Time : 12:40:30
Date : 06 July 2007
Sender Name: Ovam

Doelstelling Vlaams bodemsaberingsbeleid om tegen 2007 22.500 risicogronden te onderzoeken in 2006 al gehaald.

Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur heeft het jaarverslag over de bodemsanering in Vlaanderen voorgelegd aan de Vlaamse Regering. Daaruit blijkt dat de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) die instaat voor de uitvoering van het Bodemsaneringsdecreet in 2006 194.426 bodemattesten heeft afgeleverd of zo'n 780 per dag. Met het oog op een vlottere identificatie van verontreinigde gronden, legt het bodemsaneringsdecreet op alle activiteiten of inrichtingen die bodemverontreiniging kunnen veroorzaken een onderzoeksplicht op bij bvb. overdracht of stopzetting van de activiteiten.

Voor 2006 zijn er zo 3792 mogelijk verontreinigde gronden onderzocht, waarbij er in 449 gevallen uiteindelijk is aangemaand om een bodemsaneringsproject op te starten. De doelstelling om tegen 2007 in totaal 22.500 risicogronden te onderzoeken, is daarmee in 2006 al gehaald. Er werden 423 bodemsaneringsprojecten goedgekeurd, waarvoor de totale kostprijs geraamd wordt op 120 miljoen EURO. Het totaal aantal lopende bodemsaneringsprojecten komt daarmee op 2.221.

Wanneer een sanering niet onmiddellijk kan worden uitgevoerd, kunnen er verbintenissen tot bodemsanering worden aangegaan, waarbij het stellen van een financiële zekerheid een voorwaarde is. Momenteel heeft de OVAM 883 dergelijke eenzijdige verbintenissen tot bodemsanering in beheer, waarbij voor bijna 367 miljoen euro aan financiële zekerheden werden gesteld. In vergelijking met 2005 steeg het aantal aangegane verbintenissen met 76 %. Het bedrag aan nieuwe financiële zekerheden steeg met 216%.

Wanneer de saneringsplichtige een sanering niet kan uitvoeren kan de OVAM ambtshalve optreden. In 2006 zijn er aldus 156 nieuwe dossiers opgestart, voor een bedrag van 24 miljoen EURO. Waar mogelijk speelt de OVAM daarbij maximaal in op de herontwikkeling van het terrein of de omgeving, zoals bvb. PCN te Nieuwpoort, Carcoke te Zeebrugge of Watersite te Vilvoorde.

2006 is tenslotte ook het jaar waarin een aantal saneringen als gevolg van afgesloten bedrijfsspecifieke samenwerkingsovereenkomsten konden van start gaan, zoals onder meer de verwijdering van zinkassen in Lommel-Werkplaatsen en de voorbereiding van de sanering van de Bankloop in Olen (UMICORE) of deze met de NMBS. Een ander opvallend dossier dat startte is de ambtshalve verwijdering van asbestdraailingen bij ruim 430 particulieren.

Dit jaarverslag wordt nu voorgelegd aan het Vlaams Parlement. Het parlement nam op 11 oktober 2006, op basis van 10 jaar ervaring met bodemsanering in Vlaanderen, en rekening houdend met talrijke betrokken actoren, een nieuw decreet aan over de bodemsanering en de bodembescherming. Momenteel worden de uitvoeringsbesluiten voorbereid, waarvan minister Crevits de goedkeuring nog voorziet tegen eind dit jaar. Door dit nieuwe decreet zullen de administratieve procedures duidelijker worden en zijn er ook maatregelen voorzien om bodemsaneringen op een financieel aanvaardbare manier te laten verlopen.

Bodemattesten
Sinds 1 oktober 1996 moet iedereen die een overeenkomst voor de overdracht van gronden wil sluiten, eerst bij de OVAM een bodemattest aanvragen. Als een grond is opgenomen in het register van verontreinigde gronden, dan wordt dat vermeld op het bodemattest. Indien geen gegevens bekend, spreken we van een blanco bodemattest. Dit wordt afgeleverd na enkele dagen, bij een risicogrond is dit maximaal 2 maanden. Het aantal bodemattestaanvragen evolueerde ook in de tijd. Momenteel zijn er dit dus ca. 780 per dag. Het totaal aantal bodemattestaanvragen in 2006 ( 194.426) is iets lager dan in 2005, maar hoger dan in de voorgaande jaren. In de afgelopen 10 jaar werden zo ca. 1.814.000 bodemattesten afgeleverd.

Bodemonderzoeken
De OVAM had eind 2006 bijna 29 000 dossiers in beheer. De decretale onderzoeksplicht ingevolge overdracht van gronden, stopzetting van activiteiten en sluiting van inrichtingen, alsook periodiciteit, bracht in 2006 bijna 3800 bijkomende oriënterende bodemonderzoeken met zich mee die dienden beoordeeld te worden.
Op basis van de geëvalueerde dossiers verstuurde de OVAM 763 aanmaningen tot bodemsanering (te starten met beschrijvend bodemonderzoek). Net 2/3 van deze aanmaningen vloeien voort uit de plichten ten gevolge van overdrachten, sluiting en/of stopzetting. De overige aanmaningen werden verstuurd om de saneringsplichtige met een nieuwe bodemverontreiniging te wijzen op de zelfstandige saneringsplicht of bij een ernstige, historische verontreiniging aan te sporen tot bodemsanering.
In 2006 werden ruim 900 beschrijvende bodemonderzoeken door de OVAM beoordeeld. Op basis van alle lopende beschrijvende bodemonderzoeken resulteerde dit in 2006 tot bijna 450 aanmaningen voor het opstellen van een bodemsaneringsproject.

In onderstaande tabel wordt een beknopt overzicht gegeven van het aantal bodemonderzoeken die in 2006 werden ontvangen en verwerkt. Ter vergelijking werden eveneens de gegevens voor de vorige drie jaren opgenomen.
Tabel: zie bijlage bij dit persbericht op www.pressreleases.be

Vrijwillige en verplichte saneringen
Tussen 1997 en 2006 werden er 2839 bodemsaneringsprojecten ingediend bij de OVAM. In deze periode werden er 618 eindverklaringen afgeleverd. Dit brengt het aantal bodemsaneringsprojecten waarvoor de saneringsprocedure lopende is op 2221.
In 2006 werden op 340 locaties de bodemsaneringswerken opgestart. Deze stijging ten opzichte van 2005 is ten dele te verklaren door de werven (60-tal) die het voorbije jaar werden opgestart door Bofas, dit is het Fonds voor de sanering van bezinestations. Dit jaar steeg het aantal eindverklaringen terug. Het aantal is verdubbeld in vergelijking met het jaar 2004 en gestegen van 160 naar 185 in vergelijking met vorig jaar. Vermits het aantal eindverklaringen het aantal ingediende dossiers nog niet overstijgt, blijft het aantal dossiers waarvoor de saneringsprocedure lopende is, stijgen.
Tabel: zie bijlage bij dit persbericht op www.pressreleases.be

Spreiding aantal bodemsaneringsprojecten over Vlaanderen Zoals in alle voorgaande jaren worden de meeste
bodemsaneringsprojecten ingediend in de provincies Antwerpen en Oost-Vlaanderen, wat wellicht te maken heeft met de hoge graad van industrialisering.
Tabel + kaartje: zie bijlage bij dit persbericht op www.pressreleases.be

Kostprijs
Voor de bodemsaneringsprojecten waarvan OVAM in 2006 een conformiteitsattest afleverde, wordt de kostprijs geraamd op 120.302.180 EURO.
Het totale geraamde bedrag voor de periode 1997-2006 bedraagt 954.658.271 EURO.

Financiële zekerheden
In 2006 werden, in het kader van een overdracht, 198 eenzijdige verbintenissen tot bodemsanering aangegaan. Om verbintenissen te garanderen, moet de saneringsplichtige financiële zekerheden stellen. Dit gebeurde in 2006 voor een totaalbedrag van 79 miljoen euro. Van deze financiële zekerheden kadert 25 % binnen de procedure van artikel 48 en 75 % binnen de gewone procedure. Van de 198 verbintenissen zijn er 52 verbintenisdossiers waar Bofas de bodemsaneringswerken zal uitvoeren. Hiervoor moet men geen financiële zekerheden stellen.
In vergelijking met 2005 steeg het aantal aangegane verbintenissen met 76 %. Het bedrag aan nieuwe financiële zekerheden steeg met 216%.
Momenteel heeft de OVAM 883 eenzijdige verbintenissen tot bodemsanering in beheer waarbij voor bijna 367 miljoen euro aan financiële zekerheden werden gesteld.

Ambtshalve saneringen
De doelstelling van het Bodemsaneringsdecreet is om de saneringsplichtige zelf te laten instaan voor de sanering van zijn vervuilde bodem. Toch stellen we vast dat sommige saneringsplichtigen zelf niet overgaan tot sanering. De OVAM komt dan ambsthalve tussen en voert de sanering uit, waarna de gemaakte kosten teruggevorderd worden. Enkel indien een saneringsplichtige het statuut van onschuldig bezitter bekomt, wordt de ambsthalve tussenkomst voor rekening van de OVAM uitgevoerd, zonder terugvordering van de onschuldige bezitter.
In 2006 zijn 156 nieuwe dossiers opgestart inzake de ambtshalve tussenkomsten op het vlak van bodemsanering.
Bij de ambtshalve bodemsanering wordt nagegaan in hoeverre er naast de milieukwaliteitsverbetering nog andere maatschappelijke meerwaarden kunnen gerealiseerd worden.
Dit wordt in de praktijk gebracht door de opmaak van zogenaamde geïntegreerde bodemsaneringsprojecten. Daarbij wordt rekening gehouden met de mogelijkheden van herontwikkeling van het terrein/omgeving en de aanpak van de bodemsanering speelt hierop maximaal in. Waar mogelijk schakelt OVAM zich in bij de herontwikkeling van brownfields. Typische voorbeelden hiervan zijn de dossiers PCN te Nieuwpoort en Peeters-Buelens te Vilvoorde. In beide gevallen werd tijdens de opmaak van het bodemsaneringproject (BSP) rekening gehouden met de herontwikkeling als woonfunctie. In het geval PCN kaderde dit in de opmaak van een BPA door de gemeente. In Vilvoorde was er nauw overleg met de intercommunale ontwikkelaar. De saneringswerken zijn voorzien voor 2007.
Ook worden er samenwerkingsverbanden gemaakt bij complexe en grootschalige dossiers waarbij de afdeling IVS als uitvoerder-coördinator optreedt, zoals bvb. bij de sanering rond de bedrijfsterreinen van UMICORE of de verwijdering van de asbestdraailingen in de ruime regio van en rond Kapelle-op-den-Bos en Willebroek .
Het totale investeringskrediet hiervoor bedroeg 24.093.622 EURO Daarin is ook de verwijdering van afvalstoffen begrepen.

Erkende Bodemsaneringsdeskundigen
Eind 2006 waren er in totaal 92 erkende bodemsaneringsdeskundigen, 24 EBSD van type 1 (onderzoek) en 68 EBSD van type 2 (onderzoek en sanering). In de loop van het jaar 2006 werden 4 nieuwe erkenningen verleend, 32 bestaande erkenningen vernieuwd en 4 bestaande erkenningen opgeheven. Er werden geen erkende
bodemsaneringsdeskundigen geschorst.
2006: een actief jaar
2006 was niet alleen het jaar waarin het vernieuwde bodemdecreet werd goedgekeurd, het was ook het jaar waarin door een aanpassing van het decreet het bodempreventie- en bodembeheersplan en bodemsaneringsorganisaties werd goedgekeurd waardoor de oprichting van bodemsaneringsorganisaties mogelijk werd gemaakt. Zo Vlabotex, het Vlaams Bodemsaneringsfonds voor de textielverzorging vzw, dat als beheersorganisatie voor de droogkuis gaat fungeren. Verder bevat het verslag gegevens m.b.t. de evolutie van de aanpak van verschillende brownfields, zoals o.m. te Vilvoorde -Machelen of in Willebroek Noord en ook m.b.t. het bodemonderzoek dat werd opgestart in een aantal woonzones.
Verschillende convenanten zoals met UMICORE en de NMBS werden afgesloten met het oog op een systematische sanering, ook het Cadmiumplan zag het licht.
De grondverzetsregeling - die, om de verspreiding van bodemverontreiniging te beheersen, het gebruik van uitgegraven grond regelt - werd in overleg met de verschillende actoren een bijsturing voorbereid.
Internationale samenwerking zoals BENEKEMPEN en SNOWMAN ondersteunen het onderzoek naar nieuwe saneringstecnhieken of beogen het optimaliseren van kwaliteite en relevantie van bodemsanering op internationaal niveau.

Persbericht met alle tabellen en illustraties beschikbaar als bijlage op www.pressreleases.be