Description:

Ministerie van Defensie

KAMERVRAGEN EN ANTWOORDEN

05-09-2007
Beantwoording vragen De Groene Draeck
Vraagsteller: Leden Brinkman, Spies, Knops

Hierbij bied ik u, mede namens de minister-president, minister van Algemene Zaken, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Brinkman (PVV) en Spies en Knops (beiden CDA). Deze vragen werden ingezonden op 17 augustus 2007 met de respectievelijke kenmerken 2060723300 en 2060723320.

DE MINISTER VAN DEFENSIE,

Antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Brinkman (PVV) aan de minister van Defensie over het onderhoud van het privé zeiljacht van Koningin Beatrix

1
Heeft u kennis genomen van het artikel âDefensie draait op voor onderhoud jacht Beatrix â? 1)
Ja.

2
Klopt het bericht dat het ministerie van Defensie al tientallen jaren het onderhoud van het privézeiljacht De Groene Draeck van koningin Beatrix betaalt? Zo ja, kunt u aangeven wat de precieze reden is dat het onderhoud van dit jacht op de begroting van Defensie moeten rusten?

3
Deelt u de mening dat in deze tijd, waarin de begroting van Defensie reeds onder behoorlijke druk staat, het onwenselijk is dat deze onderhoudskosten door Defensie worden betaald? Zo ja, wat gaat u hiertegen doen? Zo neen, waarom niet?

Het jacht De Groene Draeck is in 1956 door het Nederlandse volk aan prinses Beatrix geschonken ter gelegenheid van haar achttiende verjaardag. Dit nationale geschenk werd aanvaard, waarbij is toegezegd dat Defensie zorg zou dragen voor het onderhoud en de exploitatie van het jacht, zoals ook voor de Piet Hein in de decennia ervoor al gebruikelijk was. De regering heeft dit in 1961 geformaliseerd, zoals beschreven in het antwoord op de vragen van de leden Spies en Knops

Een beëindiging van de afspraak over het onderhoud van de Groene Draeck zou zich niet verhouden met de intentie waarmee de Nederlandse bevolking in 1956 de Groene Draeck heeft geschonken en is derhalve niet wenselijk.

Overigens is het niet mogelijk een overzicht te geven van alle uitgaven die de Staat heeft gedaan vanaf de aanschaf van het schip. In de Rijksbegroting vanaf 1962 zijn de uitgaven voor de exploitatie en het onderhoud van de vaartuigen van het Koninklijk Huis namelijk niet op eenduidige wijze weergegeven. Wijzigingen die in de loop der jaren zijn doorgevoerd in de bedrijfsbesturingssystemen maken een minutieuze verantwoording van de onderhoudskosten in meerjarig perspectief welhaast onmogelijk. De kosten van het onderhoud worden bepaald door het zeer hoge afwerkingsniveau dat voor het onderhoud is gekozen.

1) Internetsite www.nieuws.nl, 16 augustus 2007

Antwoorden op de schriftelijke vragen van de leden Spies en Knops (beiden CDA) aan de minister van Defensie over âDe Groene Draeckâ

1
Is het bericht waar, dat de afspraken over de onderhoudskosten niet op papier zijn vastgelegd? Zo ja, bent u bereid daartoe stappen te zetten?1)

Neen, dit bericht klopt niet. De afspraken zijn schriftelijk vastgelegd. In een schriftelijke richtlijn van 27 oktober 1961 van de vlagofficier Materieel aan de directeur van de Rijkswerf wordt gespecificeerd welke jachten geëxploiteerd en onderhouden dienen te worden ten laste van de Koninklijke marine, zijnde de Piet Hein en de Groene Draeck. Deze richtlijn is destijds opgesteld ten behoeve van de financiële verantwoording van de onderhoudskosten aan de Piet Hein en de Groene Draeck.

Hiervan is ook melding gemaakt aan uw Kamer; in de Rijksbegroting voor 1962 zijn de uitgaven ten behoeve van het Koninklijk Huis, met inbegrip van de uitgaven voor het onderhoud van de vaartuigen van het Koninklijk Huis, opgenomen in de begrotingsramingen van de Koninklijke marine. Daartoe werd in de Memorie van Toelichting op het wetsontwerp bij de artikelen voor âBedrijven en magazijnenâ de volgende toelichting gegeven:

âIn de bedragen, uitgetrokken voor de Rijkswerf, zijn begrepen de uitgaven, verbonden aan de exploitatie en het onderhoud van, benevens die van bijzondere voorzieningen aan vaartuigen van het Koninklijk Huisâ.

Ook is van een en ander melding gemaakt in de Memorie van Antwoord van de toenmalige minister-president, ingezonden op 26 september 1968, Kamerstuk 8683, nr. 9, zittingsjaar 1968-1969.

2
In hoeverre hebben de onderhoudskosten te maken met maatregelen die verband houden met de persoonlijke veiligheid?
Over maatregelen betreffende de persoonlijke veiligheid van leden van het Koninklijk Huis worden geen mededelingen gedaan.

1) GPD kranten, 16 augustus 2007 (oa. PZC en Nederlands Dagblad)