Ingezonden persbericht


Roker in horeca moet ook boete krijgen
Slechts 5% bevolking is het eens met plannen kabinet

Woerden, 5 september 2007 - Koninklijk Horeca Nederland heeft TNS-NIPO laten onderzoeken hoe de Nederlandse bevolking denkt over de invulling van een rookverbod in de horeca. De belangrijkste uitkomst is dat 91% van mening is dat ook de roker die, ondanks een rookverbod in een horecabedrijf toch rookt, een boete moet krijgen. Verder vindt 52% dat zowel de roker als de horecaondernemer een boete moet krijgen en 39% uitsluitend de roker. Dit betekent dat 91% van mening is dat in ieder geval de roker zelf een boete moet krijgen. Deze uitkomst staat haaks op de plannen van het kabinet dat wil dat alleen de horecaondernemer een boete krijgt. Slechts 5% is het eens met de aanpak van minister Klink.

Jeu Claes, directeur Koninklijk Horeca Nederland: "Wij hadden het gevoel dat veel mensen het logisch vinden dat een roker die willens en wetens een rookverbod overtreedt, een boete krijgt. Dat het een dergelijke grote meerderheid blijkt, is ook voor ons een verrassing. Het past bij onze ideeën. Wij zijn niet tegen een rookverbod, maar het moet wel voor iedereen duidelijk zijn. Een boete voor de roker draagt bij aan die duidelijkheid." Claes wil dat de boete voor de roker wordt meegenomen in de uitwerking van de plannen van minister Klink. "Een andere vraag die wij gesteld hebben is of mensen verwachten dat een boete voor de roker effect heeft op de naleving van het rookverbod. Het blijkt dat 77% vindt dat dit een groot of enig effect zal hebben. Voor ons is de conclusie dus duidelijk: beboet ook de roker! Bovendien is het de vraag of je juridisch gezien een horecaondernemer die er alles aan doet om de wet na te leven wel kunt beboeten voor het gedrag van zijn gasten. Dit ligt heel anders bij andere rookvrije werkplekken, want daar is een natuurlijke gezagsrelatie tussen een werkgever die van zijn personeel mag eisen dat ze zich aan de regels houden", aldus Claes.

Koninklijk Horeca Nederland vindt dat de minister op een aantal belangrijke punten de moeilijkste weg kiest. Claes: "De minister verwijst graag naar het buitenland. Als wij onze zorg uitspreken over omzetverlies of overlast op straat, zegt hij dat daar in het buitenland niets van te merken is. Maar nu 'vergeet' de minister een paar zaken die in het buitenland wel geregeld zijn. Zo is in bijna alle landen ook de roker strafbaar. Ook stelt de minister beperkingen aan overkappingen op het terras, in het buitenland is daar geen sprake van. Dit betekent dat de omstandigheden waarin het rookverbod in Nederland vorm krijgt veel ongunstiger wordt dan in andere Europese landen." Koninklijk Horeca Nederland wil dat het rookverbod in Nederland een gelijke vorm krijgt als in de rest van Europa. Daar hoort een boete voor de roker bij en soepel omgaan met roken buiten een horecagelegenheid, bijv. op terrassen.

Het rapport "Rookverbod in de horeca" van TNS-NIPO is te downloaden op www.horeca.org.

|Noot voor de redactie -