Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl 2513AA22XA

Contactpersoon Ons kenmerk FEZ/AVU/2007/22897 Doorkiesnummer Datum 2 juli 2007

Onderwerp Vragen van het lid Spekman WGA en IVA
Voorgenomen wijziging begroting

Deze brief bevat twee onderwerpen, waarover ik de Kamer wil informeren. Ten eerste de antwoorden op de vragen die de heer Spekman in het wetgevingsoverleg van 26 juni 2007 heeft gesteld over de uitvoeringskosten van de WGA en IVA. Ten tweede de wijzigingen die ik, met name naar aanleiding van het Coalitie Akkoord, van plan ben door te voeren in de opzet van de SZW-begroting.


1. Uitvoeringskosten WGA en IVA
Door het kamerlid de heer Spekman zijn naar aanleiding van het jaarverslag 2006 van SZW vragen gesteld over de hoogte van de uitvoeringskosten van WGA en IVA, in verhouding tot de uitkeringslasten van deze regelingen. In 2006 bedroegen de uitvoeringskosten van de WIA 263 miljoen terwijl de uitkeringslasten van de WIA 151 miljoen bedroegen. Mijn antwoord bestaat uit drie delen. In het eerste deel geef ik aan waarom de uitvoeringskosten van de WIA niet buitenproportioneel hoog zijn, maar zich juist conform verwachtingen ontwikkelen. Het is van belang, anders dan in het jaarverslag, de cijfers meerjarig te presenteren. Hieruit blijkt dat de uitvoeringskosten de komende jaren zullen dalen. In het tweede deel licht ik toe dat de toedeling van de uitvoeringskosten over de wetten veranderd is en waarom dit relevant is voor de hoogte van de uitvoeringskosten. In het derde deel ga ik ten slotte kort in op een aantal specifieke vragen die de heer Spekman gesteld heeft.


1.1 Algemene opmerkingen met betrekking tot de uitvoeringskosten

Ingroei-effecten
In het startjaar van een nieuwe wet zijn de uitvoeringskosten per definitie hoog in verhouding tot de uitkeringslasten. Dit heeft twee oorzaken. In de eerste plaats is er sprake van implementatiekosten die de uitvoeringskosten tijdelijk verhogen. Hiervan is ook sprake bij de WIA, waarvoor het UWV momenteel ondermeer een nieuw computersysteem ontwikkelt. In de tweede plaats concentreren de uitvoeringskosten zich bij het begin van de uitkering. Het

Ons kenmerk

keuren van arbeidsongeschikten door artsen en arbeidsdeskundigen is immers een arbeidsintensief en daarom relatief duur proces.
In het eerste jaar van de WIA zijn er dus al hoge uitvoeringskosten vanwege genoemde implementatiekosten en keuringen terwijl de uitkeringslasten, die voor sommige mensen tientallen jaren kunnen doorlopen, nog moeten beginnen. Als mensen na een keuring geen WIA-uitkering krijgen toegewezen, treden er zelfs helemaal geen uitkeringslasten op, terwijl de uitvoeringskosten van de arts en de arbeidsdeskundige plus alle bijbehorende ondersteuning al wel opgetreden zijn.

In figuur 1 wordt het bovenstaande grafisch weergegeven.

Figuur 1: Schematische weergave uitkeringslasten en uitvoeringskosten


---
uitkeringslasten
A B
uitvoeringskosten B C