Technische Universiteit Delft

Mijnenveld tussen Delft en Den Haag; afscheidscollege professor Hugo Priemus

Het controlerend vermogen van het Nederlandse parlement is zwak. Onze volksvertegenwoordiging kan daarom wel een steuntje uit de wetenschappelijke wereld gebruiken. Dat stelt prof.dr.ir. Hugo Priemus in zijn college 'Mijnenveld tussen Delft en Den Haag', waarmee hij op vrijdag 29 juni officieel afscheid neemt als hoogleraar aan de TU Delft.

Het afscheidscollege van Priemus staat in het teken van drie parlementaire onderzoekingen waarbij hij een rol heeft gespeeld: de Parlementaire Enquête Bouwsubsidies, de Parlementaire Enquête Bouwnijverheid en het Parlementair Onderzoek Infrastructuurprojecten. Priemus constateert dat het controlerend vermogen van het Nederlandse parlement in vergelijking met andere westerse democratieën zwak is te noemen. Van de 21 onderzochte parlementen scoorde het Nederlandse parlement in een nog steeds actueel Duits onderzoek (2003) slechts de 18e plaats. Priemus: 'Zo'n zwak parlement kan uit de wetenschappelijke wereld wel een steuntje gebruiken.' Goed, onafhankelijk onderzoek verhoogt de kans op 'evidence based', realistisch en uiteindelijk effectief beleid. Dit laat onverlet dat een staatsrechtelijke versterking van de positie van de Nederlandse Tweede Kamer gewenst is. Dit is recentelijk ook door de Tijdelijke Commissie Infrastructuurprojecten en de Raad van Economische Adviseurs bepleit. Volgens Priemus dient de onderzoeker te voorkomen dat hij zelf partij wordt in een politiek steekspel en belangen krijgt bij de uitkomsten van de politieke besluitvorming. Politiek en wetenschappen moeten niet te ver van elkaar afstaan, met elkaar communiceren, maar zich niet bezondigen aan branchevervaging. Vanuit dit vertrekpunt heeft hij zich decennialang geweerd in het maatschappelijk en politiek debat over volkshuisvesting, bouwbeleid, stedelijke vernieuwing, grote-stedenbeleid, ruimtelijke ontwikkeling en infrastructuurbeleid. Priemus continueert na 1 juli 2007 het decanaat van de faculteit Techniek, Bestuur en Management nog enkele maanden. Officieel gaat zijn emeritaat 1 oktober 2007 in. Daarna keert hij terug naar het Onderzoeksinstituut OTB, waar hij zijn onderzoeks-, advies- en begeleidingsactiviteiten voortzet. Hij blijft de komende jaren aan de Technische Universiteit Delft verbonden.

Aan het afscheidscollege van 29 juni (15.00 uur, Aula TU Delft) gaat een symposium vooraf, waarin 'stokpaarden van Hugo Priemus' de revue passeren (zie bijgevoegd programma).

Hugo Priemus (64) werd in 1977 benoemd als hoogleraar Volkshuisvesting aan de TU Delft. Van 1979 tot 1983 was Priemus decaan van de faculteit Bouwkunde; sinds 2003 is hij decaan van de faculteit Techniek, Bestuur en Management. Op 1 september 2003 verruilde hij de leerstoel Volkshuisvesting voor de leerstoel Systeem Innovatie Ruimtelijke Ontwikkeling. Bij zijn afscheid is Priemus dertig jaar hoogleraar aan de Technische Universiteit Delft geweest. Hij is tevens mede-oprichter van het Onderzoeksinstituut OTB van de TU Delft en was daar wetenschappelijk directeur van 1985 tot 2003.