Belgische Federale Overheid
20-07-2007
Toespraak van Z.M. de Koning ter gelegenheid van de Nationale Feestdag
Dames en Heren,
In de eerste plaats hecht ik eraan iedereen hartelijk te danken die
mij wensen van spoedig herstel heeft toegestuurd na mijn recente
operatie. Ik was er zeer door getroffen. Eens te meer heb ik
persoonlijk kunnen vaststellen hoezeer de medische zorgen in ons land
van heel hoog niveau zijn, en ik sta erop onze artsen en ons
verzorgend personeel mijn bewondering te betuigen. Ik denk ook aan de
talrijke zieke personen en wens ze een spoedig herstel toe.
Ter gelegenheid van onze Nationale Feestdag heb ik u meer dan eens
aangespoord moeite de doen om onze verschillende gemeenschappen beter
te leren kennen en om vaker de dialoog met hun burgers aan te gaan. De
culturele verscheidenheid van ons land, als we ze goed beleven, is een
geweldige troef.
Het is dan ook met werkelijk genoegen dat ik de jongste maanden heb
kennis genomen van meerdere initiatieven die door burgers werden
genomen om een betere wederzijdse beeldvorming te bewerken.
Vooreerst is er dat mooie experiment dat twee kranten, een
Nederlandstalige en een Franstalige, hebben opgezet om samen gedurende
een maand in ieder van onze gemeenschappen en gewesten poolshoogte te
nemen op zeer verschillende gebieden die de burger rechtsreeks raken.
Die uitwisseling heeft de journalisten en de lezers een beter begrip
bezorgd van de andere gemeenschap en heel wat karikaturen, clichés en
vooroordelen uit de wereld geholpen. Dit is een belangrijk feit, en ik
had de gelegenheid met beide hoofdredacteurs van die dagbladen erover
te spreken en hen te feliciteren met hun initiatief.
De inspanningen van meerdere andere kranten om talenten uit de andere
gemeenschappen aan het licht te brengen heb ik ook op prijs gesteld.
Ze zijn zeer waardevol want ze laten ons toe de creativiteit van elke
gemeenschap beter te waarderen.
Sinds geruime tijd informeren de audiovisuele media hun luisteraars en
kijkers over thema's die de volle aandacht genieten in de andere
gemeenschappen en vermelden ze de onderwerpen die er geregeld
voorkomen. Zodoende verruimen ze de blik van onze medeburgers.
Op cultureel vlak heb ik grote waardering voor het interessante
initiatief dat uitging van negentig Nederlandstalige, Franstalige, en
meertalige Brusselse kunstenorganisaties die een
samenwerkingsovereenkomst hebben ondertekend.
Feitelijk, verbinden die organisaties zich ertoe op verschillende
vlakken samen te werken, bijvoorbeeld op het gebied van de
communicatie door, onder meer, tweetalige programma's en promoties aan
te bieden. Bovendien zullen die instellingen hun infrastructuur voor
elkaar toegankelijk stellen, hun publiek, hun studenten en docenten
uitwisselen. Het beoogde doel is elke cultuur aan de andere culturen
voor te stellen om ze alle, dankzij die contacten, wederzijds te
verrijken. Ik heb de verantwoordelijken van het Brussels
Kunstenoverleg en van de Réseau des Arts à Bruxellesontmoet en ben
vooral getroffen geweest door hun gedrevenheid een positieve,
enthousiasmerende boodschap uit te dragen, een boodschap van
collegialiteit en solidariteit tussen instellingen, kunstenaars en
publiek. De culturele wereld vervult nogal dikwijls een pioniersrol.
Bovendien heb ik veel bewondering voor de talrijke initiatieven van
het Prins Filipfonds. Het streeft er naar elke vorm van dialoog tussen
personen komende uit onze drie gemeenschappen aan te moedigen, wat
onder meer vele uitwisselingen inhoudt tussen klassen van het
secundair en van het basisonderwijs van onze verschillende
gemeenschappen. Projecten worden ook ontwikkeld op het niveau van het
technisch- en beroepsonderwijs en van de Hogescholen. Verenigingen van
verschillende gemeenschappen worden aangespoord om hun ervaring op het
vlak van de jeugd, de cultuur, of het milieu met elkaar te delen. Een
ander origineel initiatief van het Prins Filipfonds is Belgodyssée dat
aan jonge Vlaamse en Franstalige journalisten de kans biedt samen
reportages te maken in het ganse land.
Het heeft me ook getroffen dat verschillende organismen talrijkeacties
ondernemen om de kennis van de taal van de anderen aan te moedigen.
Dat is onmisbaar om hun cultuur te waarderen, het gesprek aan te gaan,
en ook bijzonder nuttig inzake werkgelegenheid.
Op economisch vlak heb ik interessante ontwikkelingen kunnen
vaststellen, bijvoorbeeld de vele inspanningen om de interregionale
mobiliteit van de werknemers te bevorderen, en ik sta erop alle
verantwoordelijken aan te moedigen die acties verder te zetten en te
intensiveren. Dit is zeker belangrijk voor de economie maar ook op
sociaal en cultureel vlak. Bovendien nemen economische
verantwoordelijken deel aan projecten in andere gewesten en ze stellen
er hun ervaring ter beschikking.
Tot slot groeit er een vruchtbare samenwerking tussen Vlaamse en
Franstalige universiteiten.
Die levendige bedrijvigheid versterkt de banden tussen de bewoners van
onze gemeenschappen en gewesten en maakt hen tot betere burgers van
ons land, van Europa en van de wereld. Zoals een Europese Commissaris
uit een naburig land schreef, bewijst dit dat de culturele diversiteit
van een land bron kan zijn van eenheid rond gemeenschappelijke visies
en ondernemingen.
Bij mijn recent bezoek aan de Verenigde Naties in New York, waar ons
land deelneemt aan de werken van de Veiligheidsraad, heb ik eens te
meer kunnen vaststellen hoezeer onze culturele verscheidenheid
internationaal wordt gewaardeerd omdat zij ons toelaat andere culturen
beter te begrijpen en de toenadering tussen verschillende volkeren en
landen in de hand werkt.
Ik hoop dat die initiatieven van de burgers nog meer diepgaand en
talrijker zullen worden, en met deze wens zeggen de Koningin, ikzelf
en gans onze familie U allen van harte een heel gelukkige Nationale
Feestdag.