Eén plan, één plan, voor gezinnen met problemen

Donderdag 28 juni 2007, nummer 27

'Eén gezin, één plan' voor gezinnen met problemen

Gezinnen met problemen worden in de toekomst geholpen via de aanpak 'Eén gezin, één plan'. Hulpverleners maken één totaalplan waarmee de kinderen en het gezin worden geholpen. Zij weten van elkaar wat ze doen en één van hen heeft de coördinatie van de zorg. Leden van het gezin én de hulpverleners hebben één aanspreekpunt. Dat staat in het programma voor Jeugd en Gezin 'Alle kansen voor alle kinderen', dat minister Rouvoet voor Jeugd en Gezin vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Vanaf 2011 kunnen alle ouders voor steun en hulp bij de opvoeding van hun kinderen in hun buurt terecht bij een Centrum voor Jeugd en Gezin. Opvoedingsondersteuning komt beschikbaar voor alle ouders. Als de veiligheid, gezondheid of ontwikkeling van hun kind in gevaar komt, moeten ze hulp aanvaarden. Ouders die zorg mijden, worden actief opgezocht. Zij worden aangespoord de hulp te aanvaarden of desnoods door tussenkomst van de rechter gedwongen mee te werken aan een betere opvoeding. 'De vrijblijvendheid is voorbij', schrijft Rouvoet.

Hij wil bovendien een omslag naar preventie realiseren. Problemen van kinderen en gezinnen zo vroeg mogelijk opsporen en verhelpen, zodat zwaardere problemen jaren later worden voorkomen. De jeugdgezondheidszorg maakt voor elk kind daarom in de eerste vier jaar na de geboorte een risico-analyse van opgroei- en opvoedproblemen. Zonodig zal direct hulp worden ingezet. Via het Elektronisch Kinddossier (vanaf 2008) zullen gegevens over de kinderen worden overgedragen zodat er geen kinderen zoek raken. Met de Verwijsindex (vanaf 2009) kunnen kinderen die in de problemen komen eerder worden opgespoord.

Om bij ernstige opgroei/opvoedingsproblemen en/of mishandeling snel te kunnen ingrijpen kan voortaan in een situatie dat het kind direct gevaar loopt binnen 24 uur hulp worden geboden of het kind uit huis worden geplaatst. In spoedeisende gevallen gebeurt dat binnen een week en anders binnen maximaal twee maanden. In het uiterste geval wordt een kind uit huis geplaatst in een pleeggezin of tehuis. Om de werklast binnen de gezinsvoogdij te verminderen verlaagt Rouvoet het aantal gezinnen dat een gezinsvoogd onder zijn/haar hoede heeft naar 15.

De jongere die geen problemen heeft, maar die problemen geeft zal streng worden aangepakt, schrijft Rouvoet. Voor probleemjongeren zonder zicht op opleiding of baan en die dreigen af te glijden naar de criminaliteit worden campussen opgezet die zich richten op heropvoeding, scholing en het krijgen van werk. In 2011 wil Rouvoet dergelijke voorzieningen landelijk ingevoerd hebben.


-0-0-0-

Noot voor redacties (