17 augustus 2007
onderwerp bijlagen
Antwoord op vragen inzake hanen- en hondengevechten
Geachte Voorzitter,
Hierbij doe ik u, mede namens de minister van Justitie, de antwoorden toekomen op de
vragen van het lid Thieme (PvdD) aan de minister van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit en van Justitie over hanen- en hondengevechten.
1
Kent u het bericht `Vechthanen gedumpt bij Ossermeer'?
Ja
2
Kunt u aangeven op welke schaal er gevechten gehouden worden met hanen en honden in
Nederland? Op welke cijfers baseert u uw uitspraken en door wie zijn deze gegevens
verzameld?
3
Kunt u aangeven welke maatregelen er worden getroffen om deze gevechten op te
sporen? Deelt u de mening dat deze maatregelen afdoende zijn om gevechten op te
sporen? Zo ja, waar blijkt dat uit? Zo neen, welke aanvullende maatregelen bent u
voornemens te treffen en binnen welke termijn?
5
Bent u bereid aanvullende maatregelen te treffen om het houden van hanen- en
hondengevechten tegen te gaan? Zo ja, op welke wijze en op welke termijn? Zo neen,
waarom niet?
Bij het Openbaar Ministerie (OM), de Landelijke inspectiedienst (LID) en de Algemene
Inspectiedienst (AID) is niet bekend of hanen- en hondengevechten structureel
plaatsvinden. Daarmee zijn ook geen cijfers bekend met welke frequentie hanen- en
hondengevechten plaatsvinden. Wel wordt sporadisch bij de LID melding gedaan
betreffende dieren die mogelijk betrokken kunnen zijn geweest bij dierengevechten. Deze
meldingen hebben het afgelopen jaar echter geen bewijsbare strafbare feiten gekoppeld
aan een verdachte als resultaat gehad.
Omdat aanwijzingen voor het structureel en frequent plaatsvinden van dierengevechten
ontbreken, is er momenteel geen aanleiding om een actief opsporingsbeleid ten aanzien
van hanen- en hondengevechten te initiëren. Zodra meldingen worden gedaan over
hanen- of hondengevechten dan wel anderszins concrete signalen daarover binnenkomen,
zullen deze in beginsel worden onderzocht door AID, LID danwel de politie.
4
Kunt u aangeven welke maatregelen er worden getroffen om het fokken van vechthanen
tegen te gaan? Deelt u de mening dat deze maatregelen afdoende zijn om het fokken van
vechthanen tegen te gaan? Zo ja, waar blijkt dat uit? Zo neen, welke aanvullende
maatregelen bent u voornemens te treffen om het fokken van vechthanen tegen te gaan
en binnen welke termijn?
Op grond van artikel 61, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren is het
organiseren van dierengevechten alsook het laten meedoen van dieren aan
dierengevechten verboden. Dit geldt dus ook voor hanengevechten. De regelgeving is
gericht op het tegengaan van dierengevechten en betreft niet het fokken van dieren voor
dierengevechten. Een haan is geen vechthaan van nature, maar wordt pas een vechthaan
na training. Een fokverbod voor vechthanen dient uw doel dus niet.
6
Kunt u aangeven op welke wijze en met welke straffen organisatoren van hanen- en
hondengevechten worden gesanctioneerd? Waar baseert u uw gegevens op?
7
Vindt u de strafmaat voor de organisatoren voor deze gevechten afdoende? Zo ja, deelt u
de mening dat de straf afschrikwekkend genoeg is om gevechten met hanen en honden te
voorkomen? Zo neen, op welke wijze en binnen welke termijn gaat u de strafmaat
verhogen?
Het organiseren van, of het dieren laten meedoen aan dierengevechten is een misdrijf.
Artikel 122 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren bepaalt dat op dit misdrijf een
gevangenisstraf van maximaal drie jaar of een geldboete van maximaal 16.750 staat.
Ik acht deze strafmaat afdoende.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
---- --
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit