Time : 10:54:49
Date : 08 August 2007
Sender Name: FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

Proefdieren in België: cijfers 2006

In totaal zijn vorig jaar 756.715 dieren gebruikt voor biomedische proeven. Dit betekent een lichte stijging van het aantal proefdieren in vergelijking met 2005. De proefdieren werden voornamelijk gebruikt voor de ontwikkeling en kwaliteitscontrole van geneesmiddelen en medisch materiaal. Dat besluit de dienst Dierenwelzijn van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu op basis van de statistieken van de erkende laboratoria voor 2006.

In 2006 zijn vooral meer proeven verricht op muizen. Er zijn ook meer dierproeven uitgevoerd op konijnen, vissen en vogels. Het aantal gebruikte apen daarentegen daalde met de helft. Bijna twee derde van de proefdieren werd ingezet voor de ontwikkeling van geneesmiddelen en medisch materiaal. 97,7 % van de veiligheids - en kwaliteitstesten op geneesmiddelen zijn in Europa wettelijk verplicht voor de bescherming van de consument.

De lichte stijging in het aantal proefdieren is te verklaren door het toenemend onderzoek naar ziektemechanismen bij mensen. Dierproeven blijven onmisbaar voor de vooruitgang van het medisch en farmacologisch onderzoek. Ze dragen bij tot het ontwikkelen van nieuwe geneesmiddelen en vaccins en het stellen van diagnosen van talloze ziekten bij mensen en dieren. In België zijn dierproeven voor het testen van cosmetica niet toegelaten.

Dierproeven worden uitgevoerd binnen een streng geregeld kader, meestal op speciaal daarvoor gekweekte dieren. Er zijn 42 ethische commissies die erop toezien dat dieren in laboratoria niet nodeloos lijden. De federale inspectiedienst Dierenwelzijn voert controles uit in de laboratoria zelf. De commissies kijken na of het gebruik van dieren noodzakelijk is en evalueren of er geen alternatieve testen bestaan. Hiervoor doen de commissies een beroep op een gestandaardiseerd ethisch afwegingsmodel dat werd verspreid door de dienst Dierenwelzijn.

Dierproeven mogen in België enkel plaatsvinden indien er geen mogelijkheid bestaat om het beoogde resultaat te bekomen zonder gebruik van dieren. Alternatieve methodes kunnen echter niet altijd het menselijke organisme in al zijn complexiteit nabootsen.

De dierproeven van 2006 in cijfers:

Er zijn 37.739 meer proefdieren (5,25 %) gebruikt dan in 2005. In totaal gaat het om 756.715 dieren.


-440.198 dieren (58 %) werden gebruikt voor de ontwikkeling en kwaliteitscontrole van geneesmiddelen en medisch materiaal


-222.416 proefdieren (29 %) waren nodig voor biologisch onderzoek naar cellulaire mechanismen


-57.983 dieren (7,66 %) werden gebruikt voor toxicologische testen of veiligheidsonderzoeken. Het grootste deel van deze testen betreft analyses van geneesmiddelen of medische uitrusting. Tijdens deze testen worden de mogelijke risico's voor mens en milieu nagegaan.

Ook in 2006 werden vooral knaagdieren en konijnen als proefdier gebruikt (91,54 %). Dan volgen vissen, reptielen en amfibieën (samen 5,64 %) en pluimvee (2,14 %). Honden, katten en apen vertegenwoordigen respectievelijk 0,16 %, 0,01 % en 0,03 % van de gebruikte dieren.

In 2006 waren 386 Belgische laboratoria erkend om dierproeven uit te voeren. Het merendeel van de laboratoria zijn universitaire instellingen (87%). De privé sector die het meeste aantal dieren gebruikt, vertegenwoordigt 7 %. Overheidslaboratoria vertegenwoordigen de overige 6%.

Contactpersoon voor de pers:
Dr Bart Hoet: 02 524 74 15 - bart.hoet@health.fgov.be Dienst Dierenwelzijn en CITES
Federale overheidsdienst
Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

URL: http://www.health.fgov.be

Link to Press Release - NL Link to Press Release - FR