Ministerie van Verkeer en Waterstaat

abcdefgh

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG

Contactpersoon Doorkiesnummer
- - Datum Bijlage(n) 2 juli 2007 2 Ons kenmerk Uw kenmerk VENW/DGP - 2007/4827 2060717520 Onderwerp
Kamervragen

Geachte voorzitter,

Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen van de leden Koopmans, Roefs, Roemer, Cramer en De Krom inzake de regeling eenmalige uitkering spoorse doorsnijdingen.


1. Heeft u de geldmiddelen uit de Regeling eenmalige uitkering spoorse doorsnijdingen definitief toegekend?


1. Ja, met mijn brief van 18 november 2006 (2006-2007, kamernummer 30800 A, nr. 47) heb ik u bericht over welke gemeenten definitief middelen krijgen vanwege de regeling eenmalige uitkering spoorse doorsnijdingen.


2. Kan de Kamer een definitief 1 overzicht krijgen van de precieze toekenningen of de voorgenomen toekenningen?


2. Bij mijn brief van 18 november 2006 (2006-2007, kamernummer 30800 A, nr. 47) was tevens een overzicht gevoegd van de definitieve toekenningen. Ik voeg hierbij een totaal overzicht van welke aanvragen zijn gehonoreerd en welke zijn afgewezen.


1 De Kamer is op 18 november 2006 voorlopig geïnformeerd over de besluitvorming. Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71

Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95 bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)

VENW/DGP - 2007/4827


3. Kan ook een overzicht worden gegeven van de geweigerde, afgewezen of niet ontvankelijk verklaarde toekenningen?

3. Zie het antwoord bij vraag 2.


4. Kunt u inzicht geven waarom de aanvraag van de gemeente Heerlen is afgewezen, terwijl die aanvraag wel aan de inhoudelijke doelstellingen voldoet?

4. In de regeling eenmalige uitkering voor de spoorse doorsnijdingen is bepaald dat de eenmalige uitkering ten hoogste 25% van de totale investeringskosten tot een maximum van 40 miljoen per project zal bedragen. Dit betekent dat de gemeente zelf verantwoordelijk is voor de overige benodigde middelen. Dit kan door een eigen gemeentelijke bijdrage, een bijdrage van de provincie, van andere overheden of van private partijen. Indien er door de gemeente geen aantoonbaar financieel dekkend plan is voorgelegd voor de dekking van de overige investeringskosten, komt de gemeente niet in aanmerking voor een bijdrage uit dit budget.

De gemeente Heerlen heeft niet aangetoond voor september 2006 een duidelijke aanspraak (zonder voorbehoud) te kunnen maken op de overige financiële middelen voor de realisatie van het project. De regeling vereist dat die middelen ter beschikking staan. Mijn ambtsvoorgangster heeft de subsidieaanvraag van de gemeente Heerlen om deze reden afgewezen.

Evenals vele andere projecten die een subsidieaanvraag hebben ingediend voldeed het project van de gemeente Heerlen aan de inhoudelijke doelstelling van de regeling, te weten het opheffen of verminderen van de barrièrewerking die wordt veroorzaakt door het spoor. Het project van de gemeente Heerlen draagt immers bij aan het slechten van de spoorbarrière in de stad. Tevens geeft het de openbare ruimte in de stationsomgeving een kwalitatieve stimulans. Ik heb waardering voor het project van de gemeente Heerlen en alle andere ingediende projecten. Met de afwijzingen wordt dan ook op geen enkele wijze beoogd het belang van deze projecten te miskennen of te bagatelliseren.

Een aantal projecten voldeed echter niet aan de door de regeling gestelde financiële criteria. Conform de regeling zijn alle projecten die niet voldeden aan deze criteria afgewezen. De subsidieaanvraag van de gemeente Heerlen is derhalve ook afgewezen.

---

VENW/DGP - 2007/4827


5. Wordt door u overwogen genoemde regeling een vervolg te geven, zoals in de brief van 18 november 20062 door uw ambtsvoorganger wordt gesuggereerd?


5. De regeling was een succes. Uiteindelijk heb ik 61 projecten dat laatste zetje kunnen geven door een financiële bijdrage. Ook hebben de decentrale overheden mij laten weten een dergelijke regeling te waarderen. Een vervolg geven aan een dergelijke regeling wil ik dan ook niet uitsluiten.

Momenteel wordt de regeling geëvalueerd, de resultaten hiervan zal ik betrekken bij mijn afweging om de regeling een mogelijk vervolg te geven.


6. Op welke wijze gaat u aanvragen die wel aan de inhoudelijke criteria van de regeling voldoen alsnog een bedrag toewijzen zodat belangrijke binnenstedelijke ontwikkelingen die de leefbaarheid sterk zullen vergroten toch kunnen plaatsvinden?


6. De subsidieaanvragen die zijn afgewezen, komen niet in aanmerking voor een subsidie conform de regeling. Op de begroting zijn geen additionele middelen gereserveerd om binnenstedelijke ontwikkelingen financieel te ondersteunen.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

Camiel Eurlings

2 Kamerstuk 30 800 A, nr. 47.

---