Gemeente Utrecht


2007 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
89 Vragen van mevrouw ir. I.G.M. de Bondt
(ingekomen 3 juli 2007)


Inleiding
Tijdens de Commissievergadering van Verkeer en Beheer d.d. 22 mei 2007 heeft de wethouder Verkeer aangegeven dat een deel van de opbrengsten uit de verkoop van het GVU besteed zal worden aan schonere bussen. De aanschaf van deze bussen loopt via het BRU. De hoogte van deze gemeentelijke bijdrage is nog niet exact bepaald. De hoogte zal afhangen van de bijdrage die het BRU krijgt van de minister van VROM.

De VVD is een groot voorstander van schoon openbaar vervoer. De VVD onderschrijft de doelstelling om in 2010 alle bussen in Utrecht te laten voldoen aan de strenge Euro 5 norm. De vraag is hoe op de meest duurzame wijze kan worden voldaan aan deze norm. Het BRU heeft gekozen voor hybride bussen. De VVD heeft een aantal vragen over deze keuze. Graag wil de VVD weten waarop de keuze op hybride bussen is gevallen en niet op bijvoorbeeld aardgasbussen. De VVD heeft geen voorkeur voor een bepaalde technologie. Wat de VVD betreft moet de keuze gebaseerd worden op milieurendement en betrouwbaarheid van de dienstregeling.

Betrokkenheid Utrechts College
De keuze voor hybride bussen is gemaakt binnen het BRU. De VVD is echter van mening dat er drie plausibele redenen zijn om schriftelijke vragen te richten aan het Utrechtse College:
- Gemeente Utrecht zal mede investeren in de hybride bussen ;
- Schonere bussen maken onderdeel uit van het Actieplan Luchtkwaliteit van Gemeente Utrecht. Dit plan is vastgesteld door het College van gemeente Utrecht. De wethouder Verkeer en Milieu is ervoor verantwoordelijk dat dit plan wordt uitgevoerd;
- De wethouder Verkeer en Milieu is tevens portefeuillehouder Verkeer en Infrastructuur in het dagelijks bestuur van het BRU. Vanuit deze verantwoordelijkheid neemt hij deel aan het portefeuilleoverleg Verkeer en Vervoer binnen het BRU. Binnen dit overleg is gekozen voor hybride bussen.

Partners
In Europa is nog nauwelijks ervaring met hybride bussen. De gemiddelde levensduur van een bus, die door Connexxion/GVU voor een bus wordt gehanteerd, is meer dan 10 jaar. Er is zijn nog geen gegevens over de betrouwbaarheid en onderhoudskosten gedurende de hele levensduur Op 19 mei 2006 is een project van provincie Utrecht om hybride bus op te nemen in hun vervoersconcessie stopgezet. De doorslaggevende redenen hierbij was dat Connexxion (nog) geen vertrouwen in hybride bussen heeft en dat er nog geen ervaring in Europa is met hybride bussen in lijndiensten .

1. Kan de wethouder aangeven of Connexxion, de eigenaar van GVU, inmiddels van mening is veranderd?
1. Welke signalen heeft het College dat Connexxion inmiddels wel wil overstappen op hybride bussen?

Over de regionale bijdrage aan het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) vindt afstemming plaats tussen gemeentes in de regio en provincie Utrecht. De Utrechtse inzet hierbij is het Actieplan Luchtkwaliteit. Zowel provincie Utrecht als gemeente Utrecht en het BRU zetten in op schonere bussen. Het bevreemdt de VVD dat binnen de verschillende bestuursorganen in de regio verschillende ideeën leven over hybride bussen.

2. Kan de wethouder aangegeven op welke wijze hij en zijn collega's binnen het BRU contact hebben gehad met bestuurders van provincie Utrecht over de wijze waarop het openbaar vervoer in de regio schoner moet worden?
2. Hoe zijn de ervaringen/studies naar hybride bussen binnen de provincie betrokken bij de beslissing om in te zetten op hybride bussen?

Uitgangpunt BRU / gemeente Utrecht
In een persbericht van het BRU, d.d. 27 maart 2007, wordt aangekondigd dat het BRU gaat investeren in nieuwe hybride bussen. Deze nieuwe bussen moeten 83 bussen van het GVU/Connexxion vervangen die niet aan de strenge Euro 5 norm voldoen. In het persbericht wordt de reductie van uitstoot gesteld op 70% voor stikstofdioxide, 50% koolstofdioxide, 35% fijn stof. De kosten worden geraamd op 9,3 miljoen. Aan deze gegevens ligt een studie van DHV ten grondslag .

De studie van DHV geeft de volgende schatting van de reductie van de uitstoot:
|                          |NOx   |PM10  |CO2   |Kostenraming  |
|hybride 30% brandstof     |76,9% |52,3% |26,6% |14,9 mln euro |
|besparing                 |      |      |      |              |
|hybride 50% brandstof     |83,5% |65,9% |47,5% |9,3 mln euro  |
|besparing                 |      |      |      |              |
|Aardgas                   |90,5% |60,0% |4,8%  |2,4 - 3,8 mln |
|                          |      |      |      |euro          |

Opmerking bij tabel: In de kostenraming is meegenomen dat de hoge investerings-kosten deels worden terugverdiend door het verminderde brandstofverbruik en/of goedkopere brandstoffen.

3. Op basis van de kosten en de geraamde CO2 reductie lijkt het erop dat het BRU en het College als uitgangspunt hanteren dat met hybride bussen een brandstofreductie wordt gehaald van 50%. Kan het College bevestigen dat dit het uitgangspunt is? Zo nee, met welke brandstofreductie wordt wel rekening gehouden?

Het rapport van DHV stelt dat in Verenigde Staten, het land waar al ervaring wordt opgedaan met hybride bussen, de verwachte rendementen van 50% niet wordt gehaald. Het rendement blijft steken op ongeveer 30%. In Europa is er nog nauwelijks ervaring met de hybride bus.

4. Kan het College aangegeven waarop wordt gebaseerd dat een brandstofbesparing van 50% in Utrecht realiseerbaar is?
5. Is het College zich ervan bewust dat er praktisch geen ervaring is opgedaan met hybride bussen in lijndiensten in Europa? Weet het College dat de studie DHV, wat betreft de hogere brandstofbesparing volledig is gebaseerd op aannames?
6. Bij een brandstofbesparing van 30% zal de reductie van de CO2 uitstoot ongeveer 27% bedragen. Dit is ongeveer de helft van de reductie die het BRU naar buiten toe communiceert. Is er met dit scenario (30% besparing) rekening gehouden bij de beslissing om op hybride bussen over te stappen in plaats van bijvoorbeeld aardgasbussen? Zo nee, waarom niet?
7. Als de brandstof besparing van de hybride bussen - net als in Amerika tegenvalt, zullen de terugverdieneffecten minder groot zijn. De netto kosten voor de hybride bussen zullen aanzienlijk hoger zijn dan 9,3 miljoen euro. Hoe kijkt het College aan tegen dit financiële risico?
7. Welke afspraken zijn er binnen het BRU gemaakt met betrekking tot de financiële tegenvallers? Met andere woorden waar ligt het financiële risico, bij Connexxion, het BRU of gemeente Utrecht ?
7. Hoe worden financiële tegenvallers opgevangen, binnen de exploitatie (bijvoorbeeld minder busritten) of door een extra bijdrage vanuit het BRU, c.q. gemeente Utrecht of het Rijk?

Vermeden CO2 uitstoot door hybride bussen
Uit het rapport van DHV blijkt dat de aardgasbus "proven technology" is en daarmee minder risicovol is. De uitstoot van NOx van een aardgasbus is lager dan de uitstoot van een hybridebus. De uitstoot van fijn stof is vergelijkbaar. De kosten én het financiële risico van aardgasbussen zijn lager. Het lijkt dat het BRU de hybride bus alleen verkiest vanwege de reductie van CO2 uitstoot.

8. Klopt het dat de vermeden CO2 uitstoot de reden is om te investeren in hybride bussen? Zo nee, welke reden is wel doorslaggevend?
9. Bij aardgasbussen is de uitstoot van NOx lager. De uitstoot van ook (uitgaande van de reductie van fijn stof, zoals genoemd in het persbericht van het BRU). Met name fijn stof heeft effecten op de volksgezondheid. Deelt het College de constatering dat aardgasbussen beter zijn om de locale luchtkwaliteit te verbeteren en de gezondheid van mensen te vergroten dan hybride bussen?

Bij de volgende vragen is de VVD ervan uitgegaan dat de vermeden CO2 uitstoot de hoofdreden is voor het overstappen op hybride bussen in plaats van bijvoorbeeld aardgasbussen.

Brandstof besparing en daarmee het besparen op CO2 uitstoot is een positief streven. De VVD onderschrijft het belang om zuinig om te gaan met onze grondstoffen en daarmee CO2 uitstoot te beperken. Een euro kan maar een keer worden uitgegeven, Als we investeren in het beperken van CO2 uitstoot, dan is de VVD van mening dat je zoveel mogelijk waar voor je euro moet krijgen. In dit geval dus zo veel mogelijk reductie van de CO2-emissie naar de lucht.

Als het enige voordeel van de hybride bus ten opzichte van de aardgasbus de vermeden CO2 uitstoot is, dan moet - om te beoordelen of de investering in hybride bussen zinvol is - gekeken worden naar de kosten per vermeden ton CO2. De vermeden CO2 uitstoot en het verschil in kosten tussen de aardgasbus en de hybride bus, zijn in onderstaande tabel weergegeven.

Uit het DHV rapport:
|           |CO2 reductie|Kosten hybride bus   |Kosten per       |
|           |(ton/jaar)  |t.o.v. aardgasbus    |vermeden ton CO2 |
|           |            |(mln euro)           |                 |
|30%        |1430        |+/- 11, 8            |688              |
|besparing  |            |                     |                 |
|60%        |2560        |+/- 9                |292              |
|besparing  |            |                     |                 |

Opm bij tabel: uit de studie van DHV komt niet naar voren of de vermeden CO2 uitstoot per jaar of per 12 jaar is weergegeven. Aangenomen is dat de cijfers uit de studie van DHV duiden op vermeden ton CO2 per jaar. De kosten worden gemaakt voor een periode van 12 jaar.

Andere methoden om uitstoot van CO2 te beperken.
In Nederland wordt op verschillende manieren getracht op de CO2 uitstoot te verminderen. Hieronder worden een enkel voorbeelden weergegeven.

Voorbeeld 1: Volgens onderzoek kan binnen regio Rijnmond voor 24 euro per ton CO2 worden afgevangen, getransporteerd en ondergronds worden opgeslagen . De NAM hanteert landelijk een bedrag van 45 euro per ton CO2 .

Voorbeeld 2: De 'tijdelijke subsidieregeling CO2-reductie gebouwde omgeving 2006' is met ingang van 27 juli 2006 van kracht geworden. Deze subsidie bedraagt 22 euro per bespaarde ton CO2 uitstoot voor niet voor bewoning bestemde gebouwen en 50 euro per ton voor woningen .

Voorbeeld 3: In de jaren 1997-2006 kende Nederland het Landelijke CO2 reductieplan. De gemiddelde effectiviteit van deze investeringssubsidie bedroeg 25,5 euro per vermeden ton CO2 .
Nederland kent een systeem van handel in CO2 emissierechten. De verwachting is dat de prijs voor rechten CO2 schommelt momenteel rond de 25 euro per ton. Dit houdt in dat investeringen onder 25 miljoen per ton "rendabel" zijn. Hogere investering kunnen beter op een andere wijze / elders behaald worden.

10. Kan het College aangegeven of zij subsidie van hybride bussen een kosteneffectieve manier vindt om de CO2 uitstoot terug te dringen?
11. Kan het College aangegeven of zij en het BRU overwogen hebben om in te zetten op aardgasbussen en de CO2 reductie op een andere wijze te bewerkstelligen?
12. Heeft het College al geld beschikbaar gesteld en subsidie aangevraagd voor CO2 reductie van de gebouwen van de gemeente?


---

Zie voorjaarsnota 2007
Zie notulen vergadering Provinciale Staten Commissie WEM d.d. 26 juni 2006 en de achterliggende stukken: o.a. brief "Terugmelding stopzetten bussenproject en shortlist met alternatieven", d.d. 13 juni 2006.
Schone bussen voor het BRU, maart 2007
Gemeente Utrecht is medefinancier van de hybride bussen, zie voorjaarsnota
Bron: Algemeen Dagblad, d.d. 11 juni 2007
Bron: www.emissierechten.nl
Het Rijk subsidieert maximaal 15% van de totale investeringskosten. Dit houdt in dat de totale investeringskosten 147 euro per ton CO2 zal zijn.
Bron: internetsite Senter Novem
Bron: internetsite Senter Novem


---- --