Academisch Medisch Centrum Universiteit van Amsterdam

Amsterdam, 5 september 2007

Ook modern mobieltje stoort medische apparatuur

Wetenschappelijk onderzoek van het AMC en TNO wijst uit dat elektronische medische apparatuur nog steeds last heeft van het zendsignaal van mobiele telefoons, ook van de moderne generatie mobieltjes. Voor veilig gebruik moet er minstens één meter afstand zijn tussen het mobieltje en de apparatuur. De resultaten van de studie worden gepubliceerd in het vaktijdschrift Critical Care dat donderdag 6 september verschijnt. De bevindingen staan haaks op de huidige praktijk waarin steeds meer ziekenhuizen mobieltjes toelaten vanwege de vermeende onschadelijkheid en de groei in het gebruik, door zowel publiek als medisch personeel.

Voor het eerst is wetenschappelijk aangetoond dat er storingen optreden bij medische apparatuur door het bellen (of gebeld worden) met mobiele telefoons van de tweede en derde generatie in de nabijheid van die apparaten. Onder leiding van Erik Jan van Lieshout, intensivist in het AMC, hebben de onderzoekers, samen met TNO Leiden, de effecten van deze nieuwe generaties telecommunicatiesystemen onderzocht. Het betreft General Packet Radio Service (GPRS) en Universal Mobile Telecommunications System (UMTS). De onderzoekers namen ruim zestig medische apparaten onder de loep: van beademingsmachines en elektronische ziekenhuisbedden tot spuitpompen en dialyse-apparatuur. In 48 gevallen ontstonden er storingen variërend van licht tot ernstig: ventilatoren en infuuspompen die op hol slaan en spuitpompen die ophouden te werken zonder dat een alarmsignaal afgaat. Nieuw in deze studie is ook dat de gevonden storingen medisch werden ingedeeld naar gevolgen voor de patiënt, iets wat in oude studies naar mobieltjes en medische apparatuur niet gebeurde.

De meeste en de gevaarlijkste storingen traden op als de afstand tussen het mobieltje en het apparaat drie centimeter of minder was, maar ook bij grotere afstanden ontstonden ernstige storingen. De meeste storingen - ruim zestig procent - traden op bij mobiele telefoons die gebruik maken van het GPRS-systeem. De nieuwste generatie UMTS-mobieltjes was verantwoordelijk voor dertien procent van de storingen. De studie wijst uit dat één meter afstand een veilige marge is.

Van Lieshout: 'De eerste generatie digitale mobiele telefoons (GSM) wordt vooral gebruikt voor spraak. Met de tweede en derde generatie - GPRS en UMTS - is het ook mogelijk om data te ontvangen en te verzenden voor email of draadloos internet op je mobiel. Deze laatste twee systemen zijn op de markt gebracht, zonder dat bekend was of deze ook veilig gebruikt kunnen worden in een medische omgeving'. 'Ons onderzoek toont aan dat ziekenhuizen strikte regels voor het gebruik van mobieltjes moeten blijven hanteren in ruimten waar patiënten verblijven. Duidelijk moet zijn waar wel en niet gebeld mag worden. Als je de norm van één meter hanteert, betekent dit in de praktijk dat mobiel bellen op de gehele Intensive Care taboe blijft.' Ook het niet beantwoorden van een oproep of de 'vergader- of trilstand' is onveilig: veel mensen beseffen niet dat het mobieltje ook dan constant signalen uitzendt en ontvangt.

De onderzoeksresultaten tonen volgens Van Lieshout aan dat de huidige internationale regels die aan medische apparatuur worden gesteld, hoognodig moeten worden aangepast aan de moderne techniek van mobiel bellen en internetten. Wel plaatst hij hierbij de kanttekening dat er ook medische apparatuur is die niet wordt gestoord door mobiele telefonie. 'Op onze Mobiele Intensive Care Unit, die we met een speciale IC-ambulance in de regio Amsterdam vervoeren, wordt juist wel GRPS/UMTS-techniek gebruikt. Maar pas nadat we al onze medische apparaten uitgebreid hadden getest. Buiten de IC-ambulance schakelen we deze techniek weer uit'. (voor aanvullende info zie: www.amc.nl/micu).


Noot voor de redactie (

Academisch Medisch Centrum Universiteit van Amsterdam