Raad van State
Uitspraak
Zaaknummer: 200705786/1
Publicatie datum: woensdag 5 september 2007
Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Veenendaal
Proceduresoort: Voorlopige voorziening
Rechtsgebied: Kamer 2 - Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
---
200705786/1.
Datum uitspraak: 5 september 2007
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de
Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige
voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het
geding tussen:
, gevestigd te ,
en
het college van burgemeester en wethouders van Veenendaal,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 17 juli 2007 heeft verweerder aan verzoekster een last
onder dwangsom opgelegd vanwege overtreding van verscheidene
voorschriften die verbonden zijn aan de aan verzoekster krachtens de
Wet milieubeheer verleende revisievergunning van 24 mei 1994.
Tegen dit besluit heeft verzoekster bezwaar gemaakt.
Bij brief van 14 augustus 2007, op dezelfde dag bij de Raad van State
ingekomen, heeft verzoekster de Voorzitter verzocht een voorlopige
voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft de zaak ter zitting behandeld op 30 augustus 2007,
waar verzoekster, vertegenwoordigd door mr. S.W. Boot, advocaat te
Rotterdam, en R. Schut, en verweerder, vertegenwoordigd
door ing. D.H. Bok, werkzaam bij de Milieudienst Zuidoost-Utrecht,
R.J. Coers en ir. H.J.A.M. Schrauwen, ambtenaren van de gemeente, zijn
verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Verweerder heeft ter zitting desgevraagd verklaard dat het
besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom niet zal worden
geëffectueerd voordat zes weken zijn verstreken nadat op het
bezwaarschrift is beslist. Gelet hierop is de Voorzitter van oordeel
dat met het verzoek van verzoekster om het treffen van een voorlopige
voorziening geen spoedeisend belang is gemoeid.
2.2. Gelet op het vorenstaande wordt het verzoek om het treffen van
een voorlopige voorziening afgewezen.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. M. Oosting, als Voorzitter, in
tegenwoordigheid van mr. D. van Leeuwen, ambtenaar van Staat.
w.g. Oosting w.g. Van Leeuwen
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 5 september 2007
373-493.