ICCO voorzitter Terpstra: "Situatie Soedanese ontheemden schrikbarend"

08/08/2007 16:19



ICCO



In Soedan leven 5,5 miljoen ontheemden, op een bevolking van 37 miljoen. Ruim 2 miljoen van hen leeft in kampen rondom de hoofdstad Khartoem. Ze zijn van hun woongebieden verdreven als gevolg van de burgeroorlog tussen Noord- en Zuid-Soedan en door conflicten in de westelijke provincie Darfur. Hun leefomstandigheden zijn schrijnend en de internationale gemeenschap kan weinig ondernemen, zo zag ICCO-voorzitter Doekle Terpstra tijdens zijn reis in Soedan afgelopen week.

Het verschil tussen ontheemden en vluchtelingen lijkt niet groot; het gaat in beide gevallen om mensen die hun leefgebied ontvlucht zijn vanwege conflicten of andere rampen. Echter, ontheemden of IDP's (Internally Displaced Persons) zijn in hun vlucht binnen de landsgrenzen gebleven. Daarom is hun welzijn in de eerste plaats een verantwoordelijkheid van de nationale overheid. Internationale organisaties zoals VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR, kunnen hierdoor minder daadkrachtig opkomen voor en waken over de belangen van ontheemden.

Twee van de vijfenhalf miljoen ontheemden van Soedan hebben in officiële kampen en 'squatter areas' rondom de hoofdstad Khartoem een veiliger heenkomen gezocht. Hun leefsituatie is schrikbarend. Het aantal kinderen dat ernstig is ondervoed in bijvoorbeeld kamp El Fatah III is elf keer groter dan het gemiddelde aantal in Khartoem. De Soedanese regering werkt organisatie en vereniging van mensen in deze kampen tegen. Ook de veiligheid en menselijke waardigheid worden consequent genegeerd door gemeentelijke en nationale autoriteiten. Willekeurige arrestaties zijn aan de orde van de dag, rechtspraak komt hier niet aan te pas.

ICCO-voorzitter Doekle Terpstra was samen met Hans Bruning, internationaal programma- directeur ICCO & Kerk in Actie, in Soedan om met eigen ogen te zien wat de ernst is van de situatie en wat de ICCO-partners (kunnen) doen om de situatie te verbeteren. Terpstra: "Vooral de mensonterende omstandigheden in het Mayo-kamp, een vluchtelingenkamp net buiten Khartoem, hebben me zeer getroffen. Er is geen water of elektriciteit, de hutten staan op instorten en door het regenseizoen is het kamp veranderd in een grote modderpoel. Maar ondanks de erbarmelijke leefomstandigheden blijven de mensen hoop houden. Alleen daarom al zijn we het aan onze stand verplicht om hen te helpen een toekomst op te bouwen."

Nu de aandacht van de internationale donorgemeenschap volledig is gericht op de crisis in Darfur en wederopbouw in het Zuiden, valt deze groep ontheemden opnieuw buiten beeld. Want ontwikkelingshulp, maar ook diplomatieke en politieke aandacht voor Soedan, zal nu naar deze gebieden gaan. Het merendeel van de ontheemden zal echter hoogstwaarschijnlijk nog jaren in Khartoem moeten blijven. Zeer onterecht, vindt Terpstra: "Investering in ontheemden is een onmisbare investering in de vrede en ontwikkeling. Ontheemden hebben recht op een menswaardig bestaan. En ICCO maakt zich daar hard voor door aandacht te blijven vragen bij de (inter)nationale politiek voor deze groep ontheemden en door het versterken van de capaciteit van maatschappelijke organisaties in Soedan."