Hoe verzorgingsstaten zorgen
Van WRR staflid Monique Kremer is onlangs verschenen How Welfare
States Care. Hierin gaat zij in op de verschillen in arbeidsdeelname
van vrouwen in Denemarken, Engeland, België en Nederland. Vrouwen zijn
in grote getale de arbeidsmarkt opgegaan maar er zijn toch grote
verschillen. In Denemarken werken moeders meer dan in Engeland en in
Nederland inmiddels meer dan in België, maar dan wel in deeltijd.
Vaak wordt gezegd dat verzorgingsstaten het verschil maken. Hoe meer
en goedkoper er kinderopvang is, des te meer moeders werken. Hoe meer
kostwinnersbeginselen in het belastingstelsel en sociale zekerheid,
des te minder moeders er werken. Na een analyse van sociale zekerheid,
belastingen, verlofregelingen en kinderopvang in vier landen blijkt
deze logica niet helemaal te kloppen. Moeders zijn geen homo
economicus maar een homo moralis: ze kiezen soms zelfs tegen hun
economische belangen in. Moeders worden gedreven door een zorgideaal:
het belangrijkste is dat er uitstekend voor de kinderen wordt gezorgd
als ze werkt. Kremer toont overtuigend aan dat verschillende
verzorgingsstaten verschillende idealen van zorg prediken. De
culturele boodschap is belangrijker dan de financiële.
How Welfare States Care. Culture, Gender Citizenship and Parenting in
Europe, ISBN 978 90 5356 975 7 is te bestellen via Amsterdam
University Press, Herengracht 221, 1016 BG, Amsterdam
Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid