Provincie Friesland


---

PERSBERICHT

Nummer: 264 SJT
Datum: 5 september 2007

MER Reststoffenenergiecentrale niet aanvaardbaar

Het College van Gedeputeerde Staten heeft de door Omrin opgestelde en ingediende Milieu-Effectrapportage (MER) voor de oprichting van een Reststoffen Energiecentrale niet aanvaard. Zo heeft de provincie Fryslân onder andere geconstateerd dat in de berekeningen van de luchtkwaliteit niet de juiste uitgangspunten zijn gebruikt.

De oprichting van een Reststoffenenergiecentrale, waarvoor een terrein in het havengebied in Harlingen de beoogde locatie is, is voor zowel initiatiefnemer Omrin als ook voor de belanghebbenden in de omgeving een belangrijk initiatief. De provincie Fryslân is als bevoegd gezag betrokken bij het initiatief omdat zij verantwoordelijk is voor de vereiste vergunningen (wet Milieubeheer). De complexiteit van het onderwerp, gecombineerd met de belangen die voor Omrin en belanghebbenden in het geding zijn, maken dat de provincie de procedure met de grootste zorgvuldigheid doorloopt. Het grondig en kritisch beoordelen van het MER is daar een van de stappen in.

Omrin heeft nu de mogelijkheid om het MER en milieuvergunningaanvraag aan te passen en opnieuw in te dienen bij het college. Het college zal het MER en de aanvraag dan opnieuw beoordelen.


---- --