Ingezonden persbericht


MOgroep WELZIJN & MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING

PERSBERICHT
Utrecht, 2 juli 2007

Mosquito's en dwangmaatregelen verplaatsen de problemen van hangjongeren

Samenscholingsverboden, meer veiligheidsmensen in de wijk en mosquito's (met een irritant hoog geluid) worden steeds meer ingezet om de overlast van hangjongeren tegen te gaan. De MOgroep Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening vindt dat deze eenzijdige repressiemaatregelen het probleem van de hangjongeren niet oplost. Ineke Smidt, voorzitter MOgroep: 'Deze jongeren hebben vaak problemen thuis of op school. Soms is het nodig ze met drang en dwang hulp te geven, het gezin te begeleiden en de jongeren terug naar school te sturen of aan werk te helpen. Of ze een eigen plek te geven, een jeugdhonk, want ze vervelen zich. Campussen zijn duur en tijdelijk. Duurzame investeringen in voorzieningen in de wijk zijn nodig evenals uitbreiding van het aantal jongerenwerkers en maatschappelijk werkers, naast het aanbrengen van mosquito's en het instellen van samenscholingsverboden'.

Ook de ministers Rouvoet en Vogelaar erkennen de problemen en zien een oplossing in campussen voor overlastgevende jongeren en gedwongen opvoedingsondersteuning voor hun ouders. Op 3 juli praten zij met de Tweede Kamer over de hangjongeren. De regeringspartijen laten alvast weten voorstander te zijn van dwangmaatregelen. De MOgroep Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening vindt dat eenzijdige repressiemiddelen zoals samenscholingsverboden en veiligheidsmensen de problemen verplaatsen in plaats van oplossen. Het jeugd- en jongerenwerk biedt aansprekende activiteiten, individuele coaching en begeleiding. De jongerenwerkers zoeken de jongeren op, voorkomen van kwaad tot erger en motiveren en begeleiden jongeren om een diploma te halen. De afgelopen jaren hebben gemeenten juist op dit werk bezuinigd. Er zijn nog slechts 1700 jeugd- en jongerenwerkers in Nederland en dit zijn er veel te weinig. Ook minister Vogelaar constateerde op werkbezoeken een tekort aan jeugdhonken. In de Utrechtse wijk Kanaleneiland is één jeugdhonk voor ongeveer 4800 jongeren onder de 24. Uit een recent onderzoek van de MOgroep blijkt dat het aantal jongerenwerkers per 10.000 inwoners in de aandachtswijken van Vogelaar varieert van 0,2 tot 2. Kortom van niets tot weinig. Kansrijke vernieuwende projecten van individuele coaching tot buurtbemiddeling en van talentontwikkeling tot gezins- en woonbegeleiding dreigen te verdwijnen door gebrek aan structurele middelen. De MOgroep mist in de plannen van Rouvoet en Vogelaar een gerichte samenhangende aanpak van de overlastgevende hangjongeren. Smidt: 'Campussen moeten een uiterst redmiddel zijn, als niets meer helpt. Maar ook na de campus gaan jongeren terug naar huis, naar hun wijk. Repressie kan even nodig zijn, maar lost niets op als dit niet samengaat met investeringen in goede voorzieningen en begeleiding in de directe leefomgeving van de jongeren'. De MOgroep pleit voor een forse uitbreiding van het aantal jongerenwerkers en maatschappelijk werkers.



Ingezonden persbericht