Provincie Zuid-Holland


Bestemmingsplan gemeente Pijnacker-Nootdorp terecht afgekeurd

De provincie Zuid-Holland heeft terecht goedkeuring onthouden aan het bestemmingsplan "Bedrijvenpark Heron' van de gemeente Pijnacker-Nootdorp. Dat heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bepaald. Het bestemmingsplan voorziet in de ontwikkeling van het bedrijventerrein Heron (voorheen bekend als De Grote Driehoek) in Pijnacker-Nootdorp. De provincie Zuid-Holland is al sinds 1999 met de gemeente in gesprek over de (her)vestiging van milieuhinderlijke bedrijven op Bedrijvenpark Heron. Op het terrein moet een plaats worden gevonden voor de autoinzamelings- en demontagebedrijven. Die staan nu nog op het Haagse bedrijventerrein 'De Binckhorst'. Vanwege plannen van Den Haag om De Binckhorst grondig op te knappen moeten die bedrijven daar weg.

Gedeputeerde Staten hebben de gemeente Pijnacker-Nootdorp meerdere malen verzocht om bij het opstellen van het bestemmingsplan voor Bedrijvenpark Heron ruimte te reserveren voor autoinzamelings- en demontagebedrijven. De gemeenteraad heeft voorstellen van het College van BenW tweemaal afgewezen. Uiteindelijk hebben gedeputeerde staten, na de daarvoor vereiste procedure te hebben doorlopen, de gemeente op 23 mei 2006 een aanwijzing ex artikel 37, leden 4 en 5 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening gegeven. Op basis van deze aanwijzing dient 4 hectare netto van het bedrijventerrein expliciet voor de vestiging van autodemontagebedrijven te worden bestemd.

Binnen deze bestemming moet ruimte zijn voor het uitoefenen van autoinzamelings- en demontageactiviteiten en daaraan direct verwante activiteiten, waaronder een schrootinzamelpunt. Daarnaast moeten de gronden met deze bestemming dusdanig gelegen zijn dat kan worden voorzien in een goede ontsluiting en een goede ruimtelijke inpassing van deze bedrijvigheid. Terwijl deze aanwijzing werd voorbereid, heeft de gemeente Pijnacker-Nootdorp op 10 mei 2006 het bestemmingsplan "Bedrijvenpark Heron vastgesteld. In dit plan was aan het gebied overwegend een algemene bedrijfsbestemming toegekend. Alhoewel deze bestemming de vestiging van autoinzamelings- en demontagebedrijven in principe niet onmogelijk maakt, hebben Gedeputeerde Staten geoordeeld dat het plan onvoldoende garanties bood dat de gronden niet aan andere dan autodemontagebedrijven zouden worden uitgegeven. Een dergelijke handelswijze zou namelijk niet in strijd zijn me thet bestemmingsplan.

GedeputeerdeStaten waren derhalve van mening dat het bestemmingsplan op dit punt niet voldoet aan de eisen die hieraan in de 1e partiële herziening van het streekplan Zuid-Holland West worden gesteld. Een en ander vormde reden om (bij besluit van 3 oktober 2006) aan het bestemmingsplan goedkeuring te onthouden. De gemeente heeft tegen dit besluit beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Deze heeft bij uitspraak van 22 augustus 2007 geoordeeld dat gedeputeerde staten terecht goedkeuring hebben onthouden.

Bron: afdeling Communicatie, telefoon 070 - 441 66 22