcoholhoudende dranken verkrijgen. In 2004 gaf een kwart van de 12-16-jarigen aan wel eens alcohol te kopen.

Van de circa 1,2 miljoen probleemdrinkers vraagt slechts een klein deel hulp bij de verslavingszorg. In 2005 zijn 31 duizend cliënten behandeld voor een alcoholprobleem. Dat is vijf procent meer dan in 2004. In ziekenhuizen werd de afgelopen jaren een toename geconstateerd van het aantal opnames met hoofddiagnose alcoholmisbruik- en afhankelijkheid van 3 900 in 2001 naar 4 500 in 2004. Van 2004 naar 2005 bleef het aantal klinische opnames vrijwel op gelijk niveau (4 553).

Roken

Roken is nog steeds de belangrijkste oorzaak van voortijdige sterfte, al lijkt zich een lichte daling af te tekenen. In 2005 overleden bijna 19 duizend mensen van 20 jaar en ouder aan de directe gevolgen van roken, negen procent minder dan in 2000. Achtduizend van hen stierven aan longkanker.

Stijging THC-gehalte in nederwiet zet zich niet voort

De toename van het gemiddelde THC-gehalte (het belangrijkste werkzame bestanddeel van cannabis) in nederwiet heeft zich de afgelopen twee jaren niet verder doorgezet. Er trad een daling op van 20 procent in 2004 naar 18 procent in 2005 en 2006. Onderzoek laat zien dat de acute effecten van cannabis met een hoog THC-gehalte een risico kunnen zijn voor mensen met hart- en vaatziekten.

Overtredingen Opiumwet

De instroom van Opiumwetverdachten bij de politie daalt ten opzichte van 2004. Ook bij het Openbaar Ministerie kwamen minder Opiumwetzaken binnen (-8%; ruim 20 duizend zaken). Het zijn er echter nog steeds meer dan in de periode 2000-2003. Opiumwetdelicten vormen zeven procent van alle verdachten bij de politie en 7,5 procent van alle zaken bij het OM. De afname betreft alléén harddrugsdelicten (nu 48%). Softdrugsdelicten nemen toe (nu 46%). De meeste Opiumwetzaken betreffen cocaïne (40%), daarna volgt nederwiet (35%), dan XTC (11%), opiaten (9%) en amfetamine (3%).

Het OM heeft meer zaken gedagvaard dan in 2004; dit is voornamelijk een gevolg van de afname van beleidssepots in harddrugsdelicten.

Van de opsporingsonderzoeken naar meer ernstige vormen van georganiseerde criminaliteit betreft bijna driekwart (72%) drugszaken. Meestal gaat het om harddrugs (vooral cocaïne en synthetische drugs), maar het aandeel waarbij ook softdrugs in het spel is steeg naar 41 procent.

Het aandeel gedetineerden vanwege een Opiumwetdelict neemt af; er zijn minder onvoorwaardelijke gevangenisstraffen opgelegd in Opiumwetzaken en er wordt korter gestraft.

Nationale Drug Monitor Jaarbericht 2006. Uitgave Trimbos-instituut, 2007. Prijs ¤35,-. Te bestellen via www.trimbos.nl/producten , of tel. 030-2971180 onder vermelding van artikelnummer AF0718.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de afdeling communicatie van het Trimbos-instituut, tel. 030 - 297 11 38 of 030 - 297297 11 12.