Openbaar Ministerie

Pro forma zitting liquidaties

Amsterdam, 3 juli 2007

Vandaag vindt de eerste pro forma zitting plaats tegen drie verdachten in een aantal liquidatiezaken. Eén van de drie verdachten is tevens de getuige waarmee het Openbaar Ministerie een overeenkomst heeft gesloten. Vandaag zal de rechtbank gevraagd worden om een aantal beslissingen te nemen. Allereerst over de voortduring van de voorlopige hechtenis, daarnaast over het horen van getuigen en over het al of niet toevoegen van processtukken. Hieronder volgt een kort overzicht van de verdachten en de zaken, de onderzoeken, alsmede een samenvatting van het standpunt van het Openbaar Ministerie.

De verdachten en de zaken

Verdachte I
Dit is de 42-jarige man die een overeenkomst met het Openbaar Ministerie heeft gesloten. Hij is vandaag niet aanwezig. Hij wordt verdacht van betrokkenheid bij:

1. de moord op Cees Houtman op 2 november 2005 (onderzoek Agenda)
2. de voorbereiding van de moord op Thomas van der Bijl op 20 april 2006 (onderzoek Perugia)

3. de voorbereiding van een te plegen aanslag op een man in begin 2005 (onderzoek Oma)

Verdachte II
De verdachte, een 33-jarige man uit Amsterdam, wordt verdacht van betrokkenheid bij:

1. de moord op Cees Houtman op 2 november 2005 (onderzoek Agenda)
2. de moord op Thomas van der Bijl op 20 april 2006 (onderzoek Perugia)

3. de voorbereiding van een te plegen aanslag op een man uit Abcoude in 2004 (onderzoek Neef 1)

4. de voorbereiding van een te plegen aanslag op een man uit Amsterdam in 2004 (onderzoek Neef 2)

5. de voorbereiding van een te plegen aanslag op een man uit Aerdenhout in 2005 (onderzoek Nicht)

Onderzoek Warande
Op de dagvaarding van verdachte II staat niet vermeld de moord op Nedim Imaç (zaak Warande). Tot nu toe zat hij daar wel voor in voorlopige hechtenis. Gelet op de huidige stand van zaken echter kunnen wij in dit onderzoek nog niet alle stukken openbaar maken. Daarom is ervoor gekozen om op dit moment de zaak niet op de dagvaarding te vermelden.

Dat betekent dat de verdachte op dit moment niet langer vastzit voor deze zaak. Het OM ziet hem echter nog steeds als verdachte.

Indien de onderzoeksresultaten daartoe aanleiding geven, kan hij voor dat feit op een later moment apart worden gedagvaard. Wij hebben dit inmiddels aan de verdachte en aan zijn raadsman meegedeeld.

Verdachte III
De derde verdachte, een 36 jarige inwoner van Amsterdam, wordt verdacht van betrokkenheid bij:

1. de moord op Cees Houtman op 2 november 2005 (onderzoek Agenda)
2. de moord op Thomas van der Bijl op 20 april 2006 (onderzoek Perugia)

3. Verboden wapenbezit en verboden wapenhandel

Ernstige bezwaren
De wet eist dat er tegen een verdachte âernstige bezwarenâ moeten bestaan. Dat wil zeggen sterke aanwijzingen dat deze betrokken is bij één of meer strafbare feiten. Bovendien moeten er redenen zijn om de verdachte langer vast te houden. Alle onderzoeken die vandaag ter sprake komen, zijn nog volop in gang. De hieronder besproken resultaten zijn dus geen eindresultaten.

De ernstige bezwaren tegen de verdachten zijn op dit moment onder meer de volgende: In alle genoemde zaken en onderzoeken staan de verklaringen van de getuige centraal. De getuige heeft nauwkeurig en gedetailleerd verklaard over de zaken en de betrokkenheid van de verdachten daarbij. Zijn verklaringen worden telkens weer door onderzoeksresultaten bevestigd.

Zo is er op een aantal punten technisch bewijs dat de verklaringen ondersteunt. Bijvoorbeeld in onderzoek Agenda (dat is: de moord op Cees Houtman). Hulzen op de plaats van het misdrijf zijn van het type en kaliber zoals door de getuige omschreven en ook de tas met een wapen en munitie is gevonden op de plaats aangewezen door de getuige. De adressen van de geobserveerde en/of te liquideren personen alsmede andere details zoals het type auto waarin een beoogd slachtoffer reed, kloppen. Deze verklaringen zijn samen met de feitelijke ondersteuning in technisch bewijs en verklaringen van anderen naar het oordeel van het OM meer dan voldoende om âernstige bezwarenâ aan te nemen. Er bestaan tegen beide verdachten ernstige bezwaren dat zij als opdrachtgever, medepleger of medeplichtige betrokken waren bij de opgesomde zaken.

Zoals gezegd het onderzoek is nog in volle gang. Dit zijn de resultaten van drie maanden hard werken. De verwachting is dat er meer resultaten zullen volgen.

De overeenkomst met de getuige
Een belangrijk deel van het huidige dossier bestaat uit verklaringen van een getuige waarmee het Openbaar Ministerie een overeenkomst heeft gesloten. Deze overeenkomst zelf is nog niet in het dossier gevoegd.

De verdediging heeft hier wel al om gevraagd, maar om de navolgende redenen vinden wij dat dat nog niet kan:

De getuige heeft verklaringen afgelegd omtrent meerdere zaken, ook omtrent zaken waarvoor deze verdachten thans niet vast zitten. Onderdeel van de overeenkomst is een overzicht van alle zaken waarin hij verklaringen heeft afgelegd en gaat afleggen. Voor het beoordelen van de juistheid en proportionaliteit van de overeenkomst is het essentieel dat bekend is in hoeveel en welke zaken de getuige kan verklaren. Die onderzoeken naar de verschillende zaken lopen alle nog, en niet alle verdachten zijn aangehouden. Wij willen en kunnen dat stuk om die reden dus nog niet openbaar maken.

Vooropgesteld: bij de inhoudelijke behandeling van de zaak is de overeenkomst onontbeerlijk. De Rechtbank moet dan de totstandkoming van de overeenkomst en de betrouwbaarheid van de getuige kunnen toetsen.

Vandaag staat de vraag centraal of verdachten moeten blijven vastzitten. Daarvoor zijn alle verklaringen die de getuige heeft afgelegd in de zaken waarvoor verdachten vast zitten verstrekt. De inhoud en de ondersteuning van die verklaringen geven bovendien voldoende aanwijzingen dat de getuige betrouwbaar is. Daarnaast kan de verdediging deze getuige ondervragen, zoals ook de afgelopen tijd al gebeurd is en ook in de toekomst nog vele malen zal gebeuren.

Het Openbaar Ministerie streeft er naar om de overeenkomst zo snel mogelijk openbaar te maken. De totstandkoming en voorbereiding van de overeenkomst zijn zeer zorgvuldig geweest. Ook bij de eerste rechterlijke toets door de rechter-commissaris is de overeenkomst als rechtmatig beoordeeld.