Gemeente Amersfoort
---

Persbericht

Afdeling Communicatie

nummer: 172

datum: 12 juli 2007

Wagenwerkplaats aangewezen als monument

Delen van de Wagenwerkplaats aan de Soesterweg 244 krijgen de status van rijksmonument. Dit heeft minister Plasterk van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap besloten. Het gaat om het hoofdgebouw, de veerensmederij, het ketelhuis, de Venkoloods en de beide rolbanen. Stichting Industrieel Erfgoed in de Stad Amersfoort (Siesta) heeft in 2004 de aanvraag tot aanwijzing gedaan. Het complex is eigendom van NS Poort.

NS Vastgoed wilde in 2003 delen van de wagenwerkplaats laten slopen. Enkele inwoners van Amersfoort hebben zich toen in de geschiedenis van deze markante gebouwen verdiept en bij de gemeente een burgerinitiatief ingediend. Dit burgerinitiatief verzocht de gemeenteraad om onderzoek te laten verrichten naar de erfgoedwaarde van de gebouwen en of deze gebouwen gerekend mochten worden tot het roerende industriële erfgoed van Amersfoort. Dit onderzoek is uitgevoerd door de Utrechtse Stichting tot behoud van Industrieel Erfgoed (Usine). Deze stichting concludeerde dat het industriële erfgoed van de Wagenwerkplaats van nationaal belang kan worden beschouwd. Siesta heeft daarop op 27 januari 2004 bij het rijk een verzoek tot bescherming als rijksmonument ingediend. De gemeenteraad heeft in de vervolgprocedure een positief advies uitgebracht aan de minister. Dit leidde tenslotte tot de toewijzing tot rijksmonument.

Geschiedenis
De hoofdwerkplaats van de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij (HIJSM) was sinds de opening van de eerste spoorweg in 1839 in Haarlem gevestigd. In 1903 werd Amersfoort, vanwege de centrale ligging, de nieuwe locatie voor het onderhoud van goederenmaterieel. De Wagenwerkplaats is in 1904 in gebruik genomen. Amersfoort was toen al uit gegroeid tot spoorwegknooppunt en het goederenvervoer was in opkomst. Met de groei van het goederenvervoer over het spoor was bij de inrichting van het terrein al rekening gehouden, gezien het ruim opgezette karakter van de werkplaats. Deze groeide dan ook al snel uit tot hoofdwerkplaats voor goederenmateriaal in Nederland.

In 1908 werd het wagenbedrijf fors uitgebreid en was de kern van het huidige complex - de twee werkhallen, het ketelhuis en de smederij - tot stand gekomen.

De huisarchitect van HIJSM was D.A.N. Margadant en er mag aangenomen worden dat hij de ontwerper is van de hallen.

De volgende grote uitbreiding was in 1924. Het hoofdgebouw en de veerensmederij werden flink uitgebreid. In 1928 werd het 'werken in kettinggang' ingevoerd, een vorm van lopendebandwerk.

Door de halvering van het goederenwagenpark was er rond 1990 sprake van sluiting van de Wagenwerkplaats, maar de NS besloot toch het onderhoud in eigen hand te houden en er werd zelfs geïnvesteerd in het terrein. Enkele jaren later werd de grote reorganisatie en de verzelfstandiging van diverse bedrijfsonderdelen doorgevoerd. Na 1996 werden vervoer en onderhoud gescheiden. Het onderhoud werd onderdeel van NS-dochter NS Materieel BV dat in 1999 gewijzigd werd in Nedtrain, nog steeds volledig dochter van de NS. In 2000 maakte Nedtrain bekend dat het Wagenbedrijf Amersfoort per 1 januari 2001 zou gaan sluiten. De laatste wagen verliet in juni 2000 de werkplaats.

Informatie: Mirjam Boon, communicatieadviseur voor de sector Stedelijke Ontwikkeling en Beheer (SOB), afdeling Stedelijk Beheer van de gemeente Amersfoort, telefoon 033 469 42 69 of
06 55 12 39 83, e-mail: mcm.boon@amersfoort.nl.

Raymond Bijen, Stichting Industrieel Erfgoed in de Stad Amersfoort (Siesta), telefoon
035 629 26 29 (werk).

---- --