Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Kortingen inkomenssteun


10 juli 2007 - kamerstuk

Directie Landbouw

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal


Postbus 20018

2500 EA 's-GRAVENHAGE

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum

DL. 2007/1898 10 juli 2007

onderwerp bijlagen

Informatie over de Randvoorwaarden 1 GLB 2005
Geachte Voorzitter,

Met deze brief geef ik u een overzicht van de door mij aan landbouwers opgelegde kortingen op grond van het door hen niet voldoen aan de Randvoorwaarden GLB (cross compliance), zoals ik u heb toegezegd tijdens het Algemeen Overleg op 7 juni 2007 over de agenda van de Raad van Ministers voor Landbouw en Visserij van de Europese Unie.

De resultaten worden geplaatst in een Europees perspectief, zowel ten aanzien van de resultaten bij andere lidstaten, voor zover ik daar inzicht in heb, alsook de opvatting van de Europese Commissie daarover.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit
Directie Landbouw G. Verburg
Bezuidenhoutseweg 73
Postadres: Postbus 20401
2500 EK 's-Gravenhage
Telefoon: 070 - 3786868
Fax: 070 - 3786100

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
10 juli 2007 DL. 2007/1898 2

Randvoorwaarden GLB
Met het gefaseerd invoeren vanaf 2005 van cross compliance (Randvoorwaarden GLB) wil de EU verzekeren dat landbouwers die Europese steun ontvangen, duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Indien landbouwers niet (volledig) voldoen aan eisen op het gebied van milieu, volksgezondheid, de gezondheid van dieren en planten en dierenwelzijn (de beheerseisen), én normen om de landbouwgrond in een goede landbouw- en milieuconditie te houden (de GLMC-normen), kunnen zij gekort worden op de inkomenssteun die zij ontvangen. De beheerseisen en de GLMC-normen vormen tezamen de Randvoorwaarden GLB. Op deze wijze wil de EU het draagvlak en de acceptatie van de directe betalingen aan de Europese landbouwers vergroten.

De Randvoorwaarden GLB staan vermeld de artikelen 4 en 5 en de bijlagen III en IV van Verordening (EU) 1782/2003. De beheerseisen zijn specifieke bepalingen uit bestaande richtlijnen en verordeningen. De GLMC-normen moeten lidstaten zelf invullen. Nederland heeft hier bestaande wettelijke normen voor aangewezen.

Toepassing in Nederland
Nederland is steeds voorstander geweest van het principe van cross compliance, maar heeft ook steeds gepleit voor een `eenvoudig, transparant, uitvoerbaar en betaalbaar' controle- en kortingensysteem. Vanuit dit uitgangspunt is het controlesysteem in Nederland geïmplementeerd.

De overheid moet ten minste 1% van alle landbouwers die een aanvraag voor steun indienen ter plaatse, dat wil zeggen op het bedrijf, controleren op het voldoen aan de Randvoorwaarden GLB (de 1%-controle). Indien echter de richtlijn of verordening, waarvan de randvoorwaarde deel uitmaakt, een ander minimaal controlepercentage vaststelt, moet dat percentage landbouwers voor die randvoorwaarde gecontroleerd worden. Zo is bijvoorbeeld het minimum controlepercentage voor de randvoorwaarden op het terrein van identificatie en registratie voor runderen 5%.

De controle op naleving van de Randvoorwaarden GLB valt onder de verantwoordelijkheid van verschillende instanties. Naast de Algemene Inspectiedienst (AID) gaat het om het waterschap, de gemeente, de provincie, de inspectie Verkeer en Waterstaat, het Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel (COKZ) en het Controlebureau voor Pluimvee, Eieren en Eiproducten (CPE). Elke instantie controleert uitsluitend dat deel van de Randvoorwaarden GLB waarvoor ze bevoegd en dus ook verantwoordelijk is.

De AID is aangewezen als de coördinerende controleautoriteit. In Nederland is het streven om controles zoveel mogelijk in één controlebezoek te plannen. Daarom voeren de verschillende medehandhavers de randvoorwaardencontrole zoveel mogelijk gezamenlijk uit. Hierdoor is het mogelijk dat meerdere controleurs van verschillende instanties op dezelfde dag gezamenlijk op controlebezoek gaan. Hiermee wordt het aantal controlebezoeken per landbouwer beperkt.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
10 juli 2007 DL. 2007/1898 3

Randvoorwaardenkorting
Op grond van de eerdergenoemde Europese verordening is Nederland verplicht om een randvoorwaardenkorting op het totale bedrag van alle aangevraagde rechtstreekse inkomenssteun toe te passen, zodra geconstateerd wordt dat een landbouwer één of meerdere Randvoorwaarden GLB niet naleeft.

De constatering dat een landbouwer de Randvoorwaarden GLB niet naleeft, kan gedaan worden tijdens de hierboven vermelde 1%-controle, maar kan ook worden gedaan tijdens de reguliere handhaving van richtlijnen en verordeningen, waarvan enkele bepalingen zijn aangewezen als Randvoorwaarde GLB. In dat geval is de controle-instantie verplicht die niet-naleving door te geven aan de AID. Deze niet-naleving kan ook leiden tot een rand- voorwaardenkorting.

De controle op Randvoorwaarden GLB en de reguliere handhaving van richtlijnen en verordeningen bestaan dus naast elkaar. Dat betekent dat een niet-naleving van een bepaling van een richtlijn of verordening, die tevens Randvoorwaarde GLB is, kan leiden tot een randvoorwaardenkorting én tot een reguliere sanctie (strafrechtelijk dan wel bestuursrechtelijk).

Ik begrijp dat de betrokken landbouwers dit als een `dubbele sanctie' kunnen voelen of ervaren. Echter, de randvoorwaardenkorting staat geheel los van de sanctie die de landbouwer in het betrokken geval krijgt op grond van de reguliere handhaving van de regelgeving. Het zijn twee verschillende systemen.

In andere lidstaten is dit niet anders. Er zijn mij geen lidstaten bekend die een reguliere strafrechtelijke sanctie achterwege laten omdat de betrokkene tevens een korting op de inkomenssteun krijgt opgelegd. Dit zou gelet op de dwingende Europeesrechtelijke voorschiften ook niet mogen.

Uitkomsten randvoorwaardencontroles in 2005 en 2006

2005 2006 Populatie steunaanvragers 71.964 70.919 Ter plaatse gecontroleerde steunaanvragers (zowel de 1%- 3.608 3.103 controle Randvoorwaarden GLB als de 5%-controle I&R) Ter plaatse gecontroleerde steunaanvragers (1%-controle Randvoorwaarden GLB) 883 792 Totaal aantal steunaanvragers met randvoorwaardenkorting 350 421 Aantal steunaanvragers met korting ten opzichte van populatie steunaanvragers 0,5% 0,6% Steunaanvragers met korting 1% 347 414 Steunaanvragers met korting 2% 2 2 Steunaanvragers met korting 3% (herhaling) - 3 Steunaanvragers met korting 4% (herhaling) - 2 Steunaanvragers met korting 20% (opzet) - 1 Totaal ingehouden inkomenssteun a.g.v. randvoorwaardenkorting 34.628 euro 42.000 euro (inschatting)

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
10 juli 2007 DL. 2007/1898 4

In 2006 is een lichte stijging (ongeveer 0,1%) te zien van het aantal landbouwers dat gekort wordt op de GLB-inkomenssteun. De geconstateerde niet-nalevingen hebben zowel in 2005 als 2006 vooral betrekking op identificatie en registratie van dieren en de uitrij- bepalingen van de mestwetgeving. Het ingehouden steunbedrag bedroeg in 2005 ongeveer 100 euro per landbouwer. Dit zal in 2006 naar verwachting op een vergelijkbaar niveau liggen.

Overzicht Europa/andere lidstaten
Gegevens over de toepassing van de randvoorwaardenkorting in afzonderlijke lidstaten zijn niet bekend en worden door de Europese Commissie in principe ook niet afzonderlijk bekendgemaakt. In het evaluatierapport over de uitvoering van cross compliance dat de Europese Commissie op 29 maart 2007 heeft gepubliceerd (COM(2007) 147 definitief) heeft de Commissie geaggregeerde uitkomsten opgenomen van de controles en opgelegde randvoorwaardenkortingen aan de hand van gegevens die zij van 23 lidstaten over het jaar 2005 heeft ontvangen. De gegevens over 2005 worden daarin als volgt samengevat:
- Controles ter plaatse (in totaal 240.898) werden uitgevoerd bij 4,92% van de land- bouwers voor wie de randvoorwaarden golden. Voor de lidstaten die de volledige randvoorwaardenregeling toepasten was dat 4,4%, wat het gevolg was van het specifieke controlepercentage op het gebied van identificatie en registratie van runderen (5 of 10% van de bedrijven). Voor de lidstaten die gebruik maakten van de regeling inzake één enkele areaalbetaling en daarom alleen de GLMC-normen hoefden toe te passen, was het 5,7%, wat kwam doordat in het merendeel van die lidstaten gecombineerde controles voor de randvoorwaarden en de subsidiabiliteitseisen werden uitgevoerd.

- Aan 11,9% van de ter plaatse gecontroleerde landbouwers werden kortingen opgelegd. Dit percentage was hoger voor de volledig onder de randvoorwaarden vallende lidstaten (16,4%) dan voor de overige lidstaten (6,1%), wat kwam doordat deze laatste alleen de naleving van GLMC-normen hoefden te controleren. In de EU als geheel bedroegen de toegepaste kortingen in totaal 9,84 miljoen euro.
- In de lidstaten die de volledige randvoorwaardenregeling toepasten1, hield het overgrote deel (71%) van de geconstateerde niet-nalevingen verband met de identificatie en registratie van runderen. De overige gevallen betroffen vooral de GLMC (13%) en de Nitraatrichtlijn (10%).

- Bij de meeste kortingen (68% in de EU als geheel - tot 98% in sommige lidstaten) ging het om een minimumkorting ten bedrage van 1% van de rechtstreekse betalingen. In ongeveer 14% van de gevallen bedroeg de korting 3%, terwijl in 12% van de gevallen een korting van 5% werd opgelegd.

Afgezet tegen deze samenvatting over de toepassing van cross compliance op Europees niveau mag worden afgeleid dat Nederland wat betreft de toepassing van cross compliance in 2005 zich in de lagere regionen van het Europees gemiddelde bevindt.


1 Om de cijfers niet te vertekenen worden gegevens van de lidstaten die gebruikmaken van de regeling inzake één enkele areaalbetaling en daarom alleen GLMC-normen hoeven toe te passen, hier buiten beschouwing gelaten.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
10 juli 2007 DL. 2007/1898 5

Recente ontwikkelingen

1. Controlebezoek Commissie over uitvoering cross compliance in Nederland De uitvoering van cross compliance in Nederland is in januari 2007 onderworpen aan een controlebezoek door de Europese Commissie. De belangrijkste bevindingen van de Commissie in dit kader hebben betrekking op de inzet van de medehandhavers bij de uitvoering van de controles op Randvoorwaarden GLB en op het door Nederland toegepaste rekenmodel voor de randvoorwaardenkorting.

De Commissie constateert dat de gemeenten en de waterschappen in 2005 vrijwel geheel niet en in 2006 nog onvoldoende aan hun controleverplichtingen hebben voldaan. Dit betekent dat de in 2005 en deels in 2006 uitgevoerde randvoorwaardencontroles op onderdelen onvolledig zijn, terwijl de lidstaten verplicht zijn om de landbouwer te controleren op álle randvoorwaarden die op hem of haar van toepassing zijn. De Commissie heeft daarom Nederland dringend verzocht daarin verbetering aan te brengen. Daarnaast heeft de Commissie vastgesteld dat het rekenmodel voor de randvoorwaarden- kortingen in Nederland vrijwel nooit zal leiden tot een hogere korting dan 1%. De Commissie heeft Nederland dan ook verzocht om het systeem zodanig aan te passen dat in de Europese verordening voorgeschreven korting van in de regel 3% wordt toegepast. Overigens is het zo dat de Europese Commissie nog geen definitief standpunt heeft ingenomen. Ik verwijs in dit verband naar het antwoord op de schriftelijke vragen van het lid Van Velzen inzake fraude met landbouwsubsidies (TK 2006-2007, aanhangsel nr. 1739).


2. Evaluatierapport Commissie over vereenvoudiging uitvoering cross compliance In maart 2007 heeft de Europese Commissie een evaluatierapport (COM(2007) 147 definitief) gepubliceerd over de uitvoering van cross compliance in 2005 (en 2006). De Landbouw- en Visserijraad heeft op 11 juni jl. ingestemd met de conclusies om de uitvoering van cross compliance op een aantal punten te gaan vereenvoudigen. De voor Nederland belangrijkste punten zijn daarin op hoofdlijnen terug te vinden:
- Het algemeen controlepercentage voor cross compliance controles wordt tenminste
1%. Hierbij hoeft geen rekening meer te worden gehouden met uit andere regelgeving voortvloeiende controlepercentages, zoals deze nu nog wel gelden voor I&R-runderen (5 of 10%) en I&R-schapen/geiten (3%). Dit laat overigens onverlet de verplichting van de gespecialiseerde controlediensten om niet-nalevingen van randvoorwaarden GLB die tijdens hun reguliere handhaving van Nederlandse wet- en regelgeving worden vastgesteld, te melden aan de AID.

- Er komt een beperkte mogelijkheid om controles maximaal 14 dagen aan te kondigen. De mogelijkheid tot vooraankondigen blijft op grond van Europees recht vooralsnog beperkt tot die controles die niet veterinair van aard zijn. De uitvoering van de controles wordt zo wel verbeterd, zij het minder dan Nederland graag wilde.
- Voor kleine overtredingen van de randvoorwaarden of GLMC-normen wordt een tolerantiesysteem ontwikkeld, in die zin dat kleine overtredingen niet direct tot een randvoorwaardenkorting zullen leiden, mits de landbouwer passende maatregelen treft om de niet-naleving te herstellen of teniet te doen.
- Er zal een drempelwaarde voor de in te houden randvoorwaardenkorting worden ingevoerd waarbij de Commissie is gevraagd te onderzoeken of een bedrag van
100 euro een geschikte drempelwaarde is.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
10 juli 2007 DL. 2007/1898 6

Op grond van de bevindingen van de Commissie naar aanleiding van het controlebezoek en het evaluatieverslag zijn aanpassingen aan het systeem van cross compliance in de nabije toekomst onvermijdelijk.
De Commissie gaat haar voorstellen op basis van de raadsconclusies uitwerken en omzetten in voorstellen voor wijziging van betreffende EU-regelgeving. Daarnaast is Nederland door de uitkomsten van het controlebezoek genoodzaakt het systeem zoals nu van toepassing op een aantal punten, zoals ik die eerder heb aangegeven, op onderdelen aan te passen. Dit moet zorgvuldig voorbereid worden. Daarom zullen naar verwachting de noodzakelijke aanpassingen niet eerder dan met ingang van 1 januari 2008 kunnen worden doorgevoerd. Over de veranderingen in het systeem zal ik de Kamer te zijner tijd nader informeren.

Veranderingen in doel en reikwijdte van cross compliance zijn door de Commissie niet in het evaluatierapport van maart 2007 betrokken, maar zullen worden meegenomen in de discussie rond de Health Check van het GLB, voorzien in 2008. Ik zal mij er bij deze Health Check voor inzetten om de Europese inkomenstoeslagen in de landbouw in de toekomst meer te koppelen aan het realiseren van maatschappelijke waarden, zoals voedselveilig- heid en voedselzekerheid, het in stand houden van het landschap en de zorg voor milieu en dierenwelzijn.


---- --