abcdefgh
Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
5 september 2007 -
Ons kenmerk Uw kenmerk
VENW/DGP-2007/6549 2060721450
Onderwerp
Kamervragen (sociale) veiligheid op NS-treinen en stations
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de door het lid Mastwijk gestelde vragen over de
(sociale) veiligheid op NS-treinen en stations.
1. Heeft u kennis genomen van het tv-programma van Eén Vandaag van 17 juli 2007
waarin de resultaten werden gepresenteerd van een enquête onder ruim 850 NS-
medewerkers? Welke maatregelen wilt u, in overleg met de NS-directie, op zeer
korte termijn nemen om verbetering te brengen in de in het Tv-programma
geschetste situatie?
1. Ja, ik heb kennis genomen van het tv-programma van Eén Vandaag van 17 juli
2007. De resultaten van de enquête leiden tot bezorgdheid. Het is echter in de
eerste plaats aan de NS-directie om, als ze dit nodig acht, maatregelen te nemen.
Overvolle treinen en agressie tegen NS-medewerkers zijn overigens onderwerpen
die beide terugkomen in het jaarlijkse Vervoerplan. Ik verwacht eind augustus de
halfjaarrapportage over het Vervoerplan 2007, zodat ik kan beoordelen hoe de
prestaties van het afgelopen halfjaar zijn geweest.
2. Hoe beoordeelt u de resultaten van deze enquête en welke maatregelen gaat u
nemen om de gesignaleerde misstanden weg te werken?
2. De zorg voor (de veiligheid van) het personeel en de klanten van een zelfstandig
bedrijf ligt primair bij de leiding van dat bedrijf en niet bij de overheid. Dat wil
Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71
Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95
bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
VENW/DGP-2007/6549
overigens niet zeggen dat ik mij niets gelegen laat liggen aan de veiligheid bij NS.
Overigens is mij gebleken dat de enquête een respons van 10% had. Dit betekent
dat 90% van de benaderde NS-medewerkers om uiteenlopende redenen niet
gereageerd heeft.
3. Hoe zijn de verantwoordelijkheden en bevoegdheden geregeld in geval van
vertrek of juist uitstel daarvan van volle respectievelijk te volle treinen? Welke
voorschriften gelden om te voorkomen dat de veiligheid van de passagier in
gevaar komt, zulks in relatie tot de ontsporing vorig jaar van een trein bij
Muiderpoort? Zijn deze voorschriften voldoende duidelijk en bent u van mening
dat deze voldoende worden nageleefd?
3. De Spoorwegwet bepaalt dat NS ervoor verantwoordelijk is dat het treinvervoer
veilig is. Dus ook in een volle trein. De wet geeft daarvoor geen nadere
voorschriften of criteria zoals een maximum aantal staanplaatsen per wagon. Het
is aan de deskundigheid van de vervoerder om te bepalen of een concrete situatie
veilig is. NS moet dus bepalen of een trein zo vol is dat het niet meer veilig is om
te rijden. NS bepaalt ook welke NS-functionaris in de trein verantwoordelijk is om
te besluiten of het wel of niet veilig is om een volle trein te laten rijden. Volgens
het onderzoek zou hierover onder het personeel van NS onduidelijkheid bestaan.
NS heeft dit signaal opgepakt en de machinisten en conducteurs herbevestigd dat
de hoofdconducteur bepaalt of het wel of niet veilig is om te vertrekken. Dit is nu
voldoende duidelijk.
4. Wilt u daarnaast ingaan op het in genoemde TV-programma behandelde aspect
van agressie tegen rijdend personeel? Wilt u met name ingaan op de vraag hoe u
aankijkt tegen uw rol in het kader van de veiligheid, met name waar het gaat om
bedreiging van personeel met fysiek geweld en zelfs met wapens?
4. Ik wil vooropstellen dat ik bedreiging van NS-personeel met fysiek geweld en zelfs
met wapens onaanvaardbaar vind. Maar het is primair de plicht van NS om te
zorgen voor de veiligheid van reizigers en personeel. Mijn rol ten aanzien van
sociale veiligheid is om er in de concessierelatie met NS op toe te zien dat NS haar
zorgplicht voor de veiligheid van reizigers en personeel goed invult. Eind augustus
ontvang ik de halfjaarrapportage van NS over het vervoerplan 2007. Ik wil op dat
moment beoordelen in hoeverre NS op koers ligt om de afgesproken prestaties
voor 2007 te halen. Dit geldt ook voor de onderwerpen aangeboden vervoer en
sociale veiligheid. Daarnaast vind ik het mijn taak om samen met mijn collega's
van onder andere Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en Justitie te
zorgen voor randvoorwaarden die de vervoerders bij de invulling van hun
zorgplicht ondersteunen. Deze aanpak heeft doeltreffend gewerkt bij het
Aanvalsplan SVOV. In dat kader zijn bijvoorbeeld ook afspraken gemaakt met de
politie over bijstand in die gevallen waarin NS-personeel bedreigd wordt met
fysiek geweld. De politie behandelt dergelijke meldingen met prioriteit 1. Ik zal het
---
VENW/DGP-2007/6549
bestaande, succesvolle beleid op dit punt dan ook voortzetten (zie ook mijn
antwoord op vraag 6).
5. Is het waar dat conducteurs steeds vaker besluiten in (volle, respectievelijk
overvolle) treinen passagiers niet naar het vervoersbewijs te vragen uit angst voor
agressie? Welke maatregelen gaat u nemen om deze situatie te verbeteren? Gaat
u deze kwestie met uw ambtsgenoten van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties en Justitie bespreken?
5. Ik heb uit andere bronnen dan het Eén Vandaag onderzoek geen informatie dat
conducteurs vaker zouden besluiten om uit angst voor agressie geen
vervoerbewijzen te controleren. Wel heb ik uit de jaarrapportage van NS in het
kader van Vervoerplan 2006 geconstateerd dat de indicator trefkans conducteur
(nog) niet op het afgesproken niveau ligt.
Door mijn ambtgenoten van BZK en Justitie is eind vorig jaar het actieprogramma
"Aanpak agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak" gestart.
Dit actieprogramma is gebaseerd op twee strategieën, namelijk het verkleinen van
de groep die agressief en gewelddadig gedrag vertoont en het realiseren van een
effectief (overheids)optreden tegen de dader(s) van agressie en geweld. In het
kader van het actieprogramma wordt er onder andere gewerkt aan één landelijke
procedure voor de politie en het OM bij de strafrechtelijke aanpak van agressie en
geweld tegen werknemers met een publieke taak. Om te komen tot deze
procedure en gelijktijdig recht te doen aan de wens van de Tweede Kamer om zo
snel mogelijk tot vervolging van de dader(s) over te gaan, is begonnen met een
onderzoek naar opsporings- en vervolgingstraject.
Daarnaast houden werkgevers uiteraard hun eigen verantwoordelijkheid om te
zorgen voor een goede opvang van werknemers tegen wie de agressie en het
geweld zich richt.
6. Deelt u de mening dat de noodzaak van het door ons gewenste vervolg-
aanvalsplan sociale veiligheid eens te meer is aangetoond? Wanneer kunnen wij
dit plan tegemoet zien?
---
VENW/DGP-2007/6549
6. De evaluatie van het Aanvalsplan Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer heeft
uitgewezen dat er in de afgelopen jaren een positieve ontwikkeling is geweest van
de sociale veiligheid in het openbaar vervoer. Uit de gesprekken met vervoerders
en concessieverlenende overheden is gebleken dat de veiligheidssituatie met het
Aanvalsplan weer onder controle is. Voortzetting van de maatregelen en het
alsnog voltooien van enkele nog niet afgeronde maatregelen zullen de kern zijn
van dit vervolg-aanvalsplan, dat kort na het zomerreces naar de Kamer zal worden
gestuurd.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Camiel Eurlings
DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Mw. J.C. Huizinga Heringa
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat