Ministerie van Economische Zaken


Antwoord kamervragen inzake de kosten van wind- en kernenergie


Aan

De Voorzitter van de Tweede Kamer der

Staten-Generaal

Binnenhof 4

2513 AA 's-GRAVENHAGE


Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n)
22 augustus 2007 2060721160 ET/ED / 7090333
Onderwerp


Beantwoording vragen van de leden Zijlstra en Neppérus (beiden VVD) over het
conceptrapport van het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) inzake de kosten
van wind- en kernenergie


Hierbij zend ik u, mede namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer, de antwoorden op de vragen gesteld door de leden Zijlstra en Neppérus
(beiden VVD) over het conceptrapport van het Energieonderzoek Centrum Nederland
(ECN) inzake de kosten van wind- en kernenergie (ingezonden op 18 juli 2007 onder
nummer 2060721160).


Met betrekking tot de beantwoording attendeer ik u erop, dat de vragen aan een uitgelekt
conceptrapport refereren, dat ECN voorbereidt ten behoeve van de commissie
Toekomstige Energievoorziening van de Sociaal Economische Raad. Dit conceptrapport
is in de genoemde SER-commissie becommentarieerd en zal mede op basis van dit
commentaar nog worden aangepast. Het definitieve rapport zal waarschijnlijk in
september 2007 verschijnen. De Sociaal Economische Raad betrekt het definitieve
rapport bij zijn advies aan de Regering over de toekomstige energievoorziening. Gelet op
deze omstandigheden hebben de onderstaande antwoorden een voorlopig karakter.


1

Hebt u kennis genomen van het bericht 1) dat op basis van een conceptrapport van
Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) kan worden geconcludeerd dat windmolens
op land een goedkoper alternatief voor fossiele brandstoffen zijn dan kerncentrales? 1)


Ja





2

Wat vindt u van de conclusies van het rapport? Bent u het eens met deze conclusies?


Het conceptrapport, dat is getiteld "Fact Finding Kernenergie", wordt opgesteld in
opdracht van de Commissie Toekomstige Energievoorziening van de Sociaal
Economische Raad. Het rapport heeft, zoals het krantenbericht aangeeft, nog een
voorlopig karakter en is nog niet afgerond. Ik wacht af met welk advies de Sociaal
Economische Raad komt.


3

Klopt het dat, bij een vergelijkbare kostprijs van beide energiesoorten, de prijs van
kernenergie hoger is omdat daar extra kosten bijkomen voor beveiliging tegen
terroristische acties? Hoeveel bedragen deze extra kosten voor beveiliging tegen
terroristische acties?


Gebruikelijk is dat aspecten met betrekking tot beveiliging en terrorismebestrijding in de
kostenstudies altijd worden meegenomen. Het actuele beeld is dat deze extra kosten
beperkt zijn ten opzichte van de totale investerings- en bedrijfskosten.


4

Zijn de extra kosten die in het geval van windenergie worden gemaakt, vanwege het feit
dat windmolens afhankelijk zijn van of het waait en dat bij windmolens dus altijd als
back up aanspraak moet kunnen worden gemaakt op een (elektriciteits)centrale voor het
geval het niet (of te hard) waait, ook meegenomen in de kostenvergelijking? Zo neen,
waarom niet? Deelt u de mening dat, voor een volledige en correcte vergelijking van de
kosten van beide energiesoorten, deze extra kosten ook zouden moeten worden
meegerekend?


Indien twee opties met elkaar vergeleken worden, moeten inderdaad zoveel mogelijk
alle soorten kosten worden meegenomen. In de kosten-batenanalyse van het CPB die mijn
voorganger u op 19 september 2005 aanbood (Tweede Kamer, vergaderjaar 2004­2005,
29 575, nr. 11) heb ik aangegeven dat het CPB en ECN tot de conclusie komen dat
reservevermogen geen knelpunt is voor ontwikkeling van wind op zee; met
investeringskosten van 5à 6% van de totale investeringskosten kan eenzelfde niveau van
leveringszekerheid worden verkregen als gebruikelijk is bij conventionele
elektriciteitsproductie.


5

Deelt u de mening, indien de conclusie van het conceptrapport van ECN klopt, dat
windenergie op land niet langer onrendabel is en dus buiten de opvolger van de MEP-
2





regeling, oftewel de nieuwe Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE), zou
moeten vallen?


Ik ben met u eens dat wanneer een optie rendabel is, deze buiten de SDE moet vallen.
Windenergie op land is in Nederland echter op dit moment nog niet rendabel. Ten
behoeve van de SDE, die zo vroeg mogelijk in 2008 wordt opengesteld, zal ik voor die
tijd bepalen wat de subsidiebehoefte van windenergie op land is.


(w.g.) Maria J.A. van der Hoeven


1) Algemeen Dagblad, 11 juli 2007, `Windmolen verslaat kerncentrale' en `Wind wint
snel terrein als energiebron'


---






---- --