Wageningen Universiteit

29 jun 2007

Onderdeel: Animal Sciences Group

Er zijn geen duidelijke technische en praktische belemmeringen voor elektronische identificatie en registratie (I&R) van schapen en geiten. Dat blijkt uit gezamenlijk onderzoek van Wageningen UR, IVA uit Tilburg, TNO en de Faculteit Diergeneeskunde. Er is o.a. gekeken naar twee registratiesystemen: Centrale Individuele Registratie (CIR) en Centrale Aantallen Registratie (CAR). De CIR (individuele) registratie heeft de voorkeur oven de CAR (aantallen) registratie. De ketenkosten zijn voor beide systemen ongeveer gelijk, maar wel hoger dan de huidige situatie. De exploitatiekosten van een centrale database is bij CIR registratie hoger dan bij CAR registratie. De betrouwbaarheid van de gegevens is bij CIR hoger, waarmee het toekomstvaster wordt.

De EU heeft in Verordening 21/2004 vastgesteld dat per 1 januari 2008 schapen en geiten individueel moeten worden geregistreerd in bedrijfsregisters en op vervoersdocumenten. Dit moet ondersteund zijn door elektronische identificatie. In opdracht van het ministerie van LNV heeft een multidisciplinair onderzoeksteam via veldwerk de mogelijke implementatie van deze verordening onderzocht. Is het technisch en praktisch haalbaar om bij schapen en geiten te gaan werken met elektronische identificatie en registratie? Tevens is met modelleerwerk, (spel)simulatie en expertsessies gekeken naar de betrouwbaarheid en de kosten-baten van twee alternatieve registratie systematieken: Centrale Individuele Registratie (CIR) en Centrale Aantallen Registratie (CAR).

Interesse voor Nederlandse pilot vanuit andere EU-landen Het vraagstuk rond de mogelijke invoering van elektronische identificatie en registratie in de geiten- en schapensector is van nationaal en internationaal belang. Binnen de Europese Unie zijn diverse landen bezig om de implementatie van EU-verordening 21/2004 voor te bereiden. Er wordt met veel interesse gekeken naar de Nederlandse pilot waarin elektronische identificatie gecombineerd wordt met een centraal databestand dat ook gericht is op individuele dieren. Op nationaal niveau is het belang meer gericht op de vraag of het vertrouwen tussen de sectorpartijen en de overheid te versterken is zodat het gezamenlijke belang benadrukt wordt: een gezonde sector met gezonde dieren en met voldoende exportmogelijkheden. De essentiële vraag hierbij was of de overheid en de sector hiervoor het beste kunnen gaan werken met een geautomatiseerd systeem dat centraal de individuele diergegevens bijhoudt (CIR) of dat een systeem kan volstaan met alleen de contactmomenten en de hoeveelheid dieren die worden vervoerd (CAR).

Brede samenwerking voor complexe vragen
De complexe vragen bij dit onderzoek zijn door een multidisciplinair team met veel energie en toewijding opgepakt. Vanuit Wageningen UR zijn bijdragen geleverd door ASG-Veehouderij, SSG-Bedrijfseconomie en AFSG. Voor de spelsimulatie is intensief samengewerkt met het IVA uit Tilburg. Voor het veldwerk is nauw samengewerkt met TNO en de Faculteit Diergeneeskunde. Verder is intensief afgestemd met Covision Management Consulting, dat in opdracht van LNV de algemene projectleiding verzorgde.

Downloaden rapport
Onderzoeksrapport nr. 50 âElektronische identificatie en registratie voor schapen en geitenâ kunt u hier bekijken.

Contact
Kees Lokhorst
Tel.: 0320 - 293 547
kees.lokhorst@wur.nl

Bennie van der Fels
Tel.: 0320 - 293 512
bennie.vanderfels@wur.nl