Vlaamse Overheid

Nieuwsbericht van de Vlaamse overheid van vrijdag 20 juli 2007

Nieuwe regels voor 140.000 sociale woningen en 287.000 sociale huurders

De Vlaamse Regering heeft een belangrijke stap gezet in de hervorming van de sociale huisvesting. Op voorstel van minister van Wonen Marino KEULEN heeft ze het voorontwerp van kaderbesluit sociale huur en het voorontwerp van uitvoeringsbesluit van het nieuwe financieringssysteem voor de sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM's) principieel goedgekeurd. Het kaderbesluit geeft uitvoering aan de nieuwe Wooncode.

De hervorming geeft de SHM's zuurstof om meer woningen te bouwen. Ze garandeert een betaalbare woning voor elke huurder. Ze maakt het steden en gemeenten mogelijk een eigen toewijzingsbeleid te voeren binnen een algemeen Vlaams kader. En ze geeft de huurder door de invoering van de taal- en inburgeringsbereidheid en de proefperiode van twee jaar rechten maar ook plichten.

Het kaderbesluit sociale huur is in tegenstelling tot het vorige besluit van toepassing op alle sociale gesubsidieerde huurwoningen (van de SHM's, de Vlaams Maatschappij voor Sociaal Wonen, van de gemeenten en OCMW's, van de sociale verhuurkantoren, van het Vlaams Woningfonds...). Hierdoor kommt er eenvormigheid in de sociale huisvesting in Vlaanderen. In een eerste fase zullen het nieuwe financieringssysteem en de huurprijsberekening enkel van toepassing zijn op de bouwprojecten van de SHM's. In een tweede fase wordt het stelsel uitgebreid worden tot alle sociale huisvestingsactoren.

Innovaties

De belangrijkste innovaties zijn:


1. Voorwaarde van onbeperkt verblijfsrecht

Uitgangspunt is dat sociale woningen bestemd zijn voor permanente bewoning. De toegang tot sociale woningen wordt dus gekoppeld aan een onbeperkt verblijfsrecht.


2. Taal- en inburgeringsbereidheid voor kandidaat-huurders en nieuwe huurders

De Vlaamse Regering voert naast de klassieke inkomens- en eigendomsvoorwaarde de taal- en inburgeringsbereidheid in voor alle kandidaat-huurders en nieuwe huurders. Deze bereidheid wordt zowel bij de inschrijving in het register als bij de toewijzing van een woning getoetst. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met de Huizen van het Nederlands en de onthaalbureaus.


3. Invoering van de proefperiode

De invoering van een proefperiode van twee jaar is van toepassing op alle nieuwe huurders, ook voor de persoon die later toetreedt tot een lopende huurovereenkomst. De proefperiode is een bijkomend instrument om te evalueren of een huurder zich als een goede huisvader gedraagt.


4. Toewijzingsbeleid op maat van de lokale context

Het kaderbesluit sociale huur maakt lokaal maatwerk mogelijk. Zo kan de gemeente deels afwijken van het algemeen geldend toewijzingsreglement op basis van specifieke behoeften en lokale noden. Voorbeelden hiervan zijn de lokale binding van de kandidaat huurder met de gemeente, het aantrekken van specifieke doelgroepen (bejaarden, gezinnen...) of maatregelen voor het bewaken en herstellen van de leefbaarheid.


5. Nieuwe huurprijsberekening

De ouderwetse huurprijsberekening op basis van de basishuurprijs van de woning en de inkomenscoëfficiënt van de huurder wordt afgeschaft. Bij de nieuwe huurprijsberekening staan de betaalbaarheid van de woning en de transparantie centraal. De huurprijs wordt nu berekend op basis van het gezamenlijk belastbaar inkomen en de kwaliteit van de woning. Per persoon ten laste wordt een korting toegekend. Maar er zal een toeslag aangerekend worden indien een huurder een woning onderbezet.


6. Toezicht in het kader van de sociale huurreglementering

De toezichthouder waakt over de wettelijke uitvoering van het kaderbesluit sociale huur. Hij oefent onder andere toezicht uit op de actualisatie van de inschrijvingsregisters en op de toewijzing van de woningen. Hij hoort de kandidaat-huurder en/of huurder wanneer die zich benadeeld voelt en kan administratieve maatregelen en administratieve boetes opleggen aan huurders en verhuurders bij het niet nakomen van de wettelijke verplichtingen.


7. Sluitende financiering voor de SHM's

De nieuwe financiering van de sociale huursector wordt verzekerd via een tweeledig financieringssysteem dat bestaat uit:


- een lening van 0 % op 33 jaar voor de aankoop van een grond, van een woning, voor de sloop en de bouw en renovatie van een woning.


- een jaarlijkse gewestelijke sociale correctie (GSC) per SHM, berekend als het verschil tussen de inkomsten en de reële of genormeerde uitgaven van de SHM. Deze genormeerde uitgaven vormen de maatstaf van goed beheer bij het al dan niet uitkeren van de GSC.

De lening van 0 % op 33 jaar wordt enkel verkregen binnen ingevoerde prijsplafonds voor de aankoop van een grond, een woning, de bouw en renovatie van een woning. Alles boven deze prijsplafonds moet op een andere manier worden gefinancierd zonder tussenkomst van het Vlaamse Gewest.

Jaarlijks gebeurt er een verrekening, waarbij de inkomsten uit de sociale verhuring voor het hele patrimonium van een SHM wordt vergeleken met een aantal reële en een aantal genormeerde kosten. Reële kosten zijn bijvoorbeeld de onroerende voorheffing, de beheersvergoeding aan de VMSW en de financiële lasten van de SHM, terwijl de belangrijkste genormeerde kosten de onderhouds- en werkingskosten zijn, alsook de kosten voor leegstand en wanbetaling. Indien het resultaat negatief is dan zal de Vlaamse overheid het verschil tot aan de norm bijpassen. Is het resultaat positief dan mag de SHM dit surplus houden.

Het geheel van huurinkomsten en subsidiëring (het financieringsstelsel), moet de SHM uiteindelijk in staat stellen om bij goed beheer te verhuren zonder verlies. Het moet tevens nieuwe investeringen in de huursector haalbaar maken.

Minister Keulen: "door de invoering van genormeerde kosten wordt in het nieuwe financieringssysteem duidelijk aangegeven in welke mate beroep kan gedaan worden op overheidsfinanciering. Goed bestuur, kostenefficiëntie, autonomie en responsabilisering zijn dan ook de kernprincipes van het nieuwe systeem".

Het kaderbesluit sociale huur en het nieuwe financieringsstelsel treden vanaf 1 januari 2008 in werking. In totaal vallen zo'n 140.000 woningen en 287.000 huurders onder het nieuwe systeem. Gezien de grote omvang van de hervorming moeten op technisch vlak enorme aanpassingen gebeuren. Alle partners zullen in de komende maanden intensief vergaderen om het geheel operationeel te krijgen tegen 1 januari 2008. De nieuwe huurprijsberekening zal in drie stappen ingevoerd worden, zodat het nieuwe systeem op 1 januari 2011 volledig geïmplementeerd is en dus vanaf dan effectief inwerking treedt. Zo worden te bruuske huurprijsschommelingen voor zowel huurder als verhuurder vermeden. Bovendien krijgen de SHM's de tijd om de nieuwe software voor de huurprijsberekening te implementeren. De Vlaamse Regering zal in deze overgangsperiode elk jaar aan de SHM's meedelen binnen welke de contouren de huurprijzen moeten evolueren.

Voor meer persinformatie kunt u terecht bij:

Peter Dejaegher, woordvoerder van minister Keulen Tel: 02 552 65 10
GSM: 0478 90 89 57
Email: persdienst.keulen@vlaanderen.be