Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Nationaal Historisch Museum in Arnhem

Persbericht | 29-06-2007 | Directie Communicatie

Minister Plasterk (OCW) heeft de gemeente Arnhem gekozen als vestigingsplaats voor het Nationaal Historisch Museum (NHM). Het NHM heeft als doel om bij een breed publiek en in het bijzonder scholieren, historisch besef en kennis te versterken door een overzicht te geven van onze geschiedenis, met als uitgangspunt de canon van Nederland.

De minister stelt het zeer op prijs dat ook Amsterdam en Den Haag zich de afgelopen maanden hebben ingespannen om met aantrekkelijke voorstellen te komen. De keuze was niet makkelijk, maar een combinatie van factoren heeft de doorslag gegeven.
Met de keuze voor Arnhem ontstaat een mooie combinatie van statelijke geschiedenis van Nederland in het NHM en de volksgeschiedenis in het Nederlands Openlucht Museum (NOM). Het NHM wordt nabij het NOM gebouwd waardoor de primaire doelgroep van het museum, scholen en gezinnen, gemakkelijk beide musea kan bezoeken. De attractiewaarde van het NOM zorgt ervoor dat schoolklassen, gezinnen met kinderen en ander `onervaren' museumpubliek makkelijk wordt bereikt. Samen met Paleis 't Loo en Kröller-Müller Museum trekt het NOM zo'n 1,2 miljoen bezoekers per jaar. Ook het onderwijs (basis- en voortgezet onderwijs) kent het NOM goed en komt er graag.

Scholieren vormen de belangrijkste doelgroep voor het NHM. De minister kiest met de geografisch centrale ligging van Arnhem ook nadrukkelijk voor goede bereikbaarheid. Het kabinet draagt zo bij aan de gewenste regionale spreiding van voorzieningen. Volgens de gemeente Arnhem kan het museum in 2011 zijn deuren openen.
Nu de keuze voor de gemeente is gemaakt, zal minister Plasterk na de zomer een kwartiermaker aanstellen die tot taak krijgt een concept voor het NHM als rijksmuseum te ontwikkelen, alsmede een nieuw gebouw te laten ontwerpen en realiseren. Ook zal het de opdracht zijn om voor de komende jaren, op weg naar de daadwerkelijke realisatie van het NHM, spraakmakende en vernieuwende programma's te ontwikkelen ter versterking van kennis en historisch besef bij een breed publiek.